Het had de dag moeten worden waarop
Joris Nieuwenhuis zijn status als vaste waarde in de elite van het veldrijden zou bevestigen. In plaats daarvan beleefde de Nederlander een ontluisterende middag in Middelkerke, waar hij niet vocht voor de medailles, maar voor adem.
Een favoriet zonder lucht
Na recente zeges in de Rapencross Lokeren en de Superprestige Heerderstrand begon Nieuwenhuis als een van de topfavorieten aan het Europees kampioenschap veldrijden. Maar op het verraderlijke zand van de Belgische kust kreeg hij geen moment grip. Terwijl
Toon Aerts, Thibau Nys en Joran Wyseure vooraan duelleerden om goud, zakte Nieuwenhuis langzaam weg.
De 29-jarige kwam uiteindelijk als vijftiende over de streep, op 1 minuut en 50 seconden van winnaar Aerts – een uitslag die haaks stond op zijn indrukwekkende seizoensstart.
“Al na de tweede ronde merkte ik dat ik er niet goed voor stond,” vertelde Nieuwenhuis aan In de Leiderstrui. “Ik had moeite met ademhalen en begon te hyperventileren. Ik kon niet goed ademen via mijn buik en kwam gewoon niet door de zandstukken heen. Het was een slechte dag.”
Lichaam gaf geen antwoord
Nieuwenhuis gaf aan dat hij al vroeg doorhad dat zijn lichaam niet deed wat hij ervan verwachtte.
“Ik kon helemaal niet diep gaan, en als dat gebeurt, valt alles uit elkaar,” legde hij uit. “Het is gewoon ongelooflijk teleurstellend. Ik heb hier maanden naartoe gewerkt en het was een geweldige kans om Europees kampioen te worden. Maar ik moet het accepteren en verder.”
Volgens zijn ploeg lag de oorzaak vermoedelijk in ademhalingsproblemen door stress of koude lucht, iets wat bij crossers vaker opspeelt bij wedstrijden aan zee.
“Dinsdag gaan we weer”
Lang bleef Nieuwenhuis niet hangen in teleurstelling. Dinsdag staat hij alweer aan de start in Niel, waar hij het klassement van de X2O Badkamers Trofee leidt.
“Zo is het leven – het gaat niet altijd zoals je wilt,” zei hij nuchter. “Ik kan medelijden met mezelf hebben, maar dat helpt niet. Dinsdag gaan we weer.”
Middelkerke was een harde klap, maar ook een les voor een renner die zich de afgelopen seizoenen ontpopte tot de nieuwe Nederlandse kopman in het veld. Zelfs bij renners in topvorm herinnert een off-day eraan dat geen enkele atleet immuun is voor de limieten van zijn eigen lichaam – zeker niet op het scherpst van de snee.