Nu de speculatie toeneemt over hoe lang
Mathieu van der Poel zich nog volledig aan veldritwinters zal wijden, biedt zijn vader Adrie een kalme maar veelzeggende kijk op de fysieke en logistieke eisen die die keuzes steeds meer bepalen.
In gesprek met In de Leiderstrui maakte
Adrie van der Poel duidelijk dat er geen definitieve keuze is gemaakt, maar hij erkent waarom de vraag blijft terugkeren nu de ambities op de weg groeien.
“Hij heeft de deur simpelweg op een kier gezet,” legt hij uit, wijzend op de moeilijkheid om een zwaar wegprogramma te combineren met een intense winter in het veld. “Misschien wil hij op een gegeven moment helemaal tot Lombardije doorrijden en moet hij daarna weer opbouwen. Dat maakt een veldritwinter lastiger. Dit jaar was dat geen discussie.”
Geen besluit, maar de deur staat open
Die opmerkingen komen tegen de achtergrond van opnieuw een winter waarin Van der Poel ongenaakbaar oogt zodra hij start, wat zowel zijn dominantie onderstreept als het gevoel versterkt dat veldrijden in zijn langetermijnplanning op een kruispunt staat. Terwijl de uitslagen totale controle suggereren, wordt de discussie rond hem steeds meer bepaald door agendamanagement in plaats van pure wedstrijdprikkels.
De verborgen kostprijs van een veldritwinter
Adrie van der Poel focuste minder op trofeeën en meer op de dagelijkse realiteit achter opeenvolgende racedagen. “Het is meer dan een volle dag,” zei hij over een doorsnee veldrit. “Soms doe je ’s ochtends al een uur losrijden, dan douchen en direct door naar de cross. Als hij dan wint en er is controle, duurt het anderhalf uur voordat we weg kunnen.”
Het cumulatieve effect wordt volgens hem vaak onderschat. “Het zijn gewoon heel intensieve dagen. ’s Avonds zijn we meestal pas tussen 19.00 en 20.00 uur terug, en dan moet je nog naar de verzorger. Tel alles bij elkaar op. Je kunt niet zomaar drie dagen veldrijden zonder consequenties.”
Prestaties, druk en de afweging met de weg
Die invalshoek geeft extra context aan het bredere gesprek deze winter, waarin tegenstanders openlijk erkennen dat Van der Poel op een niveau rijdt waarop zij weinig grip krijgen. Terwijl extern de focus ligt op uitslagen en verschillen, lijkt intern in kamp Van der Poel de discussie veel praktischer: werkbelasting, herstel en balans op de lange termijn.
Adrie ging ook in op de terugkerende vraag of een winter zonder veldrijden nog winst op de weg kan ontsluiten. “We weten niet of hij nog beter kan worden zonder veldritten. Dat weten we gewoon niet,” zei hij, waarna hij erkende dat de vergelijking met andere multidisciplinerenners onvermijdelijk meespelt. “Hij zei: ‘Tadej rijdt ook geen veldrijden, en hij rijdt toch een sterke voorjaarscampagne.’”
Naast prestatieoverwegingen wees Adrie op de constante druk die gepaard gaat met aanhoudend succes. “Iedereen kijkt altijd naar hem. En hoe meer je wint, hoe dichter de niet-winst komt,” merkte hij op, waarbij hij de mentale belasting als een factor schetste die je niet kunt negeren.
Kortetermijnfocus, langetermijnvragen
Voor nu is er geen direct besluit op komst. Adrie benadrukte dat een koerswijziging onderdeel zou zijn van een bredere plancyclus en geen abrupte breuk. “Het is veertien dagen, net geen drie weken, en dan zit hij alweer in Spanje,” zei hij, waarmee hij onderstreepte hoe snel de focus weer naar de wegbereiding verschuift.
In een winter waarin Van der Poel blijft domineren zodra hij verschijnt, herinneren de woorden van zijn vader eraan dat het debat niet gaat over motivatie of vermogen, maar over balans. De vraag is niet langer of hij kan blijven winnen in het veld, maar hoeveel van die intensiteit nog past binnen de grotere lijn van zijn carrière.