Wout van Aert gaat de winter in met een scherper beeld van wie hij als renner is — maar om daar te komen, was de weg langer en pijnlijker dan velen beseften.
Openhartig tegenover Het Nieuwsblad na wat hij een van de zwaarste jaren uit zijn carrière noemt, blikte de 31-jarige terug op de mentale nasleep van zijn brute seizoen 2024 en hoe een stillere, risicomijdende aanpak vroeg in dit jaar bijna de vanzelfsprekende vreugde uit het koersen sloopte.
Hij sloot 2025 dan wel af met twee zeges die blijven hangen — die explosieve triomf over het gravel richting Siena en natuurlijk Tadej Pogacar lossen op Montmartre — maar de weg ernaartoe was rommelig, broos en vol momenten waarop de sport meer leegzoog dan vervulde.
Een voorjaar op de rem
Van Aert verborg de ongemakkelijke waarheid niet: de littekens van 2024 kleefden hardnekkiger aan 2025 dan hij had verwacht.
In het voorjaar, zei hij, zat hij soms gevangen tussen opluchting dat hij risico’s vermeed en frustratie dat hij niet vol durfde te gaan. “Dan durfde ik me er niet in te gooien en balanceerde ik tussen blij zijn dat ik niet viel, maar gefrustreerd dat ik niet op positie zat,” zei hij.
Hij besefte snel dat de overdreven voorzichtige stijl waarin hij gleed, totaal niet bij hem paste. “Ik kwam erachter dat het me niet gelukkig maakt om er gewoon bij te rijden.”
Het ging niet enkel om inhoud of vorm. Hij erkende openlijk dat positioneringsproblemen — pijnlijk zichtbaar in enkele grote klassiekers — werden uitvergroot door aarzeling, niet alleen door de benen.
Waar eerdere versies van Van Aert instinctief in gaatjes doken, remde hij dit jaar zichzelf vaak af. Dat onder ogen zien was ingewikkeld maar noodzakelijk. “Ik heb het misschien te groot gemaakt, want ik merkte dat ik wel op positie zat als ik er niet over nadacht,” zei hij.
Na de Tour, helderheid
De echte reset kwam pas nadat de Tour de France achter de rug was. Van Aert koos voor een rustiger najaar, maar vond het onbevredigend — een herinnering aan zijn competitieve DNA. “Ik reed een handvol koersen zonder prestatiedruk en daardoor haalde ik niet mijn beste niveau en hing ik er maar wat bij. Achteraf gezien had ik die beter overgeslagen, want ik haalde er weinig plezier uit,” gaf hij toe.
Die periode kristalliseerde wat voor hem essentieel is: hij moet koersen op het scherpst van de snede, niet enkel meerijden. “Ik weet nu heel duidelijk dat koersen voor mij betekent dat ik mijn absolute hoogste niveau haal en alles geef.”
Dwars door Vlaanderen: een moment dat dieper sneed dan verwacht
Een van de meest publieke breuklijnen van het jaar kwam in
Dwars door Vlaanderen, waar Visma een drie-tegen-één-situatie verspeelde tegen de Amerikaan Neilson Powless. De schijnwerpers richtten zich snel op Van Aert, die ervoor koos zelf te sprinten in plaats van een ploegmaat te lanceren — een beslissing die hij meteen betreurde.
“Ik was enorm teleurgesteld in mezelf, want toen ik besliste om te sprinten, bleef ik niet trouw aan wie ik ben,” zei hij. Hij wilde de winst te hard, bang dat een ploegmaat de kans voor zijn neus zou wegnemen.
Cruciaal: zijn ploegmaats en DS
Grischa Niermann stapelden er niets bovenop. De steun voelde aards, niet verpletterend. “Het hielp me enorm dat ik geen frustratie of boosheid van wie dan ook richting mij voelde,” zei Van Aert.
De honger om te winnen was er nog steeds — het instinct, de drive — maar hij wist dat de keuze fout was. Niet gênant, niet catastrofaal, gewoon fout.
Druk, verwachtingen en de drang om iets te bewijzen
Bij de seizoensstart verwachtte de buitenwereld dat Van Aert meteen zijn oude niveau zou hervinden. Die verwachting, gaf hij toe, bleef langer hangen dan hij besefte.
Demi Vollering nam het publiekelijk voor hem op op sociale media en wees erop dat topsporters soms onvolmaakte keuzes maken onder druk — zeker wanneer buitenstaanders geen idee hebben van de storm die intern woedt.
Van Aert weersprak dat niet. “Je wilt misschien niet in de eerste plaats voor jezelf winnen, maar eerder zeggen: kijk, ik kan nog winnen,” zei hij. Niet voor krantenkoppen, niet voor critici — maar om zichzelf gerust te stellen.
En dat gevoel van een antwoord moeten geven groeide naarmate de prestaties in het Openingsweekend en de E3 Saxo Classic uitbleven. “Zonder dat je het beseft, wil je daar misschien een antwoord op geven,” reflecteerde hij.
Herontdekken waarom hij koerst
Uiteindelijk liep er één draad door alles wat hij zei — van de twijfels in het voorjaar tot de frustratie in het najaar: de zoektocht naar plezier. Niet comfort. Niet veiligheid. Echte vervulling.
Dat gevoel keerde terug in Siena, in het stof en de chaos van de Giro, toen hij won terwijl hij eigenlijk dacht dat de dag hem niet lag. “Er zijn niet veel zeges waarbij het gevoel in de buurt komt. Ik krijg kippenvel als ik erover praat,” zei hij. “Het was een moeilijke periode die uiteindelijk iets positiefs werd. Alles viel samen.”
Het was een kantelpunt dat voortkwam uit echte worsteling. Eerder in die Giro gaf hij toe: “Op dag vijf vroeg ik me af of het wel zin had om te blijven.” Maar die zege draaide het emotionele script om.