Wielrennen wordt sneller, hectischer en, volgens velen in het peloton, ook gevaarlijker. Dat gevoel leeft niet alleen bij fans, maar ook bij ploegleiders en renners zelf. Tijdens de ploegenpresentatie in Lille spraken CyclingUpToDate en WielrennenUpToDate met Red Bull - BORA - hansgrohe-renner Mick van Dijke, die zijn zorgen uitte over de evolutie van het moderne peloton.
Bij zijn Tourdebuut was de 25-jarige Nederlander zichtbaar onder de indruk op het podium. "Echt bijzonder", blikte hij terug. "Toen ik het podium betrad, voelde het alsof ik in een achtbaan stapte." En dat is geen loze uitspraak voor een renner die al de helleklassiekers van Vlaanderen en Roubaix heeft afgewerkt, evenals als het WK.
Van Dijke is geen toevallige debutant in de Tour. Zijn waarde in het voorjaar en zijn resultaten, waaronder Top 20 in Dwars door Vlaanderen en Parijs-Roubaix, maken hem een gewaardeerde kracht binnen de Duitse WorldTour-ploeg. In de Tour de France krijgt hij echter een andere rol toebedeeld: die van beschermheer van de klassementsmannen Primoz Roglic en Florian Lipowitz.
"Onze focus ligt echt op het algemeen klassement", aldus van Dijke. "Natuurlijk, als er een sprintkans is, bekijken we dat per dag, maar mijn taak is duidelijk: Primoz en Florian uit de problemen houden. Dat is prioriteit nummer één."
Die opdracht begint al bij etappe 1, waarin de wind een hoofdrol speelt. Het gevaar op waaiervorming en valpartijen is reëel, zeker op een dag waar niemand de Tour wil verliezen voordat die goed en wel begonnen is. "Het gaat gevaarlijk zijn, maar hopelijk niet beslissend voor het klassement. De sleutel is: uit de problemen blijven, geen tijd verliezen en vooral niet vallen. Dat soort dingen kan je in de slotweek opbreken."
Van Dijke is zich bewust van de risico's die het moderne peloton met zich meebrengt, maar plaatst ook een interessante kanttekening bij de discussie. "Misschien moeten we accepteren dat het gewoon echt gevaarlijk is", stelt hij eerlijk. "Het niveau in het peloton is enorm gestegen. Er zijn tegenwoordig veel meer renners die de finale kunnen rijden. Vroeger waren het er misschien tien, nu dertig of veertig. En dat maakt het dringen geblazen."
"Er zijn ook steeds meer ploegleiders die constant hun renners coachen via de oortjes. Dat verhoogt de druk, iedereen wil voorin zitten, en dat maakt het gevaarlijker. Misschien is dat wel één van de grootste problemen van nu."