Voormalig profwielrenner Frans Melckenbeeck is op 28 oktober 2025 overleden, enkele weken voor zijn 85ste verjaardag. De geboren Ledenaar (15 november 1940) behoorde in de jaren zestig tot de meest gerespecteerde Belgische renners van zijn generatie – een coureur met klasse, intelligentie en een vlijmscherpe sprint.
Zijn grootste triomf kwam in 1963, toen hij Luik–Bastenaken–Luik won door in een sprint zijn landgenoot Pino Cerami en de Italiaan Vittorio Adorni te kloppen. Datzelfde jaar boekte hij ook een ritzege in de Tour de France (de vierde etappe), in de kleuren van Mercier–BP–Hutchinson, de ploeg van Raymond Poulidor.
Een jaar later bevestigde hij zijn status met winst in de Omloop Het Volk (nu Omloop Het Nieuwsblad) en een etappe in Parijs–Nice. In 1964 en 1965 volgden vier ritzeges in de Vuelta a España, waarmee hij zich profileerde als een van de meest veelzijdige Vlaamse renners van zijn tijd. In totaal verzamelde Melckenbeeck 240 zeges, waarvan 64 als prof – een indrukwekkend palmares dat zijn regelmaat en koersinzicht onderstreept.
Van olympiër tot ereridder van Lede
Voor zijn profcarrière vertegenwoordigde Melckenbeeck België op de Olympische Spelen van Rome 1960, waar hij deelnam aan de ploegenachtervolging. Een jaar later schitterde hij in het amateurpeloton met maar liefst 36 overwinningen in één seizoen – cijfers die zijn overstap naar de profs in 1962 onvermijdelijk maakten.
Hij bleef tien seizoenen actief op het hoogste niveau en hing in 1972 zijn fiets aan de haak. Nadien bleef hij een graag geziene figuur in het Vlaamse wielermilieu. In 2018 werd hij benoemd tot ereburger van Lede, waar jaarlijks de Grote Prijs Frans Melckenbeeck wordt verreden. Begin november verschijnt postuum de biografie “Frans Melckenbeeck, Flandrien uit de Stillekesjaren”, waarin zijn leven en loopbaan uitgebreid worden belicht.
Melckenbeeck laat een reputatie na van een stille werker en fijnbesnaarde renner, een man die zijn successen met bescheidenheid droeg maar onvergetelijke sporen naliet in de Belgische wielergeschiedenis.