Na een carrière van zeventien seizoenen, 165 profzeges en een gedeeld record van 35 Touretappes, koos 
Mark Cavendish eindelijk voor rust. De “Manx Missile”, intussen 40, keerde na zijn pensioen terug naar waar alles begon: het eiland Man, zijn geboortegrond en, naar eigen zeggen, “de mooiste plek ter wereld om te fietsen”.
Tijdens de presentatie van zijn nieuwe boek Believe sprak Cavendish met de BBC over zijn terugkeer naar huis – en over wat het betekent om weer te rijden waar hij als kind droomde van de grote koersen. “Het is mijn favoriete plek om te fietsen, en voor mij ook de beste plek om te trainen,” zei hij. “Het weer is vaak slecht, maar dat maakt je sterker.”
Ridder, recordhouder, eilandbewoner
Cavendish werd in 2024 geridderd in de King’s Birthday Honours en ontving later de BBC Lifetime Achievement Award. Toch zei hij dat geen enkele onderscheiding opweegt tegen het eenvoudige geluk van thuis zijn. “Het was heerlijk om weer belastingen te betalen,” grapte hij. “Mijn hart is altijd hier geweest. ’s Ochtends wakker worden met uitzicht op zee, dat blijft bijzonder. Dat is waar ik vandaan kom.”
De trots van het eiland Man werd vorig jaar tastbaar toen het wielerparcours van het National Sports Centre, waar Cavendish als jongen zijn eerste rondjes reed, officieel naar hem werd genoemd. “Iedereen zegt: ‘mooie race vorige week’, maar hier ben ik gewoon Mark,” zei hij. “Dat voelt goed – gewoon Mark zijn.”
Een rustig leven na de storm
Na jaren van reizen, sprints, valpartijen en podiums vond Cavendish op Man eindelijk stilte. “Ik voel me hier ontspannen. Het leven gaat wat trager, mensen zijn vriendelijk en het is veilig. Een kleine gemeenschap, maar met een groot hart.”
Het contrast met het hectische profbestaan is groot, maar voor Cavendish voelt het natuurlijk. De rust geeft hem niet alleen ruimte om na te denken, maar ook om iets terug te doen voor de sport die hem alles bracht.
Hoop op nieuwe talenten van Man
Cavendish blijft nauw betrokken bij de wielerjeugd op het eiland, waar hij ooit zelf zijn eerste rondes reed. “Zolang ik me kan herinneren waren er tweehonderd kinderen op dinsdagavondtraining – en dat zijn er nog steeds,” vertelde hij.
Hij gelooft dat het eiland alles in huis heeft om nieuwe toppers voort te brengen: korte wegen, ruige klimmetjes, wind van alle kanten – en een cultuur van doorzetten. “We hebben de beste omstandigheden om te leren fietsen. Er is geen excuus om het niet te doen,” zei hij. “Ik was nooit de meest getalenteerde renner, maar ik werkte keihard en ik geloofde erin. Als je dat doet, kun je alles bereiken.”