Van 9 mei tot 1 juni is het wielerpeloton opnieuw in de ban van de eerste Grote Ronde van het seizoen: de
Giro d'Italia. Van de start in Albanië tot een mini Strade Bianche en de beslissende Alpenetappes – de route biedt een gevarieerd decor voor spektakel. Tijd om het
parcours onder de loep te nemen.
De 21 etappes volgen een traditioneel schema, met de openingsfase in Oost-Europa. De eerste drie ritten worden verreden op Albanees grondgebied, waarna het peloton de oversteek maakt naar Italië. Daar koerst men langzaam noordwaarts langs de westkust, met passages door iconische steden als Napels, Siena en Pisa. In de laatste week verplaatst het strijdtoneel zich naar de Alpen, waar de Giro zal worden beslist. Het zwaartepunt ligt hier op een mix van explosieve ritten, lange beklimmingen en etappes op grote hoogte.
Etappe 1
Durazzo - Tirana, 164 kilometer
De openingsrit van de Giro d'Italia 2025 voert het peloton van Durazzo naar Tirana en belooft direct een spannende strijd. Drie gecategoriseerde beklimmingen staan op het menu, waaronder één lange klim halverwege de etappe en twee passages over de Surrel-klim. Een technische afdaling naar de finish zorgt voor een uitdagend slotakkoord, waarin verschillende renners hun kans kunnen grijpen.
Hoewel de afstand van de etappe bescheiden is en de eerste helft volledig vlak verloopt, is dit zeker geen typische openingsrit voor een Grote Ronde. De actie begint met de 12,9 kilometer lange klim naar Gracen, met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,9%. De top ligt op 79 kilometer van de finish, waardoor het peloton nog voldoende tijd heeft om te hergroeperen.
De echte scherprechter van de dag is echter de Surrel-klim, die twee keer wordt beklommen. Met zijn 6,9 kilometer aan 4,6% doet hij denken aan de Cipressa uit Milano-Sanremo, al is deze Albanese variant net iets zwaarder dankzij een steile sectie van 13%. Het is geen klim waar pure klimmers het verschil kunnen maken, maar wel een die aanvallers kansen biedt.
Na de laatste passage over de Surrel-top volgt een technische afdaling richting Tirana. Met nog 11 kilometer te gaan, ligt het parcours volledig bergafwaarts. Een massasprint lijkt onwaarschijnlijk, maar een aanval in de afdaling zou zomaar kunnen leiden tot een prestigieuze zege in deze openingsetappe van de Giro.
Etappe 2 (ITT)
Tirana - Tirana, 13.7 kilometer
De tweede etappe van de Giro d'Italia 2025 belooft een spannende individuele tijdrit te worden in het hart van Tirana. Over een afstand van 13,7 kilometer zullen de renners niet alleen snelheid moeten maken, maar ook hun klimmersbenen aanspreken op een explosieve beklimming halverwege het parcours.
De relatief korte afstand maakt dat elke seconde telt in de strijd om de dagzege en mogelijk zelfs om de eerste roze trui. De route is echter niet volledig vlak: na 8,1 kilometer wacht een venijnige klim van 1,5 kilometer aan 4,9%, die kan dienen als breekpunt. Hierna volgt een razendsnelle afdaling over dezelfde weg, waarin risico’s genomen zullen worden om kostbare tijd te winnen.
Daarnaast zijn er op de vlakke secties enkele technische bochten opgenomen, waar behendige tijdrijders een verschil kunnen maken. Het wordt een dag waarin lef, snelheid en stuurmanskunst hand in hand gaan in de straten van Tirana.
Etappe 3
Valona - Valona, 160 kilometer
Etappe 3 van de Giro d'Italia 2025 belooft een open strijd te worden. De eerste helft van de rit is relatief eenvoudig, maar in de tweede helft doemen een aantal zware beklimmingen op die kunnen leiden tot aanvallen van klassementsrenners, een succesvolle ontsnapping of een poging van sprintersploegen om het peloton in toom te houden.
De 160 kilometer lange etappe begint en eindigt in Vlorë – of Valona, zoals de Italianen zeggen. In het eerste deel wacht een korte maar steile klim van 2,2 kilometer aan bijna 10%. Hoewel deze op dat moment van de dag niet voor grote verschillen zal zorgen, kan het wel de eerste vermoeidheid in de benen brengen. Sommige ploegen zullen hier al proberen sprinters te elimineren, maar de echte scherprechters liggen verderop.
Met nog 65 kilometer te gaan volgt een zwaardere klim van 5,1 kilometer aan 6,8%, waarna het parcours heuvelachtig blijft tot aan de voet van de Qafa e Llogarasë. Deze klim van 10,6 kilometer aan 7,3% is niet overdreven steil, maar wel lang genoeg om verschillen te creëren – zeker met de tijdrit van de dag ervoor nog in de benen. De top ligt op 38 kilometer van de streep, waarna een duizelingwekkende afdaling volgt waarin 1000 hoogtemeters worden ingeleverd.
De laatste 17 kilometer zijn vlak, wat een sprint tussen overgebleven klimmers en klassiekerspecialisten waarschijnlijk maakt. Toch kan de finale tactisch worden, met potentieel interessante gevechten tussen de klassementsrenners, aanvallers en overgebleven sprinters.
Etappe 4
Alberobello - Lecce, 187 kilometer
Na de Albanese openingsetappes keert de Giro d'Italia 2025 terug naar het Italiaanse vasteland met een klassieke sprintersrit richting Lecce. Op papier is dit de eerste échte kans voor de snelle mannen om zich in de schijnwerpers te rijden. Met slechts 730 hoogtemeters en één gecategoriseerde klim belooft het een relatief eenvoudige dag te worden – althans, tot de finale.
De renners trekken in zuidoostelijke richting naar de 'hak van de laars', waar Lecce het decor vormt voor een razendsnelle en technische finale. De slotkilometers voeren het peloton over een stedelijk circuit van twee ronden, waar positionering cruciaal zal zijn.
Met nog één kilometer te gaan volgen twee scherpe rechterbochten die de sprinttreinen uit elkaar kunnen trekken. De strijd om een goede positie zal intens zijn, want al in de laatste honderden meters wacht een verraderlijke linkse bocht die uitmondt in een lange, rechte sprint naar de finish. Het wordt een dag voor de sprinters, maar ook een waarin stuurmanskunst een sleutelrol kan spelen.
Etappe 5
Ceglie Messapica - Matera, 145 kilometer
Etappe 5 van de Giro d'Italia 2025 biedt een korte maar explosieve rit naar Matera, waarbij de organisatie meerdere scenario's openlaat voor een spannende finale. Terwijl het peloton koers zet naar het noordwesten en Midden-Italië binnenrijdt, blijft de vraag of een gereduceerde massasprint of een succesvolle late aanval de beslissing zal brengen.
De rit telt slechts 151 kilometer, grotendeels vlak, maar de finale wordt een echte scherprechter. De eerste serieuze test komt op de Montescaglioso, een beklimming van 2,9 kilometer aan 8,3% die eindigt met nog 28 kilometer te gaan. Dit is het moment waarop ploegen het tempo kunnen opschroeven om de pure sprinters definitief overboord te gooien.
Daarna blijft het parcours heuvelachtig zonder echt steile passages. Met nog 12 kilometer te gaan volgt een klim van 5,6 kilometer aan 4,6%, een lastige hindernis waar enkele aanvallers hun kans kunnen wagen. De renners dalen vervolgens af buiten Matera, waarna ze opnieuw omhoog gaan over onregelmatige, explosieve wegen.
De laatste klim eindigt met nog 4,2 kilometer te gaan, maar het echte venijn zit in een helling van 700 meter aan 8% – met pieken tot 10% – die afloopt op 1,9 kilometer van de streep. Hier kunnen aanvallers toeslaan, maar de finale blijft verraderlijk. Na een korte afdaling gaat de weg in de laatste 1,2 kilometer weer licht bergop richting de finish in Matera, waar de sterkste overgebleven sprinters het zullen uitvechten in een pittige aankomst bergop.
Etappe 6
Potenza - Napoli, 210 kilometer
Na het succes van de afgelopen jaren keert de Giro d'Italia 2025 terug naar de iconische straten van Napoli voor de finish van etappe 6. Dit keer ligt de nadruk echter meer op een vlakke finale, ideaal voor de sprinters, ondanks een lange afstand van maar liefst 227 kilometer.
Hoewel de slotkilometers geen hindernissen bevatten voor de snelle mannen, wordt het parcours voorafgaand aan de sprint allesbehalve eenvoudig. Met 2500 hoogtemeters in de laatste twee derde van de etappe en vier noemenswaardige beklimmingen, kan de afstand zijn tol eisen bij sommige sprinters. De eerste test is een klim van 5 kilometer aan 4%, gevolgd door een slopende 20 kilometer lange klim. Vervolgens wachten nog twee beklimmingen die eindigen op 82 kilometer van de streep. Hierna vlakt het terrein af richting de finish.
De finale speelt zich af op een vertrouwde locatie, een rechtstreekse sprint langs de kustlijn van Napoli. De laatste 1,2 kilometer zijn kaarsrecht en zonder technische bochten, wat de perfecte setting biedt voor een klassieke massasprint. Vermoeidheid kan echter een cruciale factor worden na zo’n lange dag in het zadel.
Etappe 7
Castel di Sangro - Tagliacozzo, 168 kilometer
Etappe 7 brengt de renners naar de eerste serieuze test met een topfinish in de Apennijnen. Vanaf de start gaat het meteen bergop, en hoewel de dag geen genadeloze bergrit is, zal het een cruciale graadmeter zijn voor de klassementsrenners die hun vorm willen tonen.
De openingsklim van 7,8 kilometer aan 5,8% zorgt direct voor een selectie en zal bepalen welke renners in de kopgroep terechtkomen. De route blijft vervolgens grillig, met nauwelijks vlakke wegen in het hart van Italië. Na 98 kilometer wacht een pittige beklimming van 4,6 kilometer aan 9,2% — een serieuze hindernis die zijn tol kan eisen en voor de nodige schifting kan zorgen.
Kort daarna volgt een 14 kilometer lange klim aan gemiddeld 5%, waarbij een korte afdaling de enige adempauze biedt. Hierna kunnen de renners zich enigszins herstellen voordat de finale begint: de slotklim naar Tagliacozzo. Deze beklimming is 12 kilometer lang aan 5,5%, maar de laatste 2 kilometer zijn een ware scherprechter met een gemiddelde van 10%.
De etappe biedt de kans om de benen te testen, maar voor wie niet in topvorm is, kan deze zware finale zorgen voor aanzienlijke tijdsverliezen. Een cruciaal moment, want de grote bergetappes wachten nog.
Etappe 8
Giulianov - Castelraimondo, 197 kilometer
Etappe 8 belooft een ware Giro-klassieker te worden: een dag vol beklimmingen van diverse lengtes en stijgingspercentages, perfect voor aanvallers, maar ook een potentieel slagveld voor de klassementsrenners. Deze etappe staat in het teken van zware beklimmingen, maar de vraag blijft: durven de favorieten hun kaarten hier al op tafel te leggen?
Met 3700 hoogtemeters en een afstand van bijna 200 kilometer wordt het een ware uitputtingsslag. De klimmers en punchers krijgen kansen vanuit een ontsnapping, maar in het peloton lijkt het onwaarschijnlijk dat één ploeg deze loodzware dag volledig zal controleren. Veel klassementsrenners zullen hun krachten willen sparen voor de gravelrit die eraan komt of zich pas willen tonen in de slotfase van de rit.
De meest opvallende klim van de dag is die naar Sassotetto: 13 kilometer aan meer dan 7%, met de top op 91 kilometer van de finish. Vervolgens volgt een klim van 5,5 kilometer aan 6,9%, eindigend op 45 kilometer van de meet. De finale wordt gekenmerkt door twee korte, explosieve beklimmingen die de aanloop vormen naar de afdaling richting Castelraimondo.
De eerste van die twee beklimmingen is 1,4 kilometer aan 7,3% met een tussensprint op de top, nog 20 kilometer te gaan. De tweede klim bestaat uit twee delen, waarbij de laatste 600 meter aan 8% een ideale lanceerplaats biedt voor een alles-of-niets aanval. Met de top op slechts 6,5 kilometer van de finish kunnen aanvallers in de afdaling een beslissend gat slaan richting de aankomst. De laatste kilometer loopt licht af, wat het nog aantrekkelijker maakt om solo of in een kleine groep naar de streep te stormen.
Etappe 9
Gubbio - Siena, 131 kilometer
Etappe 9 wordt een van de sleutelmomenten van deze Giro, wanneer de renners zich wagen aan een 'mini Strade Bianche'. Een dag waarop het algemeen klassement op de proef wordt gesteld op een terrein waar velen zich niet comfortabel voelen – gravelwegen waar valpartijen, splitsingen en tactiek het verschil kunnen maken. Er zal geklommen worden en de druk zal hoog zijn, dus verwacht de roze trui-kandidaten vooraan te zien. Maar ook tal van renners zullen jagen op een prestigieuze ritzege.
De etappe telt 30 kilometer aan gravelstroken, doorspekt met korte, venijnige beklimmingen en eindigt in de iconische stad Siena. De finale speelt zich af op dezelfde wegen als de Strade Bianche, inclusief de befaamde Via Santa Caterina.
Het wordt geen volledige Strade Bianche, maar wel een dag vol chaos en schade. Tussen kilometer 68 en 34 zal de koers in een stroomversnelling komen, met gravelstroken die niet alleen smal en technisch zijn, maar ook beklimmingen en afdalingen bevatten. Deze sectie eindigt met een klim van 1 kilometer aan 7%, een perfect lanceerplatform voor aanvallers.
Hier kan de koers ontploffen. Daarna volgt de Colle Pinzuto op 14 kilometer van de finish, 450 meter aan 12%, een klim die mogelijk voor nog meer vuurwerk kan zorgen. Vervolgens gaat het via glooiende wegen naar het slotstuk in Siena.
De renners zullen het Piazza del Campo aandoen, met de finish op de iconische plek die we allemaal kennen. De beklimming van de Via Santa Caterina behoeft geen introductie: een muur van 16% die de apotheose vormt van deze spectaculaire etappe en meteen de eerste week van de Giro afsluit.
Etappe 10 (ITT)
Lucca - Pisa, 28.6 kilometer
De tweede en laatste tijdrit van deze Giro d'Italia belooft een beslissende te worden. Met een gemiddelde afstand van 28 kilometer lijkt het op papier een klassieke vlakke koers tegen de klok, maar de organisatie heeft gezorgd voor een verrassend uitdagend parcours. Hoewel het grootste deel van de route relatief vlak is, kunnen subtiele verschillen in het klassement ontstaan.
Het parcours biedt weinig complexiteit, met voornamelijk lange, rechte wegen waar de specialisten hun kracht kunnen tonen. Toch is er vlak voor de tweede tussensprint een technische afdaling met enkele haarspeldbochten die de renners scherp moeten houden. Hier kan een kleine fout grote gevolgen hebben.
Als ze die sectie veilig doorkomen, wacht hen een snelle, rechte lijn richting de iconische finish in Pisa, met het zicht op de scheve toren als achtergrond. Een klassieker in wording, waarin elke seconde telt.
Etappe 11
Viareggio - Castelnuovo Ne Monti, 185 kilometer
Etappe 11 wordt een ware uitdaging voor de klassementsrenners, maar het hangt af van hun mentaliteit. Direct na de tijdrit kunnen hier risico’s worden genomen. Met 3800 hoogtemeters belooft het een pittige heuvelachtige dag te worden die, onder de juiste omstandigheden, kan uitgroeien tot een cruciale slag om het klassement.
Het parcours begint met een brute beklimming van de San Pellegrino in Alpe: 14 kilometer lang aan een gemiddeld stijgingspercentage van 8%. Een van de zwaarste klimmen van deze Giro. Als het peloton hier besluit het tempo te drukken, kunnen we een dag voor de kopgroep krijgen. Maar als de klassementsrenners besluiten hun kaarten op tafel te leggen, kan het een echte slijtageslag worden richting de heuvelachtige finale naar Castelnuovo Ne Monti.
Daar wachten nog enkele lastige beklimmingen: 11 kilometer aan 4,9% met nog 39 kilometer te gaan, gevolgd door 1,4 kilometer aan 5% (30 km te gaan) en 3 kilometer aan 5% (24 km te gaan). Deze secties kunnen de aanvalslustigen prikkelen, zeker als de strijd om de etappezege in volle gang is.
De slotklim is met zijn 5,8 kilometer aan 5,8% niet overdreven zwaar, maar na zo’n slopende etappe zal het allesbehalve eenvoudig zijn. De klim eindigt op een paar kilometer van de finish. Daarna volgt een technische afdaling, maar let op: de laatste meters gaan licht omhoog. Een sprint bergop behoort dus zeker tot de mogelijkheden.
Etappe 12
Modena - Viadana, 172 kilometer
De sprinters kunnen opnieuw hun slag slaan in de twaalfde etappe van de Giro. Tussen Modena en Viadana zijn er nauwelijks obstakels te vinden, waardoor deze dag een cruciale rol kan spelen in de strijd om de paarse trui.
Hoewel er enkele beklimmingen op het programma staan, is dit zeker niet de vlakke, zorgeloze dag waar de snelle mannen op gehoopt hadden. De hellingen bevinden zich echter ver van de finish en zijn niet zwaar genoeg om serieuze schade aan te richten. Het laatste uur van de etappe belooft snel en overzichtelijk te zijn richting Viadana, al hebben de organisatoren een venijnige bocht opgenomen op slechts 350 meter van de streep – een wending die wel eens bepalend kan zijn voor de eindsprint.
Etappe 13
Rovigo - Vicenza (Monte Berico), 180 kilometer
In etappe 13 keert het peloton terug naar de iconische Monte Berico, een dag die voelt als een klassieker waarin de klassementsrenners scherp moeten zijn. Geen lange beklimmingen vandaag, maar de korte en steile slotklim dreigt voor breuken te zorgen in het klassement.
Het parcours is overwegend vlak, maar de beklimmingen die er zijn, zijn venijnig. Een dag voor de puncheurs en aanvallers, maar de laatste klim is steil genoeg om ongetwijfeld actie van de klassementsmannen uit te lokken. Voordat de renners Vicenza bereiken, staan er enkele beklimmingen op het programma, maar de wegen daartussen zijn vlak en snel, wat betekent dat de benen richting de finale relatief gespaard kunnen blijven.
De Monte Berico wordt voor het eerst beklommen met nog 21 kilometer te gaan. Vervolgens wacht de Arcugnano-klim van 1,8 kilometer aan 6,6% met nog 11 kilometer tot de meet. En dan volgt de aanloop naar de slotklim naar de prachtige Monte Berico, die zich statig boven de stad uitstrekt. De slotklim is 800 meter aan 8% — een anaerobe krachtinspanning die de renners flink zal testen. Het wordt een explosieve finale die garant staat voor spektakel.
Etappe 14
Treviso - Nova Gorica, 186 kilometer
De Giro verlaat opnieuw het Italiaanse grondgebied, ditmaal voor een etappe die verrassend genoeg op maat lijkt voor de sprinters. Geen zware beklimmingen op het programma bij de start in Treviso, terwijl het peloton licht omhoog loopt richting de Sloveense grens. De verwachting is dat de snelle mannen zich kunnen voorbereiden op een massasprint in Nova Gorica.
Het parcours voert oostwaarts over voornamelijk vlakke wegen, maar in de laatste kilometers zijn er een paar venijnige hellingen die de dynamiek kunnen veranderen. In beide omlopen van het slotcircuit wacht een klim van 700 meter aan 7%, telkens eindigend op acht kilometer van de finish. Positionering wordt cruciaal, de spanning zal te snijden zijn en aanvallen liggen op de loer om de verwachte sprintorde te verstoren.
Zelfs als het uitdraait op een massasprint, kan het een chaotisch einde worden door de technische aard van het circuit. De laatste kilometers zijn bochtig en het zal voor de sprinttreinen geen eenvoudige opgave zijn om orde te scheppen. Naast het station in Nova Gorica kunnen we dan ook verschillende scenario’s zien ontvouwen.
Etappe 15
Fiume Veneto - Asiago, 214 kilometer
Giro-fans zullen zich deze finale goed herinneren, aangezien het de locatie was van de spectaculaire eindfase van de laatste bergrit van de Giro d'Italia in 2017. De organisatie hoopt op een soortgelijke, spannende ontknoping op de laatste dag van de tweede week, met de indrukwekkende Monte Grappa en de klim naar Dori, gevolgd door een roerige finale in Asiago.
Met maar liefst 219 kilometer op het programma, zal uithoudingsvermogen een cruciale rol spelen, iets waar de organisatoren van de Tour de France wellicht minder rekening mee houden. De Giro biedt echter vaker dit soort uitdagende etappes, wat de bergdagen onvoorspelbaarder en spannender maakt. Vroeg op de dag krijgen de renners de legendarische Muro di Ca' del Poggio voor de kiezen, een steile muur die echter niet als platform voor aanvallen zal dienen, aangezien hij vroeg in de rit ligt.
Later in de etappe wachten er langere beklimmingen. De Monte Grappa, een klim van 25 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,7%, is verre van de steilste, maar met een klimduur van ongeveer een uur is het een serieuze uitdaging. De stijgingspercentages zijn hard genoeg om serieuze aanvallen uit te lokken, al is het onwaarschijnlijk dat er veel actie zal komen, aangezien de klim eindigt met nog 91 kilometer te gaan.
De afdaling van de Monte Grappa is lang, steil en technisch, gevolgd door een aantal glooiende wegen richting de slotklim naar Dori. Deze klim is 16,6 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,3%, een meer constante uitdaging waar het stijgingspercentage nooit boven de 10% komt. Het is niet de meest zware klim, maar in deze omstandigheden kan het genoeg zijn om het verschil te maken.
Het tactische aspect maakt deze finale des te boeiender. Na zoveel klimmen eindigt het met een steile afdaling, waarna een korte, scherpe klim van 8% volgt over 1,5 kilometer, die eindigt met nog 20 kilometer te gaan. Er volgt geen grote afdaling, maar de glooiende wegen leiden naar Asiago, waar de klassementsrenners elkaar in een spannend gevecht zullen ontmoeten op terrein dat hen niet noodzakelijkerwijs ligt. Dit is het moment waarop er veel strategische bewegingen kunnen plaatsvinden en de koers in onverwachte richtingen kan draaien.
Etappe 16
Piazzola sul Brenta - Brentonico (San Valentino), 199 kilometer
Etappe 16, de eerste rit van de slotweek, belooft zwaar te worden. Vijf gecategoriseerde beklimmingen staan op het programma, maar de ware ontknoping zal plaatsvinden tijdens de laatste klim naar San Valentino, een 17 kilometer lange klim met een gemiddelde van 6,5%. Dit is een dag die volledig in het teken staat van de klimmers, waar het verschil gemaakt zal worden.
De eerste kilometers van de etappe, die meer dan 200 kilometer lang is, zijn relatief vlak, maar de laatste twee derde van de rit zullen zwaar zijn. Na de rustdag kunnen sommige renners moeite krijgen om het tempo bij te houden. Een slechte dag in deze etappe kan fataal zijn voor de klassementsambities van iedere renner – zonder uitzondering. In totaal moeten de renners meer dan 4700 hoogtemeters overwinnen.
De eerste pittige beklimming is 12,9 kilometer aan 4,9% (met nog 130 kilometer te gaan), gevolgd door een klim van 10,1 kilometer aan 7,5% (met nog 88 kilometer). Daarna wachten twee zware beklimmingen die serieuze verschillen in het klassement kunnen veroorzaken, afhankelijk van waar de koers echt gaat ontploffen. De eerste is de klim naar Santa Barbara, 12,7 kilometer aan 8,3%, een lange, constante klim die nog 34 kilometer van de finish ligt. De afdaling is steil en technisch, wat ook voor verschuivingen in het klassement kan zorgen.
Er is nauwelijks ruimte tussen de twee beklimmingen, waardoor de afdaling van Santa Barbara direct overgaat in de slotklim naar Brentonico. Deze klim, met een gemiddeld stijgingspercentage van 6% over 18 kilometer, zal zwaar genoeg zijn om serieuze verschillen te maken. De klim bevat twee afdalingen, maar de laatste kilometers zijn met gemiddeld 9% steiler dan het begin. Dit zal ongetwijfeld het ideale moment zijn voor de klimmers om aanvallen te lanceren die de koers kunnen beslissen.
Etappe 17
San Michele all'Adige - Bormio, 154 kilometer
Er gingen veel geruchten rond over deze etappe, maar een beklimming van de Passo dello Stelvio staat er niet op het programma. In plaats daarvan is Bormio de gaststad voor de finale van een interessante rit die niet zo gevaarlijk is voor het klassement als we normaal gesproken van deze stad zouden verwachten. De afstanden zijn korter, wat de etappe tot een meer explosieve en tactische dag voor klassementsrenners maakt.
We krijgen beklimmingen van de Passo del Tonale (14,8 km aan 6,2%) en de Passo del Mortirolo (maar niet via de zwaarste kant, want 12,8 km aan 7,6%), die respectievelijk met 86 en 48 kilometer te gaan komen. Ze zijn pittig, maar niet zo zwaar als de vorige dagen, genoeg echter om de strijd om het klassement weer volledig open te trekken. Maar na de top is er nog meer dan een uur koers... Wat volgt er daarna?
Allereerst een grote valkuil: de afdaling van de Mortirolo. Deze is extreem steil en technisch, wat op zichzelf al voor serieuze verschillen kan zorgen. Renners uit de kopgroep kunnen hier het verschil maken, afhankelijk van wat er in het peloton gebeurt, en kunnen zowel bergop als bergaf aanvallen forceren.
De renners krijgen in de volgende kilometers nog 700 meter te klimmen. Maar zelfs als er tot dan toe niets gebeurt, kan de laatste beklimming van de dag naar Le Motte het perfecte moment zijn voor grote aanvallen. Deze klim is 3 kilometer lang aan 8%, en aan het einde van zo'n etappe, met de derde week van de koers in zicht, is dit het ideale moment voor kanshebbers op de overwinning om een beslissende aanval te plaatsen.
De klim eindigt met nog iets minder dan 10 kilometer te gaan. De helft van het laatste stuk is vlak, waar nog wat actie mogelijk is, terwijl de andere helft licht bergafwaarts gaat, wat nog voor interessante ontwikkelingen kan zorgen.
Etappe 18
Morbegno - Cesano Maderno, 144 kilometer
Etappe 18 biedt de voorlaatste kans voor de sprinters, maar zo laat in de wedstrijd zullen veel renners proberen aan te vallen in de eerste helft van de dag, in de hoop een sterke ontsnapping te creëren. In Cesano Maderno mogen we ons verwachten aan een spannende etappe met veel actie.
Er staan vier beklimmingen op het programma, waarvan de eerste de zwaarste is. Deze is 7,6 kilometer lang met een gemiddelde stijging van 5,8%. Als de groep alleen hier naar boven gaat, kan het een sterke kopgroep worden. Door de relatief korte afstanden op de dag zal het voor het peloton lastig zijn om het tempo vol te houden en de aanvallers terug te brengen.
De slotklim eindigt met nog 56 kilometer te gaan, waarna er nog een uur koers resteert richting Cesano Maderno. Het merengebied wordt verlaten en de renners rijden richting de buitenwijken van Milaan. De finale is niet bijzonder technisch en het parcours is volledig vlak.
Etappe 19
Biella - Champoluc, 156 kilometer
Etappe 19 voert de renners door het Valle d'Aosta, een regio die bekendstaat om zijn technische beklimmingen en steile afdalingen. Het wordt een zware dag met klimmen vanaf het begin, gevolgd door drie lange en zware beklimmingen: de Col Tzecore, de Col de Saint Pantaleon en tot slot de Col de Joux. Elke beklimming is ongeveer 16 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van rond de 7%. Het is een dag die draait om uithoudingsvermogen, waar in de laatste week enorme tijdsverschillen kunnen ontstaan.
De dag begint met een 11 kilometer lange klim van 4,65%, die al na drie kilometer koers start. Dit is een cruciaal moment waarop de klassementsploegen renners naar voren willen sturen voordat het loodzware terrein begint. De Tzecore klim eindigt met nog 99 kilometer te gaan, de Saint Pantaleon met 56 kilometer te gaan (waarvan de eerste afdaling extreem technisch is, en de tweede een snelle afdaling is).
De Col de Joux, de laatste van de zware beklimmingen, zal waarschijnlijk het decor worden voor de belangrijkste aanvallen. Deze klim van 15,1 kilometer aan 6,9% zal de koers sterk doen splijten, en eindigt met nog 20 kilometer te gaan.
Voordat de renners echter de finish in Champoluc bereiken, staat er nog een korte klim naar Antagnod op het programma. Deze klim heeft een ander karakter dan de voorgaande beklimmingen, maar kan het spektakel verlengen en wellicht voor extra verschillen zorgen op een moment in de etappe waarop de meeste renners al op hun tandvlees zitten. De klim is 9,5 kilometer lang aan 4,6%, maar de tweede helft heeft stukken met hellingen tot 11%. De klim eindigt met nog 4,6 kilometer te gaan, waarna het naar de finish bergafwaarts gaat.
Etappe 20
Verres - Sestriere, 203 kilometer
De koninginnenrit? Velen zullen het erover eens zijn: dit is dé dag van de Giro. De start is relatief rustig, maar de organisatoren hebben het beste voor het laatst bewaard. In 2018 zagen we op deze beklimmingen hoe de koers volledig op zijn kop werd gezet, toen Simon Yates plotseling de benen verloor en Chris Froome met een indrukwekkende solo-aanval naar de leiding stormde. Hoewel de etappe op het eerste gezicht vlak lijkt, staat er maar liefst 4400 meter aan klimwerk op het programma, en het belooft een verwoestende finale te worden.
De eerste grote test is de beklimming van de Colle del Lys, 90 kilometer voor de finish. Hier kunnen de teams beginnen met hun aanvallen, de benen van de rivalen uit te putten en de koers te versnellen. Gezien de geschiedenis van de Giro, waarbij de roze trui in 2018 al vroeg afbrokkelde, weten we dat alles mogelijk is.
Daarna volgt de vreselijk zware Colle delle Finestre, een klim van een uur lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 9% over 18 kilometer, waarvan 7 kilometer over gravelwegen. Dit is de etappe die het peloton zal uitdunnen, zeker zo laat in de koers. Er is geen schuilplaats hier: wie niet op het allerhoogste niveau presteert, kan minuten verliezen. En alsof dat nog niet genoeg is, eindigt deze klim met nog 28 kilometer te gaan.
De slotklim naar Sestriere is 16 kilometer lang. De eerste helft is relatief rustig, met vals plat, maar de laatste 10 kilometer klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage van 5%. Gelegen op grote hoogte, na de brute Finestre en in de slotetappe van de Giro, zou deze klim wel eens een van de zwaarste van de race kunnen zijn. De verschillen in het algemeen klassement zullen hier uiteindelijk worden gemaakt.
Etappe 21
Roma - Roma, 141 kilometer
De Giro eindigt met een vlakke etappe van 143 kilometer naar Rome, de laatste kans voor de sprinters om hun glorie te behalen. Het wordt een feestelijke dag, want de renners bereiken eindelijk de finish na een zware drie weken. Ze kunnen genieten van een korte, vlakke rit rond de hoofdstad, met een laatste circuit dat perfect is voor de sprinters.
Het circuit is snel en af en toe wat technisch, maar we kunnen zonder twijfel een massasprint verwachten vlakbij het iconische Circo Massimo.