Met de groeiende kracht van prestaties in het professionele wielrennen zijn de vermoedens van doping, zowel biologisch als mechanisch, toegenomen.
Tadej Pogacar is echter van mening dat mechanische doping geen zorg meer is binnen het peloton.
"Sinds elektrische fietsen in de mode zijn, hebben we gezien dat het niet zo eenvoudig is om een motor in een fiets te stoppen. Ik denk dat het te zien is en dat het niet mogelijk is om het te verbergen," vertelde Pogacar aan SpazioCiclismo tijdens de persconferentie die maandagmiddag in Spanje werd gehouden. In het kamp van
UAE Team Emirates werden interviews gehouden met veel renners en managers, maar de Sloveen kreeg de meeste aandacht. Hij werd 45 minuten lang ondervraagd over allerlei onderwerpen, waaronder dus over mechanische doping dat al enkele jaren een punt van zorg is in het peloton.
Dit leidde ertoe dat het gebruikelijk werd in grote wedstrijden om röntgenapparatuur te hebben voor het testen van fietsen, naast thermische metingen om mogelijke motoren te detecteren die zich in het fietsframe of de wielen zouden kunnen bevinden. Dit gebeurde nadat in 2016 bekend werd dat Femke Van den Driessche, een cyclocross renster onder de 23 jaar, er gebruik van maakte. De intensiteit van het testen is sindsdien echter afgenomen, omdat er op geen enkel punt in het peloton bewijs werd gevonden gedurende meerdere jaren.
"Er waren geruchten vijf, tien jaar geleden, maar ik kan me niet eens herinneren wanneer ik er voor het laatst over gehoord heb. Ik denk dat we nu gerust kunnen zijn," meent de Sloveen.