“Ik zag mezelf echt niet stoppen” – Franse renner vreest einde carrière ondanks grote UCI-puntenkansen

In een tijd waarin UCI-punten zwaarder wegen dan ooit, lijken veel WorldTour-ploegen een renner over het hoofd te zien die bijzonder rendement kan opleveren. Clément Venturini zoekt nog steeds een ploeg voor het seizoen 2026, terwijl de factoren die hem waardevol maken juist toenemen.

“We zijn nog in gesprek; mijn zaakwaarnemer regelt het. Ik vrees dat het niet loopt zoals gehoopt. Er zijn nog een paar dunne lijntjes. Ik wil dit tot het einde uitspelen zodat ik geen spijt heb,” vertelde Venturini aan L'Équipe.

Venturini is 32 jaar en hoewel hij recent werd gelinkt aan Unibet Rose Rockets, heeft hij nog geen contract voor volgend jaar. In 2027 tellen veldritpunten mee in de optelsom voor UCI-wegpunten, een verschilmaker voor een renner die meermaals Frans kampioen veldrijden werd en recent in een WK-editie top vijf reed. Maar ook op de weg is hij een troef, actueel net buiten de UCI Top 100 – en een van de grootste puntenpakkers van Arkéa - B&B Hotels dit jaar.

Het uiteenvallen van de ploeg leidde tot deze situatie, maar dat Venturini geen contract vindt verrast, zeker omdat het einde al maanden bekend was. “Ik zag mezelf echt niet in 2026 stoppen, en nog steeds niet. Ik heb nog energie, maar ik moet erover nadenken… Gezien mijn fysieke staat en recente prestaties snappen de meesten om me heen niet hoe dit kan eindigen. Ze zeggen dat ik moet blijven geloven tot het allerlaatste moment, zolang de deur niet dicht is.”

“Het is niet dat ik pessimistisch ben, maar ik wil ook helder blijven zodat de klap niet te hard is. In mijn hoofd is er nog een sprankje hoop. Sommigen kiezen zelf hun einde; die luxe heb ik niet als het zo loopt. Dat is moeilijk te accepteren. Als mijn laatste koers de Tour de Vendée was, is dat zonde… Als het echt moet stoppen, wordt dat een zware dobber.”

Op zijn palmares staat eindwinst in het klassement van de 4 Jours de Dunkerque en ritzeges in de Ronde van Oostenrijk en La Route d’Occitanie. Slechts vier overwinningen, maar veel ereplaatsen, vooral in de Coupe de France, waar zijn mix van sprint- en klassiekerskills hem een veelzijdige puntenpakker maakt.

Maar in de WorldTour lijkt zijn toekomst voorlopig onzeker. “Ik heb afwijzingen gekregen omdat sommige ploegen al genoeg renners van mijn profiel hebben. Anderen willen verjongen, en ik ben 32, dus te oud. Sommige renners garanderen niet zoveel punten als ik, maar ze zijn jonger en brengen iets nieuws.”

Toch wil hij geen contract op continentaal niveau. Mogelijk ook niet bij een ProTeam, afgaande op zijn woorden: “Ik wil in 2026 echt renner zijn, maar niet onder om het even welke voorwaarden. Ik heb 12 mooie jaren gehad, bij mooie ploegen, maar ik wil niet koste wat kost doorgaan. Niet dat ik gemakzuchtig ben geworden, maar bij mijn verwachtingsniveau moet het ergens voor staan. Ik kan geen stap terug zetten. Ik heb teams op lagere niveaus afgewezen. Ik weet dat ik daar niet tot mijn recht zou komen.”

De 32-jarige gelooft dat hij zich kan meten met de besten en een plek op topniveau verdient, zoals eerder bij Arkéa, AG2R en Cofidis. “Het financiële aspect kan bij kleinere ploegen ook meespelen. Ik vraag echter geen contract naar rato van mijn UCI-punten, alleen iets fatsoenlijks voor mijn inzet en mijn niveau. Natuurlijk heb ik mijn gebreken, en die halen me soms in – mijn karakter, mijn hoge eisen aan mezelf en anderen, wat soms wat streng kan overkomen.”