"Remco Evenepoel en Tadej Pogacar zijn de standaard geworden en daar maak ik me zorgen over" - Greg Van Avermaet over extreem jonge top 10 in La Fleche Wallonne

Wielrennen
zaterdag, 26 april 2025 om 7:30
1092218887
Een opvallende statistiek na afloop van La Flèche Wallonne: Tadej Pogacar, amper 26 jaar oud, was de oudste renner in de top tien. Het is een sprekend voorbeeld van een bredere trend in het hedendaagse wielrennen: jonge renners breken niet alleen sneller door, ze bereiken ook op steeds jongere leeftijd hun piek. Een ontwikkeling die haaks staat op de tijd van renners als Greg Van Avermaet, voor wie het hoogtepunt pas na hun dertigste kwam.
“Het is een algemeen feit dat jongeren tegenwoordig sneller klaar zijn voor de grote wedstrijden,” verklaart Van Avermaet in gesprek met Het Laatste Nieuws. “Ze zijn op jonge leeftijd al professioneel bezig en fysiek in staat om op het hoogste niveau mee te doen.”
Toch maakt het specifieke geval van La Flèche Wallonne weinig indruk op de gewezen Olympisch kampioen. Volgens Van Avermaet ligt de verklaring vooral in het karakter van de koers. “Het is een wedstrijd van ‘slechts’ 200 kilometer. Dat maakt het voor jonge renners eenvoudiger om een topklassering te behalen dan in klassiekers als de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, waar de afstanden oplopen tot boven de 250 kilometer.”
Ook het wedstrijdverloop speelt een rol. “De aankomst op de Mur de Huy is bijzonder explosief van aard,” vervolgt hij. “Dat ligt jonge renners goed, veel meer dan de taaiheid en uithouding die nodig zijn voor een monument.”
Waar in het verleden de piekjaren rond de dertig lagen, ziet Van Avermaet die tegenwoordig eerder rond het 26ste of 27ste levensjaar. Die verschuiving heeft hij aan den lijve ondervonden. “Ik ben vorig jaar op trainingskamp geweest met enkele junioren. Ik schrok ervan hoe professioneel zij al bezig zijn met voeding, rust, wattages... Toen ik zelf junior was, had ik amper een idee van wat er nodig was.”
Toch plaatst Van Avermaet ook een kanttekening bij de evolutie. “Er ontstaat steeds meer druk op jonge renners. Ze krijgen minder tijd om te groeien, en dat komt deels door fenomenen als Evenepoel en Pogacar. Die hebben de lat zó hoog gelegd dat ze als maatstaf worden genomen. Maar je kunt niet iedereen aan hen spiegelen.”
Daarom pleit hij voor meer geduld met talenten die een andere weg bewandelen. “Niet elke renner is een wonderkind. Kijk naar Skjelmose, die in de Amstel Gold Race zowel Pogacar als Evenepoel klopte. Zulke prestaties tonen aan dat hard werk en een doordachte aanpak ook kunnen lonen. En dat maakt de koers juist zo mooi.”
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen