Wielrennen is een sport die voortdurend verandert en helaas is iedereen het er de laatste jaren over eens dat de sport gevaarlijker wordt. De snelheden zijn hoger, er is meer spanning, meer behoefte aan resultaten en UCI-punten... Dit, in combinatie met de behoefte aan structurele hervormingen, leidt ertoe dat er voortdurend nieuwe ideeën worden geopperd. We bespreken enkele van de meest gevraagde veranderingen.
Natuurlijk zullen er verscheidene veranderingen nodig zijn om de sport veiliger te maken en grotendeels hangt het af van het standpunt van de persoon die het voorstelt. Renners, sportdirecteuren en toeschouwers hebben ook elk hun eigen standpunen die van invloed kan zijn op wat er veranderd moet worden. Dit artikel analyseert wat we al hebben.
Noot: Er zijn zeker nog andere veranderingen die de veiligheid in de sport zouden kunnen verbeteren. We horen graag wat jullie ervan vinden in de reacties op ons artikel of in de berichten op sociale media. Wat is volgens jou de belangrijkste verandering en wat hebben we gemist?
Dit is een controversieel argument. Het wielrennen versnelt met renners die fysiek beter presteren door verbeterde trainingsmethodes en voeding, teams die meer aerodynamische fietsen en uitrusting hebben, en vooral omdat teams zich meer en meer bewust zijn van de belissende momenten in races. Dit laatste vereist dan een goede positionering, wat leidt tot extreem hoge snelheden en gevechten om in de beste posities die plekken in de koers aan te doen. Er is maw geen enkel voorteken dat de sport op welke manier dan ook zal vertragen, integendeel, het zal steeds sneller en sneller gaan.
Een belangrijk argument voor veiligheid werd onlangs gelanceerd door Tour de France-directeur Christian Prudhomme. "Het is absoluut noodzakelijk om de snelheid te verminderen door passende maatregelen: de renners gaan te snel!" Er zijn echter geen specifieke details serieus besproken of voorgesteld als het gaat om de sport als geheel. Om advocaat van de duivel te spelen, dit kan inderdaad gunstig zijn in specifieke omstandigheden - zoals het grotere gebruik van politie, beveiliging of commissarissen om vaker locaties met een potentieel risico aan te geven. De 2024 Paris-Roubaix's 'chicane' ingang van de Trouée d'Arenberg is een duidelijk voorbeeld van hoe dit effectief kan verlopen.
Er brak een enorme controverse uit over de toevoeging van een kunstmatige chicane bij de ingang van de Arenberg in Parijs-Roubaix. De renners vatten die strook in het parcours vaak aan met duizelingwekkende snelheden met in het verleden de ermee gepaard gaande crashes. De meeste renners gingen akkoord met de parcours-verandering en op de dag van de wedstrijd veroorzaakte het ook geen problemen of had het geen enkele invloed op de wedstrijd. Toch klonk er ook kritiek, waaronder de uiteindelijke winnaar Mathieu van der Poel die zich afvroeg of het een grap was; terwijl sommige toeschouwers zoals voormalig Vuelta a España winnaar Chris Horner schreef: "Persoonlijk crash ik liever op een paar heilige kasseien dan gewikkeld in brute afrasteringen en/of bestrating een paar meter verwijderd van het beloofde land. Ik denk dat veel renners hun dag zullen eindigen met de gedachte 'nou, ik had bijna de Arenberg gehaald...'
Matteo Jorgenson van Visma stoorde zich enorm aan de kritiek op deze beslissing en schreef "Is dit wat fans willen zien? Rijders die helemaal onder het bloed zitten nadat ze met hun gezicht eerst op scherpe rotsen in een bos zijn gegleden?". Uiteindelijk kan niet bewezen worden dat de chicane de veiligheid heeft verbeterd, maar de meerderheid van de rijders steunde de beslissing en het bleek een goed voorbeeld van een positieve verandering.
Een betere remwerking is een argument voor veiligheid als het gaat om het gebruik van schijfremmen op racefietsen. De afgelopen jaren hebben deze het peloton overgenomen en zijn ze de nieuwe norm geworden als het gaat om remopties. Niet iedereen is het hier echter mee eens, met het argument dat schijfremmen het waarschijnlijker maken dat renners wegdrijven/glijden tijdens ruw remmen, maar ook de zeer zeldzame maar echte gevallen van renners die een hete schijfrem raken midden in een val waardoor ze verbranden of zelfs grote snijwonden oplopen - nogmaals, Visma's Jorgenson zelf was hier een slachtoffer van.
Er is geen unanieme consensus over welke optie veiliger is, maar het moet mogelijk zijn om binnen het peloton een bevraging te doen over wat zijzelf veiliger vinden.
De UCI probeerde al in 1991 het gebruik van helmen in de sport verplicht te stellen, maar de renners staakten dat jaar zelfs in Parijs-Nice en blokkeerden de poging toen. In de daaropvolgende jaren stierven verschillende renners, waaronder Fabio Casartelli in de Tour de France van 1995. Een helm had hun leven kunnen redden. Pas 12 jaar later, in 2003, vond deze regel ingang en op dit moment is niemand nog tegen beschermend hoofdmateriaal.
Zou de wielersport nog meer beschermende kleding kunnen invoeren? Er wordt gedacht aan schouder-, elleboog- en kniebeschermers, maar het is onrealistisch dat renners dit zouden willen dragen. Het meest genoemde is het zgn. airbagsysteem dat men in de shirts van de renners inbouwt, op een vergelijkbare manier als motor- of skispringuitrusting werkt. Het is onwaarschijnlijk dat het er komt, maar onmogelijk lijkt het ook niet.
De Zwitserse rijder Stefan Küng hield onlangs een sterk pleidooi om hier toch eens goed naar te kijken: "Als een airbag echt werkt en verplicht wordt in de race, zou het een oplossing kunnen zijn," stelde hij.
Geen algemeen voorgestelde regel, maar wel een met een zeker nut. Wielrennen is een sport waarbij het cardiovasculaire systeem van renners tot het uiterste wordt belast. De calorie-inname van profrenners is een van de hoogste onder profsporters, omdat het schema van een reguliere prof simpelweg zoveel calorieën verbrandt dat het een must is. Wielrenners hebben daarom meestal een zeer laag lichaamsvetgehalte en dit geldt met name voor klimmers en grote Ronde-deelnemers. Normaal gesproken is het minimale veilige gezonde vetpercentage 8% voor mannen en 12% voor vrouwen - hoewel deze getallen natuurlijk kunnen variëren. Je kan stellen dat veel renners zich in deze situatie bevinden.
Het is een volledig geaccepteerd onderdeel van de sport dat renners proberen zoveel mogelijk gewicht kwijt te raken om hun vermogen/gewichtsverhouding (beter bekend als W/Kg) te verbeteren, een belangrijk aspect van klimprestaties. Veel renners gaan tot het uiterste, terwijl de focus op diëten het hele jaar door steeds meer deel uitmaakt van de sport. Het gebruik van middelen om gewicht te verliezen is ook vaak aangetroffen bij renners, waaronder verboden middelen. Het gebruik van een diureticum door Visma's Michel Hessmann in 2023 is het bewijs dat dit zelfs op het hoogste niveau nog steeds gebeurt, ongeacht of het bewezen is dat het bewust is of niet.
Extreem laag lichaamsvet kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen en deze mensen hebben het meestal erg moeilijk in koude en regenachtige omstandigheden, waardoor ze extra kwetsbaar zijn voor ziekten. Bij vrouwen kan het ook leiden tot meer onregelmatigheden in de menstruatiecyclus.
Van drie teams (UAE Team Emirates, Team Visma | Lease a Bike en Israel - Premier Tech) werd bevestigd dat ze apparaten gebruiken die koolmonoxide rebreathers worden genoemd. Dit gebeurt om renners te testen en het effect van hoogtestages te evalueren. Maar het is nooit zeker dat deze apparaten nooit zijn gebruikt om prestaties te verbeteren. Het is mogelijk om hiermee kleine doses koolmonoxide toe te dienen die mogelijk de VO2 max waarden van renners kunnen verhogen, waardoor hun vermogen om zuurstof om te zetten in energie toeneemt - een belangrijk aspect van profwielrennen, met name voor klimmers.
Op dit moment dringt de UCI er op aan dat het WADA een beslissing neemt over het al dan niet verbieden van deze methode, rekening houdend met de wetenschappelijke consensus. Een netto positief punt, want om voor de hand liggende redenen kan het inademen van koolmonoxide leiden tot gezondheidscomplicaties of zelfs de dood als er misbruik van wordt gemaakt.
Op dit moment krijgen de twee ProTeams die de meeste UCI-punten scoren in een bepaald seizoen automatisch wildcards voor alle grote rondes van het volgende seizoen. Op dit moment zijn dat Lotto Dstny en Israel - Premier Tech die deze 2 gegarandeerde plaatsen hebben van de 4 die kunnen worden uitgedeeld. Hoewel Lotto naar verwachting de Giro niet zal rijden, heeft deze regel nog steeds een enorme invloed op de startlijsten. Vooral de Italiaanse, Franse en Spaanse ProTeams zijn sterk afhankelijk van deze wedstrijden.
Er is een regel die zegt dat alleen de Top 40 ploegen in de UCI ranglijst mee mogen doen aan de grote rondes en dit zal binnenkort veranderd worden naar de Top 30 (oftewel de World Tour ploegen en de 12 daaropvolgende beste). Dit zal leiden tot een nog grotere jacht op meer UCI punten. De realiteit is dat er ploegen zijn die niet de Grand Tours zullen rijden die ze willen rijden, dat is onvermijdelijk zo, maar je zult ook kwaliteitsteams hebben die het niet voor elkaar krijgen om aan nog maar één enkele grote ronde deel te nemen. Misschien kan de Top 30 regel nog steeds worden geïmplementeerd en kan elk van de 12 niet-World Tour teams worden opgesplitst in de drie Grand Tours, vier wedstrijden per team. Elk Top 12 ProTeam zou verzekerd zijn van een Grand Tour, wat de competitieve groei in de tweede divisie grotendeels kan stimuleren.
Omdat UCI-punten zo belangrijk zijn, zetten ploegen hun renners onder druk om zoveel mogelijk punten te scoren. Veel renners, vooral die van lagere niveaus, worden ook onder druk gezet om meer en meer risico's te nemen om deze punten te behalen. De inzet is voor velen ongelooflijk hoog waardoor velen bereid zijn om te vechten voor resultaten die normaal gesproken niet veel zouden betekenen.
Een erg belangrijk punt. Het is nu eenmaal onmogelijk om regels 100% consequent toe te passen, aangezien het gewoonweg niet mogelijk is om exact dezelfde commissarissen in alle wedstrijden van de UCI-kalender te hebben. Er is echter zeer terechte kritiek op de manier waarop de UCI haar eigen regels toepast.
Als kort voorbeeld kunnen we kijken naar de regel die zegt dat sprintfinishes geen bocht mogen hebben in de laatste 200 meter, wat een eerlijke en logische regel is, maar die consequent wordt overtreden door wedstrijdorganisatoren zelf. Dit leidt tot valpartijen en de ernst ervan kan toenemen met sprint-finishes bergaf die ook in het profwielrennen blijven bestaan. Het vermijden hiervan is volledig aannemelijk voor wedstrijdorganisatoren en UCI commissarissen.
Een ander voorbeeld zijn de straffen, die soms verwarrend zijn en niet dezelfde logica volgen, zelfs binnen dezelfde race. Boetes voor wildplassen, achter een voertuig aansluiten, geduwd worden door teamgenoten, enz... Tijdens etappekoersen worden deze boetes dagelijks opgelegd, maar soms is de straf te klein, dan weer te overdreven. De UCI zou in staat moeten zijn om incidenten juist te evalueren en de consequentie van het incident binnen een bepaalde periode te veranderen, rekening houdend met feedback van fans, ploegen en organisatoren - waardoor het een systeem wordt met minder betwiste beslissingen.
Onlangs getest en binnenkort volledig geïmplementeerd in 2025. Riskant of gevaarlijk gedrag in het peloton of in de sprints zal worden bestraft met gele of zelfs rode kaarten, het systeem dat in het voetbal en veel andere sporten wordt gebruikt. Dit zou een goede verandering kunnen zijn, omdat het meer gevolgen zal hebben voor renners die de veiligheid van anderen in gevaar brengen. Het is echter makkelijk te voorspellen dat het systeem inconsequent zal worden gebruikt en dat het snel het slachtoffer zal worden van kritiek van zowel fans, renners als teams. Het heeft echter de potentie om een positieve gedragsverandering teweeg te brengen maar niet van vandaag op morgen.
Het hebben van race radio's is schijnbaar een van de onderwerpen waar rijders het bijna unaniem over eens zijn, en de meeste fans denken er hetzelfde over. Het gebrek aan wedstrijdradio's leidt tot chaotisch rijden, zinloze tactieken en een algemeen gevoel van verwarring. Er is nog steeds een ongebruikelijke regel in het wielrennen dat radio's niet zijn toegestaan tijdens Olympische Spelen en Wereldkampioenschappen.
De overwinning van Anna Kiesenhofer uit Oostenrijk op de Olympische Spelen van 2021 was een inspirerende prestatie, maar toen Annemiek van Vleuten als tweede over de streep kwam en haar veronderstelde overwinning vierde, was de race zwaar besmeurd. Het peloton was zich er niet van bewust dat er nog een renner op kop reed en reed alsof dat niet zo was. Er kan zwaar beargumenteerd worden dat deze wedstrijd feitelijk beslist werd door het niet aanwezig zijn van radio's. alles won kracht door het overlijden van juniorrenner Murriel Furrer tijdens de wereldkampioenschappen in Zürich.
De Zwitserse kwam ten val in een afdaling en ging van de weg af. Ze werd pas meer dan een uur na het incident gevonden in het struikgewas. Ze zou later overlijden als gevolg van haar verwondingen. Of dit voorkomen had kunnen worden als ze een radio had gehad zullen we wellicht nooit weten, maar het feit dat er een reële mogelijkheid is dat het antwoord ja is, zorgt voor een enorme discussie. Fietsen gebeurt in de buitenlucht en helaas kan een dergelijke situatie zich in zeldzame gevallen voordoen. Het hebben van een radio kan de renner in ieder geval in staat stellen om het team of de wedstrijd op de hoogte te stellen van een valpartij, waardoor snellere en effectievere medische hulp mogelijk is.