Als winnaar van vier etappes in de
Giro d'Italia gedurende zijn carrière en de roze trui in 2017, heeft de nu gepensioneerde
Tom Dumoulin een speciale band met de openingsronde van het wielerseizoen.
Dumoulin deelde zijn gedachten over de eerste Grote Ronde van het seizoen via de In Het Wiel podcast. "Ik vond mijn overwinning op Oropa heel mooi. Daar voelde ik zoveel macht ik mijn poten", herinnert Dumoulin zich van zijn overwinning in etappe 14, die hem de eindzege in 2017 opleverde. "Nibali zat in mijn wiel. Plotseling zag ik hem niet meer. Ik heb hem gewoon strak uit het wiel gereden. Hij gaf daarna een interview, zo van ‘dit kan niet, deze grote Hollandse zware jongen’. Hij was echt onder de indruk. Ik heb de nodige robbertjes uitgevochten met Nibali, maar dat vond ik wel een heel mooi compliment."
Tijdens zijn carrière behaalde Dumoulin ook een tweede plaats in de Tour de France, maar ondanks dat de Tour algemeen wordt beschouwd als de meest prestigieuze wedstrijd in het wielrennen, had de Giro altijd een speciale plek in het hart van de Nederlander. "De Fransen zelf vinden het wel gaaf dat hun land op de kaart staat. Maar ik zie hen minder genieten, minder trots zijn op het fietsen zelf", legt hij uit. "Dat heb je in Italië wel heel erg: liefde en passie voor de koers. Dat komt in de Giro heel erg naar boven. Ook als buitenlandse renner is dat fantastisch. Ik werd in 2017 net zo hard aangemoedigd als Nibali. Dat zul je in Frankrijk nooit zien."
Vooruitkijkend naar de aankomende editie, steekt één naam boven alle andere uit op de startlijst:
Tadej Pogacar. Het algemene verwachtingspatroon is dat hij onverslaanbaar naar de overwinning zal rijden. Dumoulin zag het talent van de Sloveen al in 2020 tijdens de beruchte individuele tijdrit van de Tour de France, toen Pogacar in etappe 20 de gele trui overnam van zijn landgenoot en ploeggenoot van Dumoulin, Primoz Roglic.
"Ik dacht: niemand gaat sneller zijn, dat kan niet. Ik reed mijn beste waardes ooit", herinnert Dumoulin zich. "Pogacar was op dat eerste meetpunt precies even snel. Hij zag er helemaal niet uit als een wielrenner. Hij had nog een beetje babyspek en zat niet echt mooi op zijn fiets. Dat hij even snel was op het eerste gedeelte was een moment dat ik dacht: ‘wow’. Ik schrok er echt van."