Na succes te hebben behaald in verschillende disciplines tijdens zijn korte professionele wielercarrière tot nu toe, hoopt
INEOS Grenadiers dat de volgende stap voor
Tom Pidcock het uitdagen voor Grand Tour-overwinningen zal zijn.
In zijn eerste poging om te strijden voor het algemeen klassement in een Grand Tour tijdens de
Tour de France van vorig jaar, eindigde Pidcock als 13e, wat aanzienlijk lager was dan de eindwinnaar Jonas Vingegaard.
"Tom heeft een goed gevoel en maakt mooie progressie", vertelt zijn coach, Kurt Bogaerts aan In de Leiderstrui. Hij wil in de Tour ook progressie maken, al zal dat niet een snelle ontplooiing zijn. Dat gaat gestaag en ik zie dat goedkomen als we rustig blijven en geen stappen overslaan."
Nadat hij heeft laten zien over goede klimcapaciteiten te beschikken door een etappe te winnen in de Tour de France van 2022 op de top van Alpe d'Huez, staat Pidcock nu voor de uitdaging om dit gedurende drie weken te laten zien.
"We moeten geen onrealistisch verwachtingspatroon creëren. Ik zet er geen cijfer op, maar hij maakt bijvoorbeeld vorderingen in het mentale, op momenten dat het fysiek wat minder is", zegt Bogaerts. "De mindere dagen werden minder erg in 2023. Tom moet leren vertrouwen dat het normaal is om minder te worden, als je dag na dag diep gaat. Iedereen voelt zich dan minder, maar je wil op mindere dagen ook wedstrijden winnen. Daar gaat hij goed mee om en hij is daarin al heel volwassen. Hij spreekt zijn ambities uit, maar heeft wel het geduld."
De grootste uitdaging voor Pidcock in een klassement in een Grote Ronde zijn zijn relatief zwakke tijdritcapaciteiten, maar hij werkt er hard aan om die te verbeteren.
"Hij is een beetje verbeterd, al kan hij nog veel progressie maken. Hij moet het vertrouwen in de fiets en in de positie vinden, en zichzelf laten sturen. Die ultieme positie zo goed mogelijk aanhouden, dat is voor hem een heel grote uitdaging. Eens hij dat goed voor elkaar krijgt, gaat hij mooie tijdritten rijden", analyseert Bogaerts.
"Tom is een renner die op de weg, op de mtb en in de cross constant ziet en zijn lijnen kiest. In het tijdrijden is dat anders, dan moet je je laten sturen vanuit de auto en daar moet je op leren vertrouwen", besluit hij. "Dat is het grote werkpunt, en daar kun je geen tijd op vastplakken. Het positieve is dat hij het vermogen van de wegfiets langzaam begint over te brengen op de tijdritfiets, maar dat leidt nog niet tot heel goede tijden."