Tibor Del Grosso is hard op weg om zich te vestigen als een van de meest veelbelovende jonge talenten in het internationale wielerpeloton. De 21-jarige Nederlander kent een ijzersterk begin van zijn seizoen 2025 en wordt door sommigen al omschreven als ‘de nieuwe Mathieu van der Poel’.
Del Grosso trapte het jaar af met de nationale veldrittitel, waarna hij met overtuiging zijn U23-wereldtitel in het veldrijden prolongeerde. Zijn overstap naar de weg verloopt minstens zo vloeiend: met een zesde plaats in Dwars door Vlaanderen en een tiende plaats in de Brabantse Pijl bewijst hij zich ook tussen de grote namen van het klassieke voorjaar.
Bij Alpecin-Deceuninck hebben ze er duidelijk een nieuw goudhaantje bij. Na afloop van de Brabantse Pijl blikte Del Grosso in gesprek met Wieler Revue terug op de koers, waarin hij zich knap handhaafde tussen kleppers als Remco Evenepoel en Wout van Aert.
“Het lukte me gewoon niet om Wout en Remco te volgen,” gaf hij eerlijk toe. “Daarna zat ik in goed gezelschap, maar alles kwam weer samen. Dat was jammer.”
Evenepoel won de koers in een spannende sprint tegen Van Aert, terwijl Del Grosso zich in de achtergrond in de strijd om het podium mengde.
“Ik dacht echt dat ik nog kon meedoen voor het podium,” vertelt hij. “Maar ik werd een beetje ingesloten in de finale.” De derde plek ging uiteindelijk naar António Morgado.
Hoewel zijn prestaties steeds meer aandacht trekken, blijft Del Grosso nuchter onder de toenemende media-aandacht. “Ik ben soms zelf verbaasd hoe goed het gaat,” zegt hij. “Maar ik denk dat de media het soms wat overdrijven. Ik rijd een paar sterke koersen en ineens word ik als favoriet genoemd. Natuurlijk is dat ook een compliment, maar ik probeer met beide benen op de grond te blijven.”
Die kalmte typeert zijn benadering van het profbestaan. “Ik heb weer een stap gezet, zo simpel is het,” zegt hij. “Voor de rest van het seizoen mik ik niet op één specifieke koers. Ik wil gewoon constante periodes draaien. Ik ben geduldig. Ik ben nog jong en heb zeker geen haast.”
Over een mogelijke deelname aan Parijs-Roubaix was hij resoluut: “Nee, daar had ik nog geen hoop op. Dat is over tien jaar nog steeds mogelijk.”
Del Grosso lijkt de hype moeiteloos van zich af te laten glijden, terwijl hij koers na koers zijn potentieel bevestigt. Zijn ontwikkeling oogt beheerst, maar veelbelovend—precies zoals je zou hopen bij een toekomstig kampioen.