“In 2026 weer winnen is het hoofddoel” – WorldTour-veteraan zet stap terug om carrière nieuw leven in te blazen

Jesús Herrada rijdt al zeer lang op het hoogste niveau. Hij debuteerde in 2011 bij Movistar en bleef sindsdien trouw aan de Spaanse ploeg of, sinds 2018, aan Cofidis – op twee jaar na altijd op WorldTour-niveau. Hij won regelmatig, onder meer drie keer in de Vuelta a España, maar op zijn 35e en in een steeds harder wordend peloton wordt het lastiger. Zijn overstap naar Burgos Burpellet BH met het oog op 2026 is dan ook een poging om opnieuw de zegereeks te vinden.

“Ik zocht een verandering van omgeving. Ik zat al heel wat seizoenen bij Cofidis en had iets anders nodig om mijn motivatie en plezier te vernieuwen,” vertelt Herrada aan Marca. “Ik denk dat ik bij Burgos Burpellet BH, met zijn hechte, bijna familiaire sfeer, precies heb gevonden wat ik zocht.” Het is de eerste keer dat Herrada voor een Spaanse ProTeam uitkomt. Er waren meerdere geïnteresseerden, maar hij koos voor Burgos, waar hij volgend jaar andere klimmers als Sergio Chumil en Merhawi Kudus treft.

Zijn laatste zege was wellicht ook zijn meest markante, in de Vuelta a España 2023, waar hij op La Laguna Negra de opkomende Romain Grégoire klopte in een aankomst bergop. “Ja, opnieuw winnen in 2026 is het hoofddoel. Natuurlijk zou het een droom zijn om dat in La Vuelta te doen, maar ik ben blij met elke overwinning. Zeges worden steeds schaarser, zeker in WorldTour-koersen.”

Herrada, net als veel renners van Cofidis, had het de afgelopen twee seizoenen lastig en kon als routinier geen overwinning of uitgesproken stempel drukken. De ex-winnaar van de Mont Ventoux Challenge en een Dauphiné-rit wil terug naar zijn winnende vorm en zijn palmares van 21 zeges over anderhalf decennium verder uitbouwen.

In een bescheidener programma zou dat kunnen lukken. “Vorig jaar kwam ik dicht bij winst in meerdere koersen en had ik heel wat top-twintigplaatsen. Met de juiste wedstrijdkeuze kunnen we vaak top tien rijden en om uitslagen meedoen. Het Spaans kampioenschap motiveert altijd, net als La Vuelta, en koersen als de Tour of Oman kunnen me heel goed liggen.”

Een contract vinden was ook geen zekerheid, zeker nu er dit jaar meerdere ploegen verdwijnen en veel renners nog zoeken. “Het klopt dat ik tot op het laatste moment veel onzekerheid heb gekend. Het was een van de slechtste jaren voor het peloton door het verdwijnen van verschillende teams, waardoor veel renners nog zonder plek voor 2026 zitten. In dat opzicht moet je je gelukkig prijzen.”

Zijn eerste indrukken bij de nieuwe ploeg zijn positief. Hij leerde intussen zijn nieuwe ploegmaats kennen. “Zeker. Het was een driedaags trainingskamp in Burgos, en hoewel ik al enkelen kende, zijn dit soort bijeenkomsten essentieel. We deden groepsactiviteiten die erg helpen, vooral voor nieuwkomers om te integreren en de hele ploeg te leren kennen.”

“Ik vind dat ze in 2025 al een sterk seizoen hadden. Het is lastig om bij de beste dertig ploegen ter wereld te horen. Van mijn kant zal ik alles bijdragen wat ik kan, zeker richting de jongeren, op en naast de fiets.”

Zijn doelen voor 2026 zijn helder: terug naar zijn oude niveau. “Zoals gezegd wil ik terug naar mijn beste vorm, in enkele koersen goed rijden voor het klassement en vechten voor een zege. En als ik niet mee ben voor de winst, help ik mijn ploegmaats waar ik kan.”

Hij beseft dat het in het huidige peloton lastig is. Hoewel hij nog twee jaar geleden in La Vuelta won, is het niveau sindsdien verder gestegen. “Het peloton wordt steeds competitiever. Jonge renners trainen en leven al heel vroeg als profs; velen stappen rechtstreeks over vanuit de junioren. In dat opzicht moet ik mijn ervaring uitspelen, weten wanneer ik aanwezig moet zijn en welke koersen het best bij mijn kwaliteiten passen.”

“Ik heb niet het gevoel dat ik nog iets moet bewijzen. Ik wil doorgaan omdat ik van wielrennen geniet en mezelf nog altijd competitief zie in bepaalde koersen. Zoals gezegd: het zou geweldig zijn om mijn armen nog eens in de lucht te steken,” besluit hij. “En wat mijn nalatenschap betreft: ik probeer mijn werk zo goed mogelijk te doen, altijd te blijven leren, mijn enthousiasme te behouden, dingen met nederigheid te doen en een goed mens te zijn, op en naast de fiets. Dat is de mooiste erfenis.”