Rik van Looy, de klassiekerlegende uit de jaren 60, is nogsteeds actief betrokken bij de sport waarin hij schitterde, en houdt nog steeds een oogje in het zeil rondom bepaalde ontwikkelingen, en hij gelooft dat
Wout van Aert in de verkeerde ploeg zit om te slagen in dit terrein.
"Over het feit dat Wout van Aert bijvoorbeeld bij de verkeerde ploeg zit. En dat hij van ploeg moet veranderen. Dat had ik vijf jaar geleden al gezegd in een interview met Gazet van Antwerpen. Maar toen lachten ze erom", vertelt Rik van Looy aan Het Laatste Nieuws. "Maar Tom (Boonen) begon er ook over. 'Als hij bijvoorbeeld voor Soudal Quick-Step had gereden, had hij minstens vijf grote klassiekers gewonnen.' Dat geloof ik ook. Jumbo-Visma is toch een op etappekoersen gerichte ploeg? Hij rijdt nu de Giro in 2024. Maar dat is nog ver weg. Ik zou dat niet doen. De Giro is veel moeilijker dan de Tour, altijd al geweest. Kijk maar naar het etappeschema."
Hoewel van Aert misschien niet mikt op het klassement en in plaats daarvan op etappezeges, heeft zijn verandering van schema en koers weg van de Tour tot veel discussie geleid. Van Looy is van mening dat er geen grote logica in zit, maar stelt dat van Aert in voorgaande jaren niet de gewenste grote overwinningen in de klassiekers heeft behaald vanwege de ploeg waarvoor hij heeft getekend. Met betrekking tot
Remco Evenepoel spreekt hij ook zijn twijfel uit over de potentie om te slagen in de
Tour de France.
"Ik ben absoluut niet anti-Remco en hoop oprecht dat hij ooit zal slagen, maar ik heb mijn twijfels. Oké, hij won de Vuelta a España vorig jaar. Maar zijn belangrijkste concurrent, Primoz Roglic, viel voortijdig uit. Hij betaalde de prijs in de Vuelta van dit jaar. Ik ben een beetje bang dat de Franse beklimmingen te zwaar voor hem zullen zijn," stelt hij. "Nogmaals: dat heeft niets te maken met zijn kwaliteiten, want die zijn onmiskenbaar. Maar ik heb het zelf ervaren. Ik kon ook best goed klimmen, eindigde op een gegeven moment zelfs drie dagen achter elkaar in de top vier in bergetappes in grote rondes. Ik voelde me prima en kon soepel volgen. 'Oh, dat komt wel goed' dacht ik. Tot die echte, pure klimmers gas gingen geven. Toen begreep ik meteen hoe laat het was."