Mathieu van der Poel verkeert in topvorm richting de Tour de France van 2025, maar zijn recente uitstapje naar het mountainbiken is niet onopgemerkt gebleven—en niet iedereen is overtuigd van zijn aanpak. In de podcast De Grote Plaat sprak
Annemiek van Vleuten, de inmiddels gepensioneerde meervoudig wereldkampioene, zich kritisch uit over zizjn ambities in het mountainbiken, en dan vooral over zijn voorbereiding.
"Het is blijkbaar een heel grote droom van hem," zei Van Vleuten. "Maar soms denk ik: als je iets gaat doen, doe het dan goed. Als hij echt die wereldtitel op de mountainbike wil, dan moet hij het serieuzer nemen." Haar opmerkingen zijn een reactie op Van der Poel’s relatief losse benadering van eerdere MTB-races, waaronder zijn terugkeer in mei die eindigde in een val en een gebroken pols—een domper op zijn voorbereiding.
Van Vleuten wees erop dat de sport zich in de afgelopen jaren sterk heeft ontwikkeld en dat je niet langer “even mee kunt doen” op talent alleen. "Hij zei ook heel laconiek: 'ik heb het maar één keer aangeraakt.' Maar zo werkt het niet meer. Ik vind het zelfs bijna respectloos tegenover de mountainbikers om er op die manier tussen te komen fietsen." Ze benadrukte dat het haar niet aan vertrouwen in Van der Poel’s talent ontbreekt, maar dat succes op dit niveau volledige toewijding vereist. "Kijk naar Tokio, daar kwam hij ook pas laat aan en sloeg hij het verkennen van het parcours over. Dat kun je je gewoon niet permitteren."
Toch klonken haar woorden niet uitsluitend streng. Met een knipoog stelde ze voor dat Van der Poel misschien eens advies zou moeten vragen aan Puck Pieterse, een van Nederlands meest succesvolle mountainbikesters. "Ik heb
Tom Dumoulin ooit advies gegeven over een hoogtestage. Misschien moet Mathieu Puck even bellen, haha."
Dat Van der Poel geen allround kampioen is, kan niemand ontkennen. Hij is regerend wereldkampioen op de weg én op gravel, en dit voorjaar voegde hij daar zijn zevende veldrittitel aan toe—een record. Maar volgens Van Vleuten ligt de echte uitdaging nog steeds op de mountainbike, waar hij het ultieme doel, de regenboogtrui, nog altijd nastreeft.
Ondanks haar kritiek op zijn MTB-benadering had Van Vleuten niets dan lof voor Van der Poel’s recente prestaties op de weg. "Hij vloog er echt in," zei ze over zijn optreden in het Critérium du Dauphiné. "Als je zo racet zoals Mathieu, kun je een sterk trainingsblok opbouwen. Dat soort inspanningen kun je moeilijk simuleren op training."
Volgens Van Vleuten lijkt het erop dat Van der Poel bij Alpecin-Deceuninck bewust meer vrijheid heeft gekregen, zeker na de moeizame Tour de France van vorig jaar. "Toen had hij zo weinig plezier in de Tour, dat het nu lijkt alsof hij carte blanche heeft gekregen om er vol in te vliegen."
En juist dat—die vrijheid, dat plezier—is volgens Van Vleuten wat Van der Poel zo bijzonder maakt. "De Tour is een gecontroleerde koers. Daar kan hij niet koersen zoals in de Dauphiné. Maar als je hem zó ziet koersen, waar je het plezier bijna kunt voelen, dan zie je waarom hij zo'n geweldig rolmodel is. Zo zie ik hem het liefst."