"Sinds de jaren '90 is dit de mooiste rivaliteit die ik heb meegemaakt" – Voormalig Tourwinnaar over duels tussen Van der Poel & Pogacar

Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar hebben in het voorjaar van 2025 hun stempel gedrukt op de eerste drie Monumenten, en daarmee het peloton en het publiek in vuur en vlam gezet. Hun onderlinge duels behoren zonder twijfel tot de spectaculairste wielermomenten van het jaar. Toch ziet voormalig Tourwinnaar Óscar Pereiro ook een keerzijde aan de dominantie van deze twee uitzonderlijke kampioenen.

"Ik heb Eddy Merckx nooit live zien koersen, noch de klassiekers uit het tijdperk van Roger De Vlaeminck, maar sinds de jaren '90 is dit veruit de mooiste rivaliteit die ik heb meegemaakt", analyseert Pereiro, de Tour de France-winnaar van 2006, in gesprek met het Spaanse persbureau EFE. "Ze torenen letterlijk boven de rest uit. Alleen Mads Pedersen kon in Parijs-Roubaix enigszins volgen, maar hij had de pech dat hij lek reed."

Hoewel de strijd tussen Van der Poel en Pogacar voor spektakel zorgt, plaatst Pereiro kanttekeningen bij het grotere plaatje. "Aan de ene kant is het prachtig om ze te zien vechten – elke koers wordt een duel op het scherpst van de snede. Maar tegelijk is het voor veel andere renners al voorbij nog vóór het startschot heeft geklonken. Op dit moment lijkt het haast onmogelijk om ze onder normale omstandigheden te kloppen", stelt de 47-jarige Spanjaard. "Dat maakt het voorspelbaar, en daar hou ik persoonlijk minder van. Koersen moeten open zijn, onvoorspelbaar. Maar toegegeven: zelfs mét pech, valpartijen of een lekke band, was hun laatste confrontatie nog steeds een spektakelstuk."

De kijkcijfers zullen ongetwijfeld indrukwekkend zijn geweest, vermoedt Pereiro. "Het is topsport op het hoogste niveau. Maar spanning komt ook voort uit onzekerheid. En die is er minder geworden. Door de dominantie van deze twee én de kracht van hun ploegen, krijgt elke koers iets van een vooraf geschreven script."

De hamvraag: hoe kunnen de andere renners het script herschrijven en zich wapenen tegen deze twee toprenners? "Vanaf de bank is het gemakkelijk praten. Iedereen roept: 'Val aan! Doe iets!' Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan", zegt Pereiro eerlijk. "Als de sterkste renner ook de beste ploeg achter zich heeft, met ploeggenoten die zélf een koers kunnen winnen, dan is het gewoon ontzettend moeilijk om iets te forceren. Ik spreek renners in het peloton, en het is niet dat ze niet willen aanvallen. Ze kunnen het fysiek simpelweg niet. Het tempo ligt zó hoog, dat ze geen moment adem krijgen om iets te proberen."