ANALYSE | Moet Mathieu van der Poel in 2026 stoppen met veldrijden?

Cyclocross
woensdag, 24 december 2025 om 10:03
mathieuvanderpoel-2
De vraag wanneer, niet of, Mathieu van der Poel uiteindelijk afscheid neemt van het veldrijden is niet langer abstract. Hij bespreekt het openlijk, zowel publiek als intern, terwijl hij nog altijd wint en centraal staat in de sport. Met opnieuw een winter van dominantie en een mogelijk record van een achtste wereldtitel op eigen bodem in het vooruitzicht, voelt de timing bewust in plaats van afgedwongen. Wat de discussie interessant maakt: nu stoppen zou geen teken van verval zijn, maar van regie.
Van der Poels woorden in Het Laatste Nieuws waren ongewoon direct voor een renner die zijn toekomst vaak bewust vaag houdt. “Het is iets waar ik over nadenk, ja. Ik heb altijd gezegd dat het heel mooi zou zijn om in eigen land te stoppen met het record. Voor de rest valt er voor mij in het veldrijden niet veel extra meer te winnen,” zei hij.
De logica is moeilijk te weerleggen. Met zeven wereldtitels op zak is hij één zege verwijderd van alleen aan kop staan op de eeuwige ranglijst van de discipline. Dat bereiken in Nederland, voor publiek dat hem sinds zijn jeugd volgt, zou een slothoofdstuk zijn dat maar weinig kampioenen op eigen voorwaarden kunnen schrijven.
En laten we eerlijk zijn: op dit moment lijkt niemand hem te kunnen stoppen.

Een decennium aan de top

Context is hier alles. Van der Poel rijdt al meer dan tien jaar op elite-niveau in het veld, en die discipline vormde de basis van zijn identiteit lang voordat zijn palmares op de weg explodeerde. Hij heeft elke moderne maatstaf voor consistentie, piekniveau en duurzaamheid in het veld overtroffen. De vraag die hij nu stelt is niet of hij kan doorgaan, maar of er nog een betekenisvolle reden is zodra de ultieme mijlpaal binnen is. In zijn woorden: “Voor de rest valt er voor mij in het veldrijden niet veel extra meer te winnen.”
Dat idee om zelf de uitgang te kiezen in plaats van dat die voor hem gekozen wordt, keert vaker terug in zijn opmerkingen. “Ik heb altijd op een hoogtepunt willen stoppen. Als je dan vijfde wordt in Hoogerheide, blijft er een nasmaak,” legde hij uit.
Mathieu van der Poel nadert GOAT-status in het veldrijden. @Sirotti
Mathieu van der Poel nadert GOAT-status in het veldrijden. @Sirotti
De verwijzing is veelzeggend. Van der Poel heeft geen interesse in symbolische optredens of ceremoniële comebacks. Hij weet hoe snel dominantie kan slijten en hoe een nalatenschap subtiel kan verschuiven als het einde uitgesponnen voelt. “Ik zeg niet dat ik ervan uitga dat ik wereldkampioen word in Hulst, maar dan heb ik wel de keuze om het daar te doen.”
Er is ook een praktische kant. Veldrijden vraagt, zelfs voor iemand als Van der Poel, om een specifieke intensiteit, reistempo en mentale focus in de wintermaanden. “We hebben het er intern een paar keer over gehad. Het is iets waar ik over nadenk, ja. Ik word er niet jonger op,” zei hij.
Op zijn 30e is hij fysiek nog oppermachtig, maar hij is realistisch over het risico om te veronderstellen dat dat zo blijft. “Op dit moment zit ik nog op een heel hoog niveau, maar wie zegt dat dat over twee, drie jaar nog zo is? Ik weet het niet, ik heb geen glazen bol.”

Kan hij elders nog beter worden?

Het sterkste argument om na 2026, of zelfs eerder, terug te schakelen in het veldrijden, is wat het elders kan opleveren. Van der Poel bouwde een van de compleetste wegrecords van zijn generatie op, en zijn ambities daar zijn nog lang niet uitgeput. Hij structureert zijn seizoenen rond de voorjaarsklassiekers en in 2025 bereikte hij iets wat maar weinigen lukte: winst in zowel Milano–Sanremo als Paris–Roubaix in hetzelfde voorjaar. Die zeges kwamen na een intense strijd met ’s werelds beste renner, Tadej Pogacar.
Veldrijden maakte altijd deel uit van die voorbereiding, maar Van der Poel vraagt zich openlijk af of dat nog essentieel is. “Ik denk niet dat ik absoluut veldrijden nodig heb om mijn beste niveau te halen. Zeker niet. Misschien is het zonder cross zelfs beter? Als je het niet probeert, weet je het niet,” zei hij.
Die onzekerheid is belangrijk. Voor het eerst overweegt hij serieus een winter volledig in het teken van de weg: meer rust, minder koersen, langere trainingsblokken in stabiele omstandigheden.
Zijn opmerkingen over Spanje onderstrepen dat. “Ik zou het vooral doen met het oog op het wegseizoen, ja. Om in de winter wat meer rust te kunnen nemen. Door bijvoorbeeld de hele winter in Spanje te kunnen blijven en daar te trainen,” legde hij uit. De afruil is duidelijk. Minder koersen voor volle Belgische en Nederlandse weiden, maar mogelijk meer consistentie over een lange wegcampagne die inmiddels ook een serieus Tour de France-programma omvat.
De Tour zelf maakt het plaatje complexer. Van der Poel heeft nooit verborgen dat juli voor hem telt, ook al zijn klassementsambities niet het doel. In 2025 leefde hij eindelijk weer op in de Tour, voor het eerst in vier jaar, en stak hij de koers in vuur en vlam zoals we al lang niet zagen. Misschien is hij opnieuw verknocht geraakt aan de blauwe linten van de sport?
Fris blijven tot diep in de zomer wordt lastiger als de kalender in december al voluit begint. Het veldrijden volledig schrappen zou zijn piek verder het jaar in kunnen verlengen, iets wat telt nu zijn taken op de weg groeien.
Er is ook nog de onuitgesproken ambitie op de mountainbike. Van der Poel heeft herhaaldelijk gezegd dat de olympische XCO-wereldtitel de enige regenboogtrui is die hij nog mist. Dat doel vergt opnieuw een andere voorbereiding, mogelijk onverenigbaar met een volledige veldritwinter. Dat zagen we dit jaar al, toen Van der Poel zijn topvorm niet wist te raken op het WK mountainbike. Vanuit dat perspectief hoeft het inperken of stopzetten van zijn crossprogramma minder een deur dicht te trekken te zijn, en meer een andere te openen.

Het pleidooi om te blijven crossen

Toch is het argument om na 2026 door te gaan in het veld minstens zo sterk, en veel emotioneler. Van der Poel spreekt niet over de discipline als een contractuele plicht of trainingsmiddel. “De veldrit zelf, natuurlijk. Dat is nog altijd wat ik het liefst doe. En het publiek. Met die sfeer ben ik opgegroeid,” gaf hij toe.
Veldrijden is niet zomaar iets dat hij doet; het is waar zijn relatie met koersen is gevormd, waar zijn familienaam een unieke lading heeft, en waar zijn band met fans het meest direct is.
Er is ook de mogelijkheid dat de omstandigheden veranderen. De potentiële opname van veldrijden op de Winterspelen van 2030 zou de prioriteiten ingrijpend kunnen verschuiven. Een olympische titel zou meteen een nieuw hoogtepunt zijn en het idee herdefiniëren dat “er niet veel meer over zou blijven” om te bereiken. Van der Poel heeft zich niet vastgelegd, maar erkent dat zo’n ontwikkeling zijn denken kan beïnvloeden.
Misschien het meest veelzeggend is hoe zorgvuldig hij definitieve uitspraken vermijdt. “We zullen zien. Het is zeker geen definitieve beslissing,” zei hij. Terwijl hij de argumenten om een stap terug te doen schetst, laat hij ruimte voor instinct, plezier en kansen om het over te nemen. Die dubbelzinnigheid voelt oprecht, niet strategisch.
Gaat Mathieu van der Poel dus na 2026 door met veldrijden? Afgaand op zijn eigen woorden hangt het antwoord minder af van vorm dan van timing. Als hij die achtste wereldtitel pakt in Hulst, op eigen bodem, is de logica om daar te stoppen overtuigend. Het zou een zeldzaam einde zijn, volledig naar eigen keuze vormgegeven. Maar veldrijden is ook de discipline die hij zegt het meest te zullen missen, de sport die verbonden is met zijn vroegste herinneringen en sterkste emoties.
Wat wel duidelijk lijkt: dit wordt geen stille aftocht. Of hij nu snel stopt of nog wat langer doorgaat, Van der Poel wil zelf het moment bepalen. In een sport die die luxe zelden biedt, zou dat op zichzelf al een passend slotakkoord zijn.
Claps 0bezoekers 0
loading

Net Binnen

Meest Gelezen

Loading