Toen Laurens ten Dam in 2004 prof werd, verkeerde de wielerwereld in een turbulente periode. De sport was nog aan het bijkomen van jarenlange dopingschandalen, en bij zijn komst naar Rabobank in 2008 lagen de herinneringen aan het beruchte Michael Rasmussen-incident in de Tour de France nog vers in het geheugen. Het was een tijd waarin verdenkingen hardnekkig bleven en de integriteit van de sport stap voor stap moest worden hersteld.
In een recente aflevering van de podcast Clubhuis Team Lucas sprak Ten Dam openhartig over zijn ervaringen als jonge renner in deze periode. Opvallend genoeg koestert hij geen wrok jegens de renners die destijds de regels overtraden. "Ik ben daar nooit gefrustreerd over geweest," verklaarde hij, verwijzend naar de renners die tijdens zijn beginjaren in het peloton doping gebruikten.
De loopbaan van Ten Dam werd niet alleen bepaald door zijn eigen talent en doorzettingsvermogen, maar ook door de mensen om hem heen. Als jonge renner bij BankGiroLoterij had hij nog geen imposante erelijst—“Ik had als junior twee wedstrijden gewonnen, ik was geen Thomas Dekker”—maar hij vond inspiratie bij renners als Matthé Pronk.
"Hij was uitgesproken anti-doping. Hij wilde zijn kinderen later kunnen vertellen dat zijn gezondheid nooit had geleden onder verkeerde keuzes."
Deze principes zouden Ten Dam helpen om een carrière op te bouwen zonder doping, ondanks de verleidingen en keuzes van anderen in het peloton.
Zijn pad voerde hem langs verschillende teams en begeleiders, waaronder Rudi Kemna en later Unibet, waar hij werkte met Andre Mihailov. Mihailov, een arts met een beladen verleden in de sport, had in de jaren ’90 bij TVM gewerkt. Toch waarschuwde hij Ten Dam nadrukkelijk tegen dopinggebruik.
"Hij zei: 'Je hebt een gave van God. Jij mag je nooit doperen.' Hij gaf zelfs toe dat hij in het verleden EPO had gebruikt, maar vertelde me dat het hem alleen maar meer stress en problemen opleverde."
Gestaag werkte Ten Dam zich omhoog in de wielerwereld. Zijn startsalaris als neo-prof bedroeg €22.000 en verdubbelde telkens bij zijn overstap naar Unibet en later Rabobank. Zijn komst bij Rabobank betekende niet alleen een grotere kans op sportief succes, maar viel ook samen met een cultuurverandering binnen het team.
"Toen werd het zero-tolerancebeleid van kracht. Dus ik heb het vrij goed doorstaan," blikt hij terug.
Toch beseft hij hoe gemakkelijk het anders had kunnen lopen. Hij zag hoe generatiegenoten verschillende keuzes maakten. "Theo stopte na drie jaar, Thomas ging met Boogerd naar Wenen. En ik had het geluk dat ik werd omringd door mensen die me juist adviseerden. Wat dat betreft heb ik ook een beetje geluk gehad."
Misschien wel de grootste steun kreeg Ten Dam echter van buiten de sport. Zijn vrouw, Thessa, hielp hem om gefocust te blijven en nooit de verkeerde afslag te nemen.
"Ze zei: 'Als ik iets merk, maak ik er een eind aan.' Ze was lerares op een middelbare school. Ze vertelde me: 'Als jij een geweldige koers rijdt, maar ik weet dat de koelkast vol EPO ligt, hoe kan ik dan nog met mijn leerlingen praten?' Dat zette me aan het denken."
Dankzij zijn principes, zijn omgeving en zijn eigen keuzes wist Laurens ten Dam een wielercarrière uit te bouwen zonder de schaduwen van doping. Een prestatie op zich in een tijd waarin de sport haar geloofwaardigheid nog moest herwinnen.