Na jaren van discussie, speculatie en tijdelijke richtlijnen lijkt de kogel nu eindelijk door de kerk: ketonen worden niet verboden in het wielrennen. Volgens Cycling Weekly is een vier jaar durend onderzoek – gesteund door de
UCI – tot de conclusie gekomen dat het gebruik van ketonen veilig is én geen significante prestatieverbetering oplevert. Daarmee lijkt de weg vrij voor officieel gebruik binnen het profpeloton.
De formele aankondiging wordt verwacht tijdens de bestuursvergadering van de UCI in het kader van de wereldkampioenschappen wielrennen, die later dit jaar plaatsvinden in Kigali, Rwanda.
Lang debat
Het debat rond ketonen sleept al jaren voort. In 2021 kondigde de UCI een wetenschappelijk onderzoek aan naar het supplement, als onderdeel van haar "inzet voor een eerlijke en geloofwaardige sport". Hoewel ketonen op dat moment niet verboden waren, raadde het bestuursorgaan renners wél aan om het gebruik ervan voorlopig te vermijden.
Vorig jaar, tijdens de Tour de France, gaf UCI-voorzitter David Lappartient nog aan dat het onderzoek vorderde, maar dat publicatieprocedures binnen de wetenschappelijke wereld nu eenmaal tijd vergen. “We verwachten de resultaten volgend jaar,” aldus Lappartient toen.
Weerstand in het peloton
Ondanks het uitblijven van formele sancties, was er in het peloton weerstand tegen het gebruik van ketonen. Franse renners als Romain Bardet en Guillaume Martin pleitten publiekelijk voor een verbod, en de Mouvement pour un Cyclisme Crédible (MPCC) adviseerde haar leden om het supplement niet te gebruiken.
Wat zijn ketonen?
Ketonen zijn zuren die door de lever worden aangemaakt wanneer het lichaam vet in plaats van glucose als energiebron gebruikt – bijvoorbeeld bij langdurige inspanning, vasten of een koolhydraatarm dieet. In sport worden ze ingezet om het energieniveau te verhogen, herstel te bevorderen en de eetlust te onderdrukken. Sommigen geloven ook in een bescheiden prestatiebevorderend effect.
Toch blijkt uit het UCI-onderzoek dat dit effect verwaarloosbaar is – zeker afgezet tegen de hoge kosten. Voor de gemiddelde atleet zijn er efficiëntere en goedkopere manieren om dezelfde fysiologische voordelen te behalen.