Er is de laatste tijd een debat ontstaan in cyclocrosskringen, aangewakkerd door opmerkingen van oud-renner en analist Jan Bakelants, die suggereerde dat het cyclocross steeds meer gemarginaliseerd zou kunnen worden en uiteindelijk zou worden opgeslokt door de stijgende populariteit van het gravelracen. Terwijl zijn uitspraak voor opschudding zorgde, zijn anderen binnen de sport, zoals Philip Roodhoofd, algemeen directeur van
Alpecin-Deceuninck, het niet eens met deze sombere vooruitzichten.
In een interview met
WielerFlits sprak Roodhooft zijn overtuiging uit dat gravelracen het cyclocrossen niet zal overschaduwen, maar juist aanvullen. "Wij geloven in
gravel. Niet alleen vanwege die WK-overwinning met Mathieu, want Gianni Vermeersch had dat twee jaar geleden ook al gedaan. We hebben ons al een paar keer iets laten zien in die discipline. Maar we denken dat het alleen een versterking kan zijn voor de andere disciplines in plaats van andersom," legde hij uit.
Roodhooft benadrukte de blijvende aantrekkingskracht van cyclocross, vooral in landen als België en Nederland, waar de sport een grote aantrekkingskracht blijft uitoefenen op toeschouwers. Cyclocross heeft immers diepe wortels in deze regio's en de Belgische en Nederlandse fans komen van oudsher massaal kijken naar de topatleten van deze sport. Onder hen is zesvoudig wereldkampioen cyclocross
Mathieu van der Poel, een van de meest gevierde figuren van de sport.
"Daar is een eenvoudige reden voor," voegde Roodhooft eraan toe. "Cyclocross is een geweldige kijksport die nog steeds veel publiek trekt. Akkoord, dat was ook het geval op de WK Gravel in Leuven, maar ik geloof niet dat zo'n evenement representatief is voor wat gravel in het algemeen is."
Het succes van Alpecin-Deceuninck in het gravelracen, met overwinningen van sterren als Van der Poel en Gianni Vermeersch, heeft hun toewijding aan het cyclocrossen niet verminderd. Roodhooft benadrukt dat de basis van het team diep verbonden is met de sport. "Uiteindelijk zijn we met onze structuur gegroeid vanuit die discipline. En we vinden het belangrijk om het daarin goed te blijven doen. Als cyclocross zelf niet belangrijk voor ons zou zijn, dan hadden we na de groei naar de World Tour kunnen zeggen: we beperken ons tot de weg. Maar dat willen we zeker niet. Want we vinden cyclocross nog steeds leuk."
Roodhooft erkende echter wel dat er een uitdaging zou kunnen ontstaan als het gravelracen blijft groeien: toprenners zoals van der Poel, die in meerdere disciplines rijden, moeten misschien kiezen tussen bepaalde wedstrijden. Vander Poel heeft een bijzonder druk seizoen op de weg achter de rug en het blijft onduidelijk hoe dit zijn cyclocrosscampagne deze winter zal beïnvloeden.
"We hebben een plan gemaakt tot en met het WK en wat daarna komt is vakantie", bevestigt Roodhooft."Pas daarna kijken we verder naar het voorjaar. Op basis van die plannen zullen we dan terugrekenen naar wat de crosswinter eventueel voor hem zou kunnen betekenen. Omdat er nog geen plan is, is het ook mogelijk dat hij niet zal crossen. Plannen maken is één ding, maar vakantie is ook noodzakelijk."
Naarmate gravelracen aan belang wint, zal het misschien wat jongleren worden voor atleten uit meerdere disciplines, maar voor nu geloven figuren als Roodhooft dat cyclocross een vitaal en opwindend onderdeel blijft van de wielerkalender, vooral in landen waar het een groot cultureel belang heeft.