Jan Ullrich was een van de grote sterren van het wereldwielrennen in de jaren negentig. De Duitser vloog over de wegen en won in 1997 de
Tour de France, de grootste overwinning uit zijn carrière. Jaren later werd echter bekend dat hij doping had gebruikt en werden al zijn prestaties in twijfel getrokken. In een gesprek met WDR sprak hij opnieuw over al deze episodes uit zijn leven.
Vorig jaar bracht hij een documentaire uit op Amazon genaamd 'Der Gejagte', die alles liet zien wat Ullrich had meegemaakt jaren nadat hij uit het professionele wielrennen stapte: "De documentaire was een soort therapie voor mij. Nu kan ik erover praten met mijn kinderen, want uiteindelijk is het een deel van mijn leven."
"Ik ben blij dat ik mezelf heb laten zien zoals ik ben in die documentaire, nu kan ik makkelijker verder. Er werd veel gespeculeerd. Ik moest iets veranderen in mijn leven, dus besloot ik erover te praten. Het hielp me, het gewicht werd minder en nu kan ik verder. Ik heb gewacht met opbiechten tot
Lance Armstrong en anderen dat deden. Misschien was ik te zwak, ik wilde al die mediastorm niet."
"Mensen moeten begrijpen dat doping deel uitmaakte van het systeem. De sponsors wisten alles. Ik zou het geen zwijgen willen noemen, maar ze betaalden me goed. Het was een wederzijdse afspraak om er niet over te praten. Maar uiteindelijk maakte ik een fout en daar moest ik voor boeten, de schurk zijn. Het is een rol die ik op me moet nemen."
Tot slot noemde hij het moment waarop zijn leven op het punt stond zo laag te gaan als het maar kon: "Ik viel in een diep gat en het eindigde bijna in een catastrofe. Ik dacht dat mijn moeder en mijn coach de rol van een vader op zich namen, maar uiteindelijk realiseerde ik me dat ik die nooit heb gehad."
"Ik kon dingen vrij goed onderdrukken en dat heb ik lang gedaan. Uiteindelijk liep alles uit de hand, ook met drugs en zo. Uiteindelijk was het de liefde voor mijn kinderen die me erdoorheen hielp, maar lager had ik niet kunnen vallen. Ik was praktisch dood, visueel zag ik de hel. Toen zei ik: 'dit is het, niet meer'. Of je bent volgende week dood, of je neemt de controle over je leven terug. Mijn kinderen maakten het verschil."