Wielrennen is een sport met een beperkte doorstroming van middelen, vooral financieel. Op dit moment ligt de toekomst van elke ploeg volledig in handen van sponsors, die het overgrote deel van het budget ophoesten. Een manier om dit wankele evenwicht te veranderen is een nieuwe inkomstenbron aanboren. Concreet wordt gesproken over het betaalbaar maken van de grootste koersen, waarbij geld terugvloeit naar de ploegen, zodat hun toekomst ook zonder een zeldzame supersponsor kan worden veiliggesteld.
“Ik ben ertegen,” zegt ExtraGiro-promotor en directeur Marco Selleri in een
interview met SpazioCiclismo. “Het is al moeilijk om toeschouwers te trekken buiten de Giro d’Italia, Milano-Sanremo en de regio Lombardije. Emilia wordt enigszins gered door die prachtige finale op San Luca, die helpt om publiek aan te trekken.”
Bij de Veneto Classic werd op de Tisa-klim een VIP-zone opgezet met een groot scherm, een dj-set en een eetkraam voor €10. Filippo Pozzato legde aan
SpazioCiclismo uit hoe een prijskaartje aan tickets zou kunnen werken. En het is niet ongebruikelijk dat koersen als de Ronde van Vlaanderen of de Tour de France vergelijkbare fanzones neerzetten. Maar voor veel kleinere koersen blijkt het lastig om betalend publiek te trekken.
“Voor de anderen wordt het moeilijk,” merkt Selleri op, in tegenstelling tot zijn landgenoot Paolo Bettini. “Ik denk niet dat dit de remedie is. Als je de geschiedenis van onze sport leest, begrijp je dat aanvankelijk alle koersen, behalve de belangrijkste rittenkoersen, uit passie zijn ontstaan en niet uit werk. Het is duidelijk dat de tijden zijn veranderd, er zijn veel meer kosten dan jaren geleden, en dus moet de organisator wat harder knokken.”
Tegenvraag
“Als ik de ergonomie van het wielrennen opnieuw moet doordenken,” gaat de ervaren organisator verder, “zet ik ploegen en renners voorop, samen met de organisatoren. Zij allemaal moeten financiering vinden. Het is een intrinsiek probleem: als regen, onder de paraplu van de organisatoren, moeten we geld ophalen voor de UCI, FCI en belastingen. En dan moeten de ploegen hun salarissen betalen.”
“Behalve RCS, dat met de Giro, Sanremo en Lombardia wereldwijde zichtbaarheid heeft, hebben wij geen groot publiek. Voor mij moet het publiek komen uit passie, net zoals de organisator uit passie moet organiseren, zonder geld te verliezen. Extra inkomsten moeten worden gebruikt om te sparen voor momenten waarop zichtbaarheid en sponsoring teruglopen.”
Volgens Marco Selleri zou het geld uit tickets van fans kunnen worden ingezet om het Italiaanse wielrennen te ontwikkelen: “Dit jaar hadden we het geluk een Professional Cycling League te hebben onder leiding van Roberto Pella met belangrijke initiatieven. De middelen moeten besteed worden aan het welzijn van het wielrennen.”
“Maar als we dan toch tickets moeten laten betalen, laat het publiek dan net zo goed een lidkaart van de Wielerbond nemen. Onze jeugdwielersport zit in een crisis, om vele redenen. We zijn een geïndustrialiseerd land, het wegennet is veranderd, ouders laten hun kinderen liever tennissen of voetballen. Onze fans zijn gepassioneerd: het is niet juist om geld uit de zakken te halen van mensen die de opleiding van instructeurs zouden kunnen betalen.”
Het ‘Tour des Flandres’-model is daarom niet haalbaar: “Ik ben fel gekant tegen het laten betalen van fans. Ik heb de afgelopen vijf edities van de Tour des Flandres gezien: als je wil betalen, ga je naar de hospitalityzones voor 400 euro, anders kun je gratis langs de muren zitten.”
Tijdelijke oplossing
“Naar mijn mening kan laten betalen alleen een tijdelijke pleister zijn. Je kunt het proberen en zien wat er gebeurt, maar het lost het actuele probleem niet op, waarbij fondsenwerving voor iedereen cruciaal is. Ik ben niet tegen de andere organisatoren; het mooie is ideeën kunnen uitwisselen en ze zo grondig mogelijk verkennen. We hebben een liga die klaarstaat om de profs te ondersteunen.”