Koen Bouwman verliet vorig jaar
Team Visma | Lease a Bike en beleefde een van de lastigste seizoenen uit zijn carrière. Niet door zijn vertrek bij de Nederlandse ploeg, maar omdat de 32-jarige meerdere keren ziek werd en dat telkens zijn grote doelen doorkruiste.
Bouwman was al ziek geweest voordat hij eind maart serieus in koers kwam tijdens de Volta a Catalunya, maar in zijn grote seizoensdoel, de Giro d'Italia – waar hij in het verleden ritten won – werd hij na de eerste week hard getroffen. “Het was eigenlijk een beetje hetzelfde als voor de Volta a Catalunya; ik had het al vóór de start. Toen kon ik net op tijd herstellen, maar ook daar was het zeker niet mijn beste koers,” vertelt Bouwman aan IDLProCycling.
“De dag dat Luke Plapp won (ploegzege in rit 8, red.), zat ik in de vlucht. Dat was een echt zware dag om mee te zitten – lang en met een extreem hoog tempo. En eenmaal daar wist ik al: dit is niet mijn beste dag. Terug in de bus voelde ik me echt niet goed.” De Nederlander stapte kort na die zware dag richting Castelraimondo uit de koers.
“’s Avonds na het eten kwam alles er meteen weer uit. De dag erna had ik koorts, diarree, alles wat je kunt bedenken. Starten was simpelweg geen optie. Dat was echt een domper. In de Tour of the Alps voelde ik me voor het eerst weer als vanouds, dus ik ging met behoorlijk wat vertrouwen naar de Giro. Dan is het pijnlijk om in rit acht te moeten opgeven.”
Geen Tour de France maar La Vuelta loopt ook anders dan gehoopt
Jayco geloofde in Bouwmans kwaliteiten en nam hem op in de voorselectie voor de Tour de France. Maar zijn terugkeer in koers kwam te vroeg en hij was eerlijk over zijn niveau: “Daarna probeerde ik de draad weer op te pakken, maar ik ging met slechts twee trainingen in de benen naar het Critérium du Dauphiné. Dat was niet ideaal. De Tour bleef een optie omdat de selectie laat werd bekendgemaakt en Michael Matthews nog met problemen kampte, maar met die vorm had ik daar niks te zoeken.”
In de zomer vond hij weer wat regelmaat, maar tijdens de Tour de Pologne werd hij opnieuw ziek. “Na een hoogtestage voelde ik me echt goed. En toen ging het in de Tour de Pologne weer mis, met hoge koorts en eigenlijk alle symptomen van Covid. Ik testte elke keer negatief, maar ideaal was het allerminst.”
Toch werd hij, met wat geluk, alsnog geselecteerd voor de Vuelta a España. “Door die ziekte miste ik eerst de Vuelta-selectie en dat kwam hard aan. Uiteindelijk viel Jasha Sütterlin weg en mocht ik alsnog naar Spanje.” Maar het eindigde zoals in de Giro.
“Ik moest de hele dag overgeven, koorts… Ik reed de ploegentijdrit wel, maar totaal leeg: geen eten, zelfs geen warming-up. ’s Avonds kreeg ik nog steeds niets binnen. Ik probeerde het de dag erna opnieuw, maar na drie uur was ik helemaal leeg.”
Koen Bouwman in koers tijdens Luik-Bastenaken-Luik 2025 voor Team Jayco AlUla
Visma, Tour en afscheid
Zo werd zijn eerste seizoen buiten Visma bijzonder taai, terwijl hij daar eerder ook een rit won in het Critérium du Dauphiné, het eindklassement van de Settimana Internazionale Coppi e Bartali en in 2022 de bergtrui plus twee ritzeges pakte. “Je neemt het besluit om Visma te verlaten, ook al is het een echt topteam. Maar later wil je niet denken: misschien had er een mooie zege in een grote koers ingezeten. Bij Visma was ik niet goed genoeg om echt voor mijn eigen kansen te rijden,” legt hij uit.
Hij reed al zeven keer de Giro en vier keer de Vuelta. Maar de Tour de France nog niet. “Ik heb altijd gezegd dat ik ooit graag de Tour wil rijden. Maar ik ben realistisch genoeg, zeker na vorig seizoen, om te weten dat ik mezelf moet bewijzen en dat het niet zomaar gebeurt.”
Komend seizoen neemt de druk toe, want hij gaat zijn contractjaar in. “Als ik nog zo’n seizoen draai, helpt dat natuurlijk niet. In het verleden heb ik mooie dingen laten zien, en binnen de ploeg is vaak benadrukt dat het talent er nog is – dat verdwijnt niet zomaar. Het vuur brandt nog. Ik hoop gewoon dat ik dit jaar wat meer van pech verschoond blijf.”
Maar de gedachte aan stoppen komt dichterbij, en hij sluit niet uit dat die keuze in de komende jaren kan vallen. “Ik hou nog net zo veel van wielrennen als toen ik junior was. Als ik over drie jaar voel dat het me breekt, dan stop ik. Zolang ik prof ben, geef ik 100 procent. Maar als het weg is, of ik het niet meer wil, dan moet ik ook eerlijk zijn tegenover mezelf.”