Remco Evenepoel heeft in een recent interview veel inzicht gegeven in zijn mentaliteit, training, ambities voor de komende jaren en zelfs enkele van zijn wedstrijdgegevens. Naast een hint naar een mogelijk debuut in
Milano-Sanremo en de
Ronde van Vlaanderen sprak de olympisch kampioen over zijn wattages op het EK en erkende hij dat hij nog kan doorgroeien als hij blessures of ziekten kan vermijden.
“Ik wist dat ik naar de Tour ging in mindere vorm dan ik in 2024 was. Mijn lichaam was niet klaar om drie weken lang voor het klassement te vechten. Dat had ik aan de ploeg gecommuniceerd, en achteraf gezien had ik andere plannen moeten maken,” vertelde Evenepoel in een interview met Het Laatste Nieuws. Daar besprak hij ook hoe hij tijdens de Tour zijn onderhandelingen met Red Bull - BORA - hansgrohe geheim moest houden en hoe de chaos rondom hem bijdroeg aan de vermoeidheid die hem uiteindelijk deed opgeven.
Het was een moeilijke periode voor de Belg, die in de eerste week nog een rit won (de tijdrit), maar niet de basis had om drie weken koersen op het hoogste niveau door te komen. Een uitstekende ronderenner, maar niet van nature een Grote Ronde-specialist: Evenepoel liep afgelopen december meerdere breuken op bij een val en het gemis aan wintertraining liet zich later in het jaar voelen.
“Sommige jongens kopiëren alles, zelfs hoogtestages. Nieuwelingen hebben geen 10% groeimarge meer, omdat ze als junior en belofte al zwaar trainen, koersen en een te strikt dieet volgen,” zei hij over de opkomende generatie, waarvan hij zelf deel uitmaakte. “Op lange termijn zorgt dat voor een daling van het algemene niveau. En voor steeds kortere carrières. Je kunt je lichaam niet eindeloos tot het uiterste blijven drijven.”
WK en EK
Aan het einde van het seizoen haalde Evenepoel herhaaldelijk zijn hoogste niveau. Eerst op het WK tijdrijden, waar hij de wereldtitel pakte en bovendien
Tadej Pogacar inliep tijdens zijn effort.
“Op dat moment dacht ik er niet bij na, pas later besefte ik wat ik eigenlijk had gedaan: ik had de sterkste renner ter wereld ingehaald met een voorsprong die niemand had durven voorspellen. Het was de perfecte dag.”
Op de weg dan: is de Sloveen te evenaren? “Op het EK, bij 63,5 kilo, heb ik vijf uur lang gemiddeld 306 watt gereden,” onthult hij. Daar werd hij tweede, op 31 seconden van Pogacar. “Bij ons gebeurt het in periodes zoals deze, maar de sport verandert. Ik sprak met Gianni Moscon, die vertelde dat hij acht jaar geleden, toen hij derde werd in Lombardije, rond de 200 watt gemiddeld trapte. Vandaag heb je minstens 290 nodig om tweede te worden (Evenepoel werd dit jaar tweede in Il Lombardia en hint misschien dat dit zijn cijfers waren, red.).”
Is verbetering op dat niveau nog mogelijk? Evenepoel twijfelt niet: “Het kan via specifieke, extreem intense trainingen. Dat is iets wat me de afgelopen jaren zelden of nooit is gelukt door zoveel valpartijen, blessures, revalidatie en een gebrek aan basis.”
“Na een relatief rustige winter wil ik daar echt hard aan werken. Als ik het kan doen zoals ik zeg, kan ik twee à drie stappen vooruitzetten ten opzichte van vorig seizoen. Het wordt niet makkelijk, maar nederlagen geven me juist energie om door te gaan. Het ligt niet in mijn aard om de makkelijke weg te kiezen, en dat zal ik zeker niet doen in 2026.”
Evenepoel en Pogacar aan de start van de editie 2025 van Il Lombardia, waarin ze eerste en tweede werden. @Sirotti
Sanremo, Vlaanderen of Roubaix in 2026?
Er gonst al langer dat Evenepoel dit jaar Milano-Sanremo of de Ronde van Vlaanderen kan rijden, disciplines waarin hij, zoals Tadej Pogacar bewezen heeft, voor een topresultaat gemaakt lijkt. Eerst komen echter zijn Grote Ronde-plannen: “Mijn gevoel is heel goed en mijn kalender is klaar op 01.01.2026. Voor 2026 is er een plan A met de klassiekers en de Tour en een plan B met Giro-Tour. Beide liggen op tafel, maar we wachten op het Giro-parcours voor we beslissen.”
Maar de interesse in de voorjaarsklassiekers is er. “De klassiekers zouden mijn palmares completeren, daarom heb ik het met de ploeg besproken,” geeft hij toe. “Ik wil de voorjaarsklassiekers wat meer verkennen. Misschien niet dit jaar, maar wel op korte termijn.” “Ik zou graag Milan-San Remo en de Ronde van Vlaanderen doen, en misschien zelfs Parijs-Roubaix. De eerste twee liggen me beter en zijn eenvoudiger te combineren met de Ardense klassiekers, maar hoe dan ook: we hebben het over de toekomst, niet over het heden.”