Robin Orins had de droom moeten beleven.
In 2024 schitterde de jonge Belg in de U23-categorie met een seizoen dat alles in zich had van een sprookjesachtige doorbraak. Zijn naam stond tussen de grootste beloften, zijn toekomst leek verzekerd. Maar terwijl zijn leeftijdsgenoten feest vierden, ging bij hem langzaam het licht uit.
Nu, na maanden van stilte, therapie en het herontdekken van wat vreugde eigenlijk betekent, is de 23-jarige terug in het peloton. Niet om over wattages, overwinningen of ambities te praten, maar over iets veel fundamentelers: geestelijke gezondheid. Op Wereld Geestelijke Gezondheidsdag deelt hij via de website van
Lotto Dstny zijn verhaal.
Eind 2023 leek alles op zijn plaats te vallen. Orins tekende zijn eerste profcontract bij Lotto Dstny, na zeges in de U23-editie van Omloop Het Nieuwsblad, een nationale titel in het tijdrijden en een sterke indruk op het WK in Zürich.
De toekomst lachte hem toe – tot ze dat plots niet meer deed.
“Fysiek en mentaal was ik helemaal leeg,” schreef Orins destijds in een blogpost. “Terwijl anderen hun buitenseizoen vierden, had ik paniekaanvallen. Ik huilde urenlang, probeerde mezelf terug te vinden. Ik was bang – zelfs voor mezelf.” De angst verlamde hem. Het voorjaar waarin hij zijn profdebuut zou maken, kwam er nooit. Geen resultaten, geen trainingsfoto’s, geen interviews – enkel stilte.
Uiteindelijk zocht Orins hulp.
Psychologen, een psychiater, medicatie – ze werden deel van zijn dagelijkse routine. “Plots kwam alles tien keer harder binnen,” vertelt hij. “Maar toen ik één positieve ervaring had, besefte ik dat ik nog altijd iets goeds kon voelen.”
De weg terug was langzaam, broos.
Een korte jog voelde als een overwinning. De eerste keer weer op de fiets – onwennig, bijna symbolisch. “Ik voelde me als een vreemdeling in mijn eigen wereld,” zegt hij. “Maar beetje bij beetje werd het weer vertrouwd. Ik leerde leven met mijn angsten.”
Eind juli stond hij opnieuw aan de start van de Tour de Wallonie. Dit weekend rijdt hij Il Lombardia, het slotmonument van het seizoen.
Voor velen een koers als zovele. Voor Orins een bewijs dat hij er nog steeds is.
10 oktober, Werelddag voor Geestelijke Gezondheid, is geen toevallige datum. “Ik zat in mijn laatste jaar als belofte, het jaar van ‘moeten’,” legt hij uit. “Die druk kwam niet van anderen, maar van mezelf. Ik wilde prof worden, dus in mijn hoofd moest ik er obsessief voor leven. Ik denk niet dat ik de enige ben met dat verhaal.”
Zijn boodschap is eenvoudig, maar krachtig: “Vandaag weet ik dat praten helpt. En ik hoop dat iedereen die een moeilijke tijd doormaakt, via mijn verhaal beseft dat ze niet alleen zijn.”