Het Italiaanse wielerpubliek beleeft magere jaren in de Grote Rondes. Sinds de overwinning van
Vincenzo Nibali in 2016 wacht Italië op een nieuwe landgenoot die het hoogste schavot weet te beklimmen. De ‘Haai van Messina’, inmiddels ambassadeur van de Giro d’Italia, kijkt met een mengeling van trots en weemoed terug op zijn tijd in het peloton — een tijd waarin aanvallen nog uit het hart kwamen, niet uit de computer.
“Wat ik mis in het huidige peloton is die rauwe aanvalsstijl, zonder dat elke beweging tot in detail is doorgerekend,” zegt Nibali in een interview met Marca, voorafgaand aan de start van de Giro. “Men zoekt voortdurend naar de nieuwe Contador, de nieuwe Nibali... Die zullen er komen, maar het wielrennen is veranderd.”
Volgens de tweevoudig Girowinnaar ligt de nadruk tegenwoordig sterk op data en vermogens. “Nu draait alles om wattages en cijfers. Vroeger moest je de koers lezen, je tegenstanders aanvoelen. Tadej Pogačar aanvallen op 100 kilometer van de streep is indrukwekkend, absoluut, maar in mijn tijd was koersinzicht minstens zo belangrijk. Ik zeg niet dat het beter was, alleen anders. Ik hield van het strategische spel, het bluffen, het improviseren. Nu wordt alles gemeten.”
Na drie dagen koers in de Giro d’Italia blijft het algemeen klassement nog open, precies zoals Nibali had verwacht. “Het belooft spannend te worden. Roglič heeft de ervaring en de ambitie, Ayuso is jong maar buitengewoon getalenteerd,” aldus de Italiaan.
Of we dit jaar een Italiaan mogen verwachten die zich kan meten met de grote favorieten? Volgens Nibali is er één renner die in aanmerking komt: Giulio Ciccone. “Hij komt van een overwinning en verkeert in uitstekende vorm. Een podiumplaats? Het wordt lastig, maar hij maakt een goede indruk.”
Dat de sport vandaag de dag financieel sterker staat dan ooit, vindt Nibali een positieve ontwikkeling. “Het is goed dat renners nu 4 tot 5 miljoen euro per jaar kunnen verdienen. Wielrennen is geen sport van de tweede rang meer. Het heeft een zeer hoog niveau bereikt, en dat is verdiend — voor renners, ploegen én fans. Wielrennen is tegenwoordig echt een Serie A-sport.”
Tegelijkertijd kijkt Nibali ook naar de toekomst van het internationale wielrennen. Eén van de initiatieven die daarbij de aandacht trekken is het One Cycling-project, gesteund door een Saoedisch investeringsfonds. Hoewel daarover nog geen officiële mededelingen zijn gedaan, ziet Nibali vooral groeikansen buiten Europa.
“Ik weet niet wat er precies gaat gebeuren met One Cycling, maar de interesse in onze sport is groter dan ooit — ook buiten Europa. Ik denk dat de volgende grens Noord-Amerika is. Er zijn plannen om in 2026 een grote etappekoers in Colorado te organiseren. Het zou fantastisch zijn om daar terug te keren met topevenementen.”