“Hij is de grootste aller tijden.
Tadej Pogacar heeft de wielersport veranderd.” De stem van Tomaz Poljanec trilde van emotie terwijl hij in Kigali toekeek hoe zijn voormalige pupil naar een tweede opeenvolgende wereldtitel soleerde. De Sloveense mentor, die Pogacar in zijn prille jaren in Ljubljana begeleidde, zag hoe de 26-jarige Sloveen opnieuw de regenboogtrui om de schouders kreeg op het
WK wielrennen van 2025.
De manier waarop Pogacar het veld in Rwanda aan flarden reed, met een beslissende aanval meer dan honderd kilometer voor de streep, liet zelfs de meest doorgewinterde kenners sprakeloos achter. Voor Poljanec, die in 2018 met het fenomeen samenwerkte bij Ljubljana Gusto Xaurum, was de conclusie duidelijk. “Tadej heeft de wielersport veranderd. Vroeger kon je driekwart van een wedstrijd van 270 kilometer overslaan en pas het laatste uur kijken. Nu moet je vanaf de start voor de tv zitten,” vertelde hij aan Siol.
De magistrale solo riep herinneringen op aan Zürich 2024, al kwam de genadeslag dit keer op de Monte Kigali in plaats van op honderd kilometer van de finish. “Dit soort koersen zag je vroeger alleen bij de junioren, waar het van kilometer nul volle bak ging. Bij de profs probeerden enkel wat exotische renners zoiets – tien, twintig minuten voorsprong, en toch werden ze nog ingerekend. Nu lag het tempo vanaf de eerste meters hoog. De kopgroep zat vol klasbakken en het parcours was Pogacar op het lijf geschreven.”
Evenepoel geklopt, Sloveense overmacht
Remco Evenepoel was de enige die enigszins weerwerk bood, ondanks twee fietswissels. “Zou hij zonder die problemen een grotere bedreiging zijn geweest? Ik denk het niet,” oordeelde Poljanec. “Op de Monte Kigali kon hij simpelweg niet volgen. En wie op het beslissende moment niet mee kan, verandert de uitkomst niet.”
Op de slotklim kreeg Pogacar steun van zijn UAE-ploeggenoten Isaac Del Toro en
Juan Ayuso, een herinnering aan de onderhuidse teamdynamiek. “Ayuso is gewoon een vurige jongeling. Vorig jaar zei hij dat hij de nieuwe Pogacar zou worden en dat anderen voor hem moesten rijden. Maar Tadej heeft zich al bewezen over 270 kilometer, Ayuso en Del Toro nog niet. Over Del Toro gesproken: ik geloof dat hij echt last van zijn maag had. Verder zag hij er sterk uit en ik had hem graag met een medaille zien wegrijden. Hij is een goede kerel, volhardend en populair. We zullen nog veel van hem horen.”
Poljanec haalde ook herinneringen op aan andere oud-renners. In 2016 was hij als manager van Attaque Team Gusto de baas van een piepjonge
Jai Hindley. De Australiër werd in Kigali beste landgenoot, maar niet verder dan plaats zestien. “Het was simpelweg te zwaar, de koers brak iedereen. Toen ik Jai vooraan zag, dacht ik even dat hij voor een medaille kon meedoen. Maar net als zovelen verging het hem slecht. Zelfs Tom Pidcock kraakte en sprintte uiteindelijk alleen voor de tiende plaats met Primoz Roglic.”
Van de 165 gestarte renners haalden er slechts dertig de finish. Slovenië leverde niet alleen de winnaar, maar zette ook Matej Mohoric op de elfde plaats. “Fantastisch,” glunderde Poljanec. “Ik kom uit het Joegoslavische wielrennen, toen we al blij waren als er één renner een internationale koers uitreed. Nu zijn we de beste ter wereld. Het is een droom, laten we ervan genieten zolang het duurt.”
Teamgeest en Rwandese organisatie
De mentor prees ook de eenheid binnen de Sloveense selectie. “Tadej verbindt de groep. De sfeer is uitstekend, iedereen weet waarvoor hij rijdt. Roglic deed zijn deel en was onze back-up als er iets misging met Tadej. Voor een klein land dat moeite heeft om negen sterke renners bijeen te brengen, leken we wel België of Frankrijk. Alsof Slovenië geen dertig, maar drieduizend wielrenners heeft. En dat zonder Jan Tratnik, die anders een sleutelrol had gespeeld.”
Ook de organisatie van het WK kreeg lof. “Rwanda heeft een meesterzet gedaan. Zoveel enthousiaste toeschouwers – lachend, vrolijk, gepassioneerd – zie je zelden buiten de traditionele wielerlanden. Velen vertelden me dat dit een van de beste kampioenschappen ooit was. De UCI heeft, ondanks alle kritiek, een briljante keuze gemaakt,” aldus Poljanec.
Pogacar wordt aangemoedigd door de Rwandese menigte
Blik op Sanremo
Over de toekomst van Pogacar is Poljanec stellig: de Sloveen wordt niet gedreven door trofeeën alleen. “Het is niet dat hij alles wil winnen. Hij houdt gewoon van fietsen. Op zijn vijftiende wist hij waarschijnlijk al dat hij Milaan-Sanremo wilde winnen, ongeacht of het parcours hem lag. Dat is zijn favoriete koers en ik ben er zeker van dat hij dat ooit doet, net zoals hij al in Vlaanderen heeft gedaan. Hij houdt zich niet aan de ongeschreven regels, hij wacht niet braaf op het juiste moment.”
“Hij is niet geobsedeerd of hebzuchtig. Hij geniet van de uitdaging. Zolang hij plezier beleeft aan het koersen, zal hij blijven schitteren,” besluit Poljanec. “Voor mij is het een voorrecht om elke minuut van zijn wedstrijden te volgen.”