“Er zijn dingen die ik weet, maar die ik niet kan onthullen…” – Decathlon zou een beslissing hebben genomen over het Tour de France-debuut van Paul Seixas, aldus Luke Rowe

De toekomst van Paul Seixas is een van de meest intrigerende verhaallijnen in het profpeloton. De Fransman leverde dit seizoen als 18- en 19-jarige fabelachtige resultaten. Zijn potentieel is immens; hij geldt als Frankrijks beste hoop om de Tour de France in de komende jaren te winnen en zijn plafond ligt al extreem hoog. Maar start hij al in 2026 in de Tour? De beslissing lijkt mogelijk al genomen.

“Het ligt nog open. We hebben zeer binnenkort een trainingskamp met de staf en dit is een van de vragen waar we over moeten nadenken en een antwoord op proberen te vinden,” vertelde ploegleider Rowe, voorheen van INEOS Grenadiers, aan Eurosport France. “Er zijn dingen die ik weet, maar die ik niet kan onthullen. Ik denk dat de ploeg Seixas’ programma publiceert zodra het klaar is.”

“Er zijn niet veel renners die Frankrijk vertegenwoordigen en volgens waarnemers de Tour de France kunnen winnen. Mensen gaan hem dus logischerwijs onder druk zetten, maar ik ben er zeker van dat hij daarmee om kan gaan.”

Betekent dit dat Seixas al volgend seizoen de Tour rijdt? In traditionele zin zou dat verrassend zijn. Breed wordt bepleit dat hij op zo’n jonge leeftijd niet per se aan de Grand Boucle hoeft te beginnen en dat een natuurlijke stap eerder de Vuelta a España is, of zelfs de Giro d’Italia.

“Weet je, het is niet meer dezelfde sport als tien jaar geleden. Vroeger nam je de tijd, deed je twee of drie jaren, reed je de Giro, de Vuelta, en dan maakte je de stap naar de grote koers, de Tour de France. Nu is het meedogenlozer,” stelde de Welshman. “Het is alsof je in het diepe wordt gegooid en te horen krijgt: ‘zwemmen of zinken’.”

Dat argument kan pleiten voor een Tourdebuut van Seixas volgend jaar. Het speelt ook mee dat er volgens de geluiden al een keuze is gemaakt, terwijl tot dusver enkel de Tour als mogelijke route is genoemd.

Mocht het zover komen, dan hoeft dat voor de Fransman geen nadeel te zijn. Hij doet vroeg ervaring op met zijn uiteindelijke doel, terwijl de ploeg dit mogelijk ook wil, gezien zijn contract tot en met 2027. Als hij de Tour dit jaar niet rijdt, zou zijn debuut in zijn vertreksjaar kunnen vallen.

Hij leverde al voldoende bewijs dat hij mee kan met de top: winst in de Tour de l’Avenir dit najaar, achtste in het Critérium du Dauphiné, zevende in Il Lombardia en derde, achter Tadej Pogacar en Remco Evenepoel, op het EK.