Cyclocross kent bij de mannen momenteel één naam die domineert:
Mathieu van der Poel.
Wout van Aert wordt vaak als tweede renner achter hem genoemd. Toch wordt binnen het 'traditionele' crosscircuit vaak beweerd dat de wedstrijden spannender zijn zonder hun constante aanwezigheid. Dit wordt niet alleen gevoeld, maar ook ondersteund door de stijgende kijkcijfers, die hoger zijn dan in de jaren waarin het duo de sport domineerde.
Christophe Impens, van koersorganisator Golazo, lichtte dit toe in gesprek met Wielerflits: "Het is een heel raar fenomeen.
De TV-kijkcijfers zijn significant beter dan de afgelopen twee jaren. En toen kregen we nog respectievelijk Wout van Aert en Mathieu van der Poel als winnaars." Hij verwijst naar recente wedstrijden waarin meerdere renners aanspraak maakten op de overwinning, er spannende duels plaatsvonden en de uitkomst vaak pas in de laatste ronde werd beslist. Dit staat in schril contrast met de wedstrijden van vorig seizoen, waarin Van der Poel vaak soeverein domineerde, met uitzondering van bijvoorbeeld de Wereldbeker in Benidorm.
"Er is een kentering aan de gang die heel belangrijk is voor de toekomst van de cyclocross", vervolgt Impens. "Je zit zowel bij de mannen als vrouwen met een heel pallet aan crossers die elkaar het leven elke week hard maken door iedere keer opnieuw mooie battles uit te vechten. En de mensen zien dat graag. Het is tot op de meet spannend in élke cross. We creëren nu de toppers van de toekomst. Dat betekent dat de jongens die nu rijden ook van goudwaarde zijn en best populair worden bij de mensen."
Een blik op de lijst van winnaars dit seizoen onderstreept de diversiteit en het competitieve karakter. Niels Vandeputte werd recentelijk beloond voor zijn consistentie, terwijl Laurens Sweeck zijn goede vorm bevestigde. Daarnaast zagen we renners als
Thibau Nys op hoog niveau winnen, met andere namen zoals Eli Iserbyt, Michael Vanthourenhout, Lars van der Haar, Joran Wyseure, en zelfs Felipe Orts, die in zowel Nederland als België de zeges pakten. Orts zijn prestaties, zoals zijn sterke optreden op het EK in Spanje, dragen bovendien bij aan de groeiende populariteit van veldrijden buiten de traditionele wielerlanden.
"Natuurlijk zijn ze (Van der Poel & Van Aert, red.) welkom, en we moeten er niet flauw over doen dat iedereen die twee superkampioenen wil zien", zegt hij. "Maar anderzijds, als we zo veel mooie crossen zien, dan is die dominantie van Wout en Mathieu nu niet nodig. De kijk- en bezoekerscijfers zijn allebei beter dan als zij meereden." Deze uitspraak lijkt haaks te staan op de algemene verwachting. "Ik hoop dat een paar renners die nu dan goed aan het crossen zijn, ook het leven van die twee zwaar kunnen maken als ze terugkomen. Dat zou toch helemaal prachtig zijn?" voegt hij toe.
Met renners zoals Joris Nieuwenhuis, Cameron Mason, en Pim Ronhaar, die nog aan hun seizoen moeten beginnen of nog niet op topniveau presteren, zouden de komende weken en maanden nieuwe gezichten in de spotlights kunnen treden. Ook is er veel belangstelling voor de terugkeer van renners zoals Tom Pidcock en Tim Merlier, die naast de weg ook opnieuw de cross zullen betreden. Hetzelfde geldt voor renners als Puck Pieterse en Pauline Ferrand-Prévot, die meerdere disciplines combineren en daarmee het vrouwenveld blijven versterken.
Sven Nys ziet dezelfde positieve ontwikkeling tijdens de openingsfase van het seizoen: "De cross heeft de afgelopen weken een positieve boost gekregen. De aandacht versterkt weer, je hoort ook dat de mensen positief gezind zijn op de cross. Je ziet het gewoon aan het publiek, je voelt het aan de sfeer. Misschien hebben we het minst positieve verhaal van de afgelopen jaren eindelijk een beetje achterwege kunnen laten. Ik heb nu voor de eerste keer sinds jaren het gevoel dat de opbouwfase terug begonnen is."
De opkomst van talenten uit landen zoals Frankrijk, Italië, Tsjechië, Luxemburg, en Hongarije draagt sterk bij aan de internationalisering van de sport. Deze nieuwe generatie belooft niet alleen meer spanning in de competities, maar trekt ook een breder, internationaal publiek naar het veldrijden.
"Die nieuwe toppers die de crossen kunnen winnen, zitten ook allemaal in verschillende teams", vervolgt Nys. "Denk maar aan Felipe Orts bij Ridley Racing Team, Toon Aerts bij Deschacht-Hens-FSP en een aantal jongeren uit de stal van de Roodhoofts, die er ten opzichte van vorig seizoen zijn bijgekomen. Dat was in het verleden een beetje scheefgetrokken. Heel vaak waren het twee kampen die tegen elkaar aan het opboksen waren. Dat is nu totaal anders. Alles klopt meer. Soms valt dat gewoon toevallig allemaal samen."
Nys herinnert zich het gat dat ontstond toen hij in 2016 stopte: "Die kloof is enorm geworden.
Vooral omdat heel veel atleten die aan de top hadden moeten staan, er niet meer waren door omstandigheden. Niels Albert moest stoppen door hartproblemen, Zdenek Stybar koos voor de weg, Lars Boom ook. Dat was dus de generatie die Wout van Aert en Mathieu van der Poel het moeilijk moest gaan maken, en die waren er gewoon niet meer. Dat heeft voor een dip gezorgd. Er waren fantastische duels tussen die twee, maar daarachter was er een gigantische leegde ontstaan. Die is nu eindelijk opgevuld."
Hoewel jonge crossers vaak meer tijd nodig hebben om de absolute top te bereiken dan renners op de weg, hebben verschillende talenten al indrukwekkende resultaten neergezet tegen doorgewinterde elites. "Dan wil ik het niet alleen over Thibau (Nys) hebben.
Maar ook Jente Michels, Niels Vandeputte en Joran Wyseure mogen genoemd worden. Er zitten er nog een aantal in de wachtkamer waarvan ik denk dat ze het goed gaan doen. Het is een heel sterke generatie, die motivatie heeft geput uit de weg-crosscombinatie die Van Aert en Van der Poel de afgelopen jaren hebben gedaan."
Nys benoemt ook een punt dat velen herkennen, maar weinig mensen hardop zeggen: "Niemand wil toch naar het veldrijden komen met het idee: 'Na een ronde is de koers gereden. Dat was het dan en nu is het de hele middag in de koude staan.' Soms was dat de vorige jaren, zeker in de kerstperiode, het geval. En dat hebben we nu van het hele seizoen nog niet gehad. Eigenlijk verwacht ik ook niet dat het beeld dat we de voorbije weken hebben gezien, nog snel gaat veranderen", besluit de Belgische cyclocrosslegende.