Analyse | De 5 opmerkelijkste transfers die onder de radar bleven

Met 2026 in zicht is de transfermarkt voor vrijwel alle World- en ProTeams zo goed als gesloten. We zagen enkele ploegen uit het peloton verdwijnen, terwijl andere hun plek innamen. Veel renners maakten een stap omhoog of omlaag, en velen beëindigden om uiteenlopende redenen hun profloopbaan. Maar wat bovenal zal blijven hangen van deze markt, zijn de vele uitkoopdeals van prominente klassementsrenners, met name Remco Evenepoel, Juan Ayuso, Oscar Onley en hoogstwaarschijnlijk ook Derek Gee. Wij kijken naar een paar namen die onder de radar bleven.

Er is veel geschreven over deze huidige en toekomstige sterren van het rennen om het algemeen klassement, maar laten we nu eens kijken naar enkele zeer interessante transfers die de voorpagina’s niet haalden, maar achteraf weleens geniale zetjes van hun nieuwe werkgevers kunnen blijken.

Wat de criteria betreft: ik neem geen transfers binnen dezelfde structuur mee, bijvoorbeeld de promotie van Jakob Söderqvist van Lidl-Trek Future Racing naar het hoofdteam. Hetzelfde geldt voor renners als Jakob Omrzel, Senna Remijn of Maxime Decomble – stuk voor stuk interessante talenten die in 2026 een stap hoger zetten.

Met dat uit de weg, dit zijn de transfers die mijn aandacht trokken richting het nieuwe seizoen:

INEOS Grenadiers kende een turbulente transferperiode, met wisselingen in het management, de lancering van een gloednieuw developmentteam, en allerminst rechtlijnige onderhandelingen. Per saldo is de oogst echter meer dan verdedigbaar: INEOS vervangt sleutelrenners die stoppen, zoals Geraint Thomas (die doorschuift naar een leidinggevende rol), door opkomend talent, aangevoerd door Tour de France-nummer vier Oscar Onley en de zevende, Kévin Vauquelin.

Bovendien blijft de ploeg inzetten op andere koerstypen dan het klassement, met sprinter Sam Welsford en een renner naar wie ik persoonlijk erg uitkijk – Dorian Godon.

De 29-jarige rijdt al bijna een decennium op het hoogste niveau, maar naar mijn idee zit hij nog lang niet aan zijn plafond. Ik volg Godon nu twee jaar nauwgezet, sinds iemand opmerkte dat hij destijds de beste vermogenswaarden had van heel Decathlon (toen nog AG2R). Intrigerend, want Godon won dat jaar de Brabantse Pijl en de Giro del Veneto, maar stond niet hoger dan ergens rond de 200e plek op de UCI-ranking.

Vanaf dat moment begon de voorspelling uit te komen: Godon zette elk jaar zichtbare stappen. Dit seizoen leverde dat een 76e plek op de wereldranglijst op, genoeg om de interesse van concurrenten te wekken. INEOS Grenadiers legde hem vast voor drie jaar. Terechte beloning.

De Fransman boekte dit seizoen zes zeges. Hij opende met een ritzege in de Tour des Alpes-Maritimes, en pas bij het nationale kampioenschap stak hij opnieuw de handen in de lucht, in een koers die door Decathlon werd gedomineerd met drie renners in de top tien. Later, in de tricolore, won Godon twee etappes en werd hij tweede in het klassement van de Tour Poitou-Charentes, pakte Coppa Bernocchi en sloot af met een thuiszege in de Tour de Vendée.

Wat mogen we in 2026 verwachten? Samen met landgenoot Axel Laurance kan hij een gevaarlijke tweesprong vormen in de Ardennenklassiekers. Laurance deinst niet terug voor een aanval van ver, zoals hij twee jaar geleden op het WK U23 liet zien, terwijl Godon kan vertrouwen op zijn uitstekende 30-secondenvermogen na een harde koers.

Met Tadej Pogacar en Remco Evenepoel aan de start is het geen sinecure om dit plan te laten slagen, maar elke koers die uitdraait op een gereduceerde sprint is een uitgelezen kans voor een renner met Godons kwaliteiten.

Net als hun jarenlange rivalen uit het VK mikte Movistar in deze markt op verjonging. Naast de lancering van een eigen opleidingsploeg liet de traditionele Spaanse formatie veel ervaren pijlers gaan, zoals Fernando Gaviria, Ruben Guerreiro, Davide Cimolai, Gregor Mühlberger en Will Barta. Dat betekent echter niet dat Movistar in 2026 verzwakt is. Integendeel.

De onverwachte overgang van Cian Uijtdebroeks van Team Visma | Lease a Bike stal de show, maar Movistar haalde nog een reeks interessante profielen met het oog op de toekomst. De komst van Roger Adrià kan echter meteen het verschil maken.

De 27-jarige Spanjaard is allerminst een onbekende na zijn 11e plaats op het WK 2024, maar 2025 betekende een subtiele stap terug uit de schijnwerpers nu de ambities van Red Bull - BORA - hansgrohe geen grenzen meer kennen. In het vlijmscherpe klimaat van de Duitse ploeg werd Adria opgeslokt; zijn enige uitschieter was de ritzege in de openingsetappe van de Vuelta a Burgos.

In cijfers uitgedrukt zakte Adria op de UCI-ranking van plaats 71 naar 197.

Bij Movistar treft hij een totaal andere constellatie. In een ploeg die zwaar inzet op het klassement, moet Adria een van de speerpunten worden voor zijn geliefde heuvelklassiekers. Hoewel de opmars van Carlos Canal dit jaar indrukwekkend was, ligt de leiding in Ardense-type koersen normaal bij de meer ervaren Adria. Hij kan mikken op de top 10 in koersen als de Amstel Gold Race, en strijden om winst of podium in kleinere eendagskoersen en selecte rittenkoersen.

En hervindt hij zijn benen van eind 2024, dan kan Adria zelfs jagen op een ritzege in een Grote Ronde, iets wat Movistar in 2025 niet lukte.

De fusie Lotto–Intermarché verliep vermoedelijk minder rimpelloos dan gehoopt, met enkele kopstukken die liever voor een nieuw avontuur kozen dan hun lot aan de nieuwe structuur toe te vertrouwen. De meest opvallende was het verlies van Biniam Girmay aan NSN Cycling Team, maar ook Laurenz Rex is iemand die de nieuwe Belgische World Tour-formatie komend voorjaar graag had ingezet in de kasseiklassiekers.

De 26-jarige boomlange Belg wacht nog op zijn echte doorbraak, maar het is niet ondenkbaar dat 2026 het kantelpunt in zijn carrière wordt. Bij Soudal - Quick-Step treft hij een herbouwde ploeg die niet langer draait om Remco Evenepoel. De titel van “grootste ster” rust nu op sprinter Tim Merlier, die de jonge Paul Magnier op de hielen zit. Maar de opgetuigde klassiekerkern kan de twee rappe mannen zomaar overschaduwen. Met de komst van Jasper Stuyven en Dylan van Baarle klinkt een duidelijke terugkeer naar de Wolfpack-roots.

En al zeg ik dat Rex zijn naam nog echt moet vestigen, de kasseien liggen hem aantoonbaar: vooral Parijs-Roubaix lijkt zijn terrein. In de laatste drie edities finishte hij twee keer in de top 10 (viel in 2024).

In 2023 kon je het toeschrijven aan de “gelukstreffer” van een vroege vlucht die ver droeg, waarna Rex zich naar een verrassende 9e plaats klampte. Om te bewijzen dat het meer was dan geluk, keerde Rex, gesterkt door een top 10 in Gent-Wevelgem twee weken eerder, dit jaar terug in de top 10 van Roubaix.

Globaal ontbrak deze lente een uitschieter – zijn beste resultaat was een 4e plaats in de Antwerp Port Epic. Maar belangrijker: Rex legde een basis van consistentie in de drukste drie maanden van het voorjaar. De tweede seizoenshelft was minder, wat zijn UCI-klassering drukte.

Samen met Stuyven en Van Baarle kan het trio de klassieke driepijlaanval doen herleven die de Wolfpack legendarisch maakte. Bedenk: van top 10 in een Monument naar top 5 en uiteindelijk winnen is geen gigantische stap. Hou de 26-jarige dus goed in de gaten.

En als dat niet rendeert, kan Rex het “plan B” bedienen en als lead-out bijdragen aan de successen van Merlier of Magnier.

De grootste verschuiving bij NSN Cycling Team, vergeleken met Israel - Premier Tech, lijkt de verdwijning van de Canadese rennerskern. Doordat de koerswijziging laat in het seizoen kwam, waren de meeste transfers vermoedelijk al rond vóór de cruciale Vuelta a España. Duidelijk is dat de klassementsambities worden losgelaten met het vertrek van Giro-nummer vier Derek Gee en Vuelta-nummer vijf Matthew Riccitello, terwijl de klassieker- en sprintersafdelingen worden versterkt. Vooral dankzij de komst van Biniam Girmay.

De meeste aandacht zal naar de Eritreeër gaan, precies het moment waarop kansen voor ploeggenoten kunnen ontstaan. Een van hen is een andere nieuwkomer: Lewis Askey.

2026 wordt zijn eerste jaar buiten de ploeg waar hij opgroeide: Groupama - FDJ. De 24-jarige Brit brengt een compleet pakket mee naar NSN: veelzijdigheid op heuvelparcours, een scherp eindschot en techniek plus motor om te excelleren op kasseien en gravel.

Maar zelfs met dat profiel duurde het tot mei voordat Askey zijn eerste profzege boekte: Boucles de l'Aulne. Een week later volgde een ritzege in de 4 Jours de Dunkerque, plus een 2e plek in het eindklassement. Daarna pakte hij twee keer een ritpodium in de Tour de Suisse.

Net als bij Rex verliep de tweede seizoenshelft verre van ideaal voor Askey, maar de basis lag er al en de Brit wordt komend jaar onmiskenbaar een man om naar uit te kijken wanneer hij in de Klassiekers optrekt met landgenoten Jake Stewart en Ethan Vernon.

Waarschijnlijk mikt hij opnieuw op .1- en .Pro-koersen, maar ik zie hem ook meedoen om een groot resultaat in wedstrijden als Omloop Het Nieuwsblad, Gent-Wevelgem of Bretagne Classic.

Unibet Rose Rockets heeft een van de meest indrukwekkende transferperiodes neergezet die we in de wielersport hebben gezien. De Frans-Nederlandse ploeg reed het voorbije jaar rond als een middenmoot-ProTeam en trok vaker de aandacht via de eigen socials dan met prestaties op de fiets, al was Lukáš Kubiš een opvallende uitzondering, met een plek in de top 60 van de UCI-ranking. Volgend seizoen ondergaat de ploeg een metamorfose met de komst van Tour de France-ritwinnaars Dylan Groenewegen, Wout Poels en Victor Lafay.

Daardoor lijkt de ploeg van Bas Tietema plots topfavoriet voor een Tour-wildcard. En Matyas Kopecky zou deel kunnen uitmaken van de geselecteerde acht voor de Grand Boucle-debuut van het team.

Dat de 22-jarige uiteindelijk zijn weg naar de WorldTour, of een groot ProTeam, zou vinden, stond al enkele seizoenen in de sterren. Als uitblinker met diabetes bij Team Novo Nordisk trok de in Nederland woonachtige Tsjechische allrounder al in zijn tweede profseizoen grote ploegen aan, met een 5e plaats op het EK beloften op het VAM-bergparcours.

De twee daaropvolgende jaren stonden in het teken van constante groei en uitzonderlijke regelmaat: hij eindigde in twee derde van zijn koersen in de top 25, inclusief meer dan 20 top 10-noteringen. En dat deed hij grotendeels met zeer beperkte, zo niet geen, ploegsteun in de beslissende fases.

Eerlijk gezegd had ik verwacht dat een nog grotere ploeg dit Klassiekers-talent zou binnenhalen, maar mogelijk waren topteams beducht voor de extra uitdagingen die diabetes meebrengt. Want puur op cijfers moet de Tsjech bij veel van de beste ploegen in de smaak vallen.

Het seizoen 2026 wordt een grote stap voor Kopecky, die waarschijnlijk de Vlaamse klassiekerwereld gaat ontdekken. Gelukkig heeft hij met zijn oudere broer Tomáš, die naam maakte met de 7e plek in GP Denain en 33e in Paris-Roubaix bij zijn debuut, de best denkbare gids. Samen met de Slowaak Kubiš kan Unibet bouwen aan een sterke klassiekerkern voor de toekomst.