Wanneer de laatste Italiaanse wereldkampioen bij de mannen spreekt over de stand van het moderne wielrennen, luistert men nog steeds — en Alessandro Ballan vindt dat het verhaal rond één man die “koersen kapotmaakt” zwaar overdreven is. Volgens hem ontbreekt het de sport allerminst aan spanning. Sterker nog, hij vindt het tegendeel waar.
Terugblikkend op het seizoen 2025 in gesprek met Tutto Bici Web, benadrukte Ballan dat het tijdperk van clashes tussen grootheden — of het nu
Tadej Pogacar,
Mathieu van der Poel of
Jonas Vingegaard is — onverminderd kassa blijft.
“Als deze renners samen koers maken,” zei hij, “ben je bijna verzekerd van een zinderende finale, zelfs wanneer Pogacar op dominante wijze wint.”
Die zin vat het dilemma rond de Pogacar-discussie kernachtig samen. Vlakt de superioriteit van de Sloveen koersen af, of vergroot hij juist het spektakel? Voor Ballan is het antwoord eenvoudig: wielrennen zit nog steeds vol nagelbijtende momenten — je moet alleen waarderen op welk niveau deze sterren acteren.
Ballan: Pogacar kan een koers alleen ‘doodmaken’ omdat niemand kan volgen
Ballan ontkent niet dat Pogacars pure macht de spanning kan wegnemen als hij onbedreigd is. Maar voor hem is dat een uiting van uitzonderlijk talent, geen manco van de sport.
Hij wees op hoe Pogacars versnellingen het koersritme breken: “Zijn manier van koersen, simpelweg sterker dan de rest, bepaalt de koers en kan minder opwinding creëren voor wie op jacht is.”
De sleutelvoorwaarde, benadrukte hij, is het ontbreken van rivalen die kunnen volgen — iets wat volledig kantelt wanneer renners als Van der Poel of Vingegaard present zijn. En als zij er zijn, zegt Ballan, bereikt het wielrennen zijn piek: “Het is fantastisch als je Pogacar en Van der Poel of Vingegaard frontaal ziet botsen. Dan krijg je altijd een spectaculaire finale.”
Verre van dominantie betreuren, duidt Ballan dit tijdperk als dat van generatiefenomenen — renners die “het verschil maken op het moment dat ze aanvallen”.
En Remco Evenepoel?
Ballan ging ook in op de onvermijdelijke vraag over
Remco Evenepoel en waarom de Belg niet in zijn lijst van hoofdrolspelers stond. Dat had niets te maken met persoonlijke voorkeur, verduidelijkte hij.
“Evenepoel is zonder twijfel een uitstekende renner. Hij is voor mijn smaak wat te branieachtig en wordt snel nerveus, maar hij is heel, heel sterk — vooral in de tijdrit — en hij zal grote dingen blijven bereiken.”
Roubaix, Sanremo en de momenten die 2025 definieerden
Gevraagd om één beeld te kiezen dat het seizoen 2025 samenvat, hoefde Ballan niet lang na te denken. “Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar ik zou een beeld van Pogacar kiezen, omdat hij praktisch alles won.”
Maar voor individuele koersen pikte hij er twee uit: Milano–Sanremo en het “ongelooflijke duel” tussen Pogacar en Van der Poel op de kasseien van Roubaix — een titanenstrijd die hij “wielrennen op het hoogste niveau” noemde. Die confrontaties, stelde hij, bewijzen dat de sport allerminst voorspelbaar is.
Italiaans wielrennen bouwt nog steeds op — maar Ballan ziet hoop
Hoewel hij zeer positief is over het mondiale plaatje, was Ballan openhartig over de aanhoudende worsteling in Italië. Het nationale wedstrijdcircuit, zei hij, herstelt dankzij initiatieven als de Coppa Italia delle Regioni, maar het land wacht nog op de nieuwe generatie kampioenen. “Het Italiaanse wielrennen zit nog in een moeilijke fase, maar onze koersen weer waarde geven helpt. We hopen snel terug te keren met grote Italiaanse kampioenen.”
Ballan blijft diep verankerd in de wielerwereld — als ambassadeur, organisatieleider en directeur bij U.C. Giorgione, waar zijn dochter nu rijdt. Wielrennen, zei hij, heeft hem gevormd, niet alleen als sporter maar ook als mens. “De fiets heeft me enorm veel gegeven, en nu is het tijd om iets terug te geven.”