De editie van 2025 van Parijs-Roubaix kende dan misschien niet de nagelbijtende eindsprint van sommige voorgaande jaren, maar leverde wél spektakel van de bovenste plank. In het eerste deel van de finale – zo’n 90 kilometer van de streep – barstte de hel los op het Noord-Franse asfalt en kasseien. Vanaf dat moment was het een uitputtingsslag, een strijd van overleven, waarin pech, valpartijen en pure vermoeidheid de koers bepaalden.
"De Grote Drie zijn momenteel zó dominant", stelde voormalig profrenner George Hincapie in The Move podcast. "We zagen in feite hetzelfde podium als in de Ronde van Vlaanderen, alleen in een iets andere volgorde."
Hoewel de suprematie van Pogacar geen verrassing meer is, was het de manier waarop die opnieuw tot de verbeelding sprak. "Aanvallen met nog meer dan 100 kilometer te gaan… We hebben zoiets zelden gezien van de echte toppers", vervolgde Hincapie. "Pogacar, Van der Poel en Pedersen gingen zó vroeg. Alsof ze het peloton volledig wilden negeren en gewoon onderling wilden uitmaken wie de sterkste was. Vol gas vanaf het begin. Dit is een nieuw type wielrennen."
Ook Johan Bruyneel, oud-ploegleider, gaf in zijn analyse aan dat de vroege schifting strategisch goed te verklaren is. "Ik heb nagedacht waarom ze zo vroeg gaan, zeker in een koers als Roubaix. Op 104 kilometer van de meet valt eerst Pedersen aan, daarna Pogacar, en binnen een kilometer zit ook Van der Poel erbij. Die drie, samen. Dat was meteen de eerste en beslissende selectie. Niemand kwam nog terug. Als je zo’n grote favoriet bent, wil je ook je ploegwagens achter je, niet ergens ver in het peloton."
Een andere reden voor dat vroege offensief? Het ontwijken van verrassingstactieken van bredere ploegen. Pogacars UAE Team Emirates – XRG oogde weliswaar sterk, maar net als in de Ronde van Vlaanderen konden zij de koers nooit echt controleren. Zelfs in een chaotische wedstrijd als Roubaix ging het niet om strategie, maar puur om de benen.
Toch gooide een valpartij roet in het eten voor de Sloveen. Zijn kansen op een glorieuze zege in de velodroom van Roubaix kelderden. "Denk aan Van Aert in de E3 van twee jaar geleden", analyseerde Spencer Martin. "Die viel, bleef hangen op 15 seconden, en zijn achtervolger dacht een kans te hebben – maar die verspeelde zijn krachten. Pogacar deed nu iets soortgelijks: hij bleef knokken, misschien denkend dat hij kon terugkeren via de auto’s… maar het sloopte hem."
Van der Poel toonde zich ondertussen wederom als een man van ijzer. "Hij rijdt zó constant. Je moet ongelooflijk goed zijn om in zijn buurt te blijven in dit soort koersen" Martin ging zelfs een stap verder. "Ik denk eerlijk gezegd dat Van der Poel Pogacar alsnog had gelost in de laatste kasseistroken. Pogacar oogde helemaal leeg. De koers had hem ingehaald."