Het einde van een driejarige UCI-rankingcyclus brengt traditioneel verschuivingen in de structuur van het topwielrennen met zich mee. Een van de opvallendste ontwikkelingen is de fusie van twee klassieke Belgische ploegen: Lotto en Intermarché-Wanty. Het samengestelde team zal voortaan opereren als één WorldTour-formatie, met daarnaast een onder-23 dochterploeg.
Hoewel geruchten over fusies de laatste jaren vaker de ronde doen – denk aan Quick-Step en Bora in 2024 – is het iets heel anders om zo’n deal daadwerkelijk te realiseren. In dit geval wisten beide Belgische teams een gemeenschappelijke basis te vinden, waarmee ze hun toekomst veiligstellen.
Bjarne Riis, winnaar van de Tour de France 1996 en voormalig eigenaar van het WorldTour-team CSC/Saxo Bank/SunGard, benadrukt de steeds zwaardere financiële eisen in het moderne wielrennen. “Toen wij ons team draaiende hielden, hadden we 85 medewerkers. Nu hebben de meeste grote teams 120 mensen in dienst. Er is gewoon meer nodig om een team te runnen. Voor velen zou fuseren dan ook logisch zijn,” zegt Riis in een interview met Feltet.
Franse teams verdwijnen van de kaart
Naast de Belgische fusie verdwijnt ook Arkéa-B&B Hotels van de wielerkaart. Dit is de tweede grote klap voor het Franse wielrennen in korte tijd; ProTeam B&B Hotels-KTM hield al eind 2022 op te bestaan, waarna de titelsponsor mee verhuisde naar Arkéa. Of Arkéa in de toekomst samen met een ander Frans ProTeam zoals Cofidis of TotalEnergies een nieuwe ploeg kan opbouwen die terugkeert in de WorldTour, is nog onzeker.
Riis heeft zijn twijfels over waarom fusies zo zeldzaam zijn: “Het is moeilijk om de controle los te laten, ook al is het logisch voor de organisatie. Het gaat om macht opgeven, net als in grote bedrijven die gestroomlijnd moeten worden. Fietsteams klampen zich vaak vast aan het idee dat ze nog steeds aan de top kunnen concurreren.”
Op de vraag of kleinere teams fusies vermijden uit trots in plaats van uit strategisch inzicht, antwoordt Riis helder: “Oh ja. Dit gaat allemaal heel erg over trots.”