Er was een tijd dat
Jan Ullrich de verpersoonlijking was van de hoop in het Duitse wielrennen. Met zijn imposante stijl won hij de Tour de France in 1997, werd hij twee keer wereldkampioen tijdrijden (1999, 2001) en kroonde hij zich tot olympisch kampioen in Sydney. Maar na zijn carrière werd hij – samen met rivaal Lance Armstrong – een van de gezichten van het duistere epo-tijdperk van het wielrennen.
Wat volgde was een diepe val. Jarenlang leefde Ullrich in de schaduw van zijn verleden, worstelend met zichzelf, met zijn imago en met de demonen van een sport die zichzelf probeerde te zuiveren. Maar de Duitser vocht zich terug. Via een moeizaam, maar krachtig revalidatietraject hervond hij niet alleen zijn gezondheid, maar ook zijn plaats in de wielergemeenschap. Inmiddels is hij weer zichtbaar als wielerpersoonlijkheid, analist, ambassadeur – en zelfs festivalorganisator.
“Ik had eigenlijk niets verwacht,” vertelde Ullrich in een openhartig interview met Bild. “Natuurlijk hoopte ik op begrip, maar ik had me voorbereid op het ergste. En met de hand op het hart: ik heb nauwelijks negatieve reacties gekregen. Dat ik nog een kans heb gekregen – dat is geweldig. En vooral dat ik mijn identiteit terug heb. Die was ik jarenlang kwijt. Nu voel ik me weer thuis, in het wielrennen.”
Een opvallende rol op zijn pad terug speelde uitgerekend Lance Armstrong, ooit zijn felste tegenstander. De Amerikaan, zelf definitief verbannen uit het profpeloton, bood een helpende hand op een moment dat Ullrich het zelf niet meer wist. “Lance is anders dan ik. Hij leeft gedisciplineerd, met structuur, hij kijkt altijd vooruit,” aldus Ullrich. “Maar het belangrijkste is: ik voel me geliefd door hem als vriend. Hij zegt me: ‘Ik ben graag bij je, en als je me nodig hebt, help ik je.’ Dat is onbetaalbaar.”
Nieuwe generatie Ullrich?
De naam Ullrich zou binnenkort zomaar opnieuw opduiken in het profpeloton. Zonen Benno (14) en Toni (12) hebben talent – en de genen van hun vader. “Natuurlijk is die achternaam een zegen en een last tegelijk,” erkent Jan. “Maar het zijn hun keuzes. Wij als ouders steunen hen, zonder te pushen. Op dit moment zijn ze dol op fietsen, maar ook op voetbal en skiën. Als vader houd ik me bewust op de achtergrond.”
Of het wielrennen opnieuw een Ullrich krijgt, is nog ongewis. Maar één ding is duidelijk: de vader heeft zijn plek teruggevonden. Niet als Tourwinnaar, maar als mens – die na jaren van strijd weer met trots zijn koers kan rijden.