Joris Nieuwenhuis leverde in Merksplas een van de taaiste ritten van zijn veldritseizoen af — na een val, een kapotte schoen en een ketting die eraf vloog, reed hij iedereen uit het wiel voor een statementzege in de
Superprestige.
Wat in de openingsronden op een verknalde namiddag leek, draaide uit op een dominante eindsprint, en voor de Nederlander betekende de winst meer dan de marge deed vermoeden.
Nadat hij solo de streep passeerde, gaf hij toe hoe chaotisch zijn koers was geweest. “Ik voelde me eindelijk weer echt goed,” zei hij — maar om daar te komen had hij evenveel veerkracht als kracht nodig.
“Ik twijfelde om mijn schoen te wisselen… maar eigenlijk ging het nog best goed”
De problemen voor Nieuwenhuis begonnen vroeg.
Een val in de tweede ronde beschadigde de sluiting van zijn schoen, waardoor hij twijfelde of hij moest stoppen. “Het gebeurde al in de tweede ronde,” zei hij. “Ik twijfelde om mijn schoen te wisselen, maar dan weet ik zeker dat het over is. Eigenlijk ging het nog best goed met die schoen.”
Dat alleen al zou voldoende zijn om de meeste renners uit het ritme te halen, maar er volgde nog meer pech. In diepe sporen naast
Emiel Verstrynge botsten de twee — met een veel zwaardere tegenslag tot gevolg.
“Er lagen van die sporen, en Emiel maakte een fout. Hij ging te ver naar rechts en ik reed tegen hem aan, waardoor de fiets een klap kreeg en de ketting eraf vloog,” aldus Nieuwenhuis. “Ik dacht: ‘niet weer’, maar ook: ik zie wel waar ik uitkom, en dat was meer dan verwacht.”
Teruggeslagen tot zo’n twintig seconden en even uit het ritme, leken zijn kansen te verdampen. Toch voelde hij, zodra hij weer opstapte en zijn tempo vond, dat de race nog haalbaar was.
Van tegenslag naar meesterij
Stap voor stap haalde Nieuwenhuis de koplopers terug. Toen hij aansloot, kantelde het momentum scherp. Anderen gingen in het zand in de fout, terwijl hij het parcours met toenemende rust en controle fileerde.
“Ik merkte vrij snel dat ik geweldig in mijn vel zat en zag dat anderen veel fouten maakten, terwijl ik er vrij makkelijk doorheen kwam,” zei hij. “Ik zette een halve ronde druk om te kijken wat het deed. Daarna reed ik heel goed door de zandbak en had ik een klein gaatje. Toen ben ik gewoon doorgegaan.”
Vanaf dat moment veranderde het koersbeeld volledig. Wat een compacte groep van zes was, brak uiteen doordat Nieuwenhuis’ tempo in de technische stroken en zandpassages onovertroffen bleef. In de slotronde nam hij de klimmetjes met zicht op de zege, terwijl daarachter Niels Vandeputte en Emiel Verstrynge om de resterende podiumplaatsen vochten.
Nieuwenhuis hield zijn lijn, vermeed verdere problemen en pakte een indrukwekkende overwinning — des te knapper gezien de tegenslag die hij onderweg moest verwerken.