PERSCONFERENTIE: “Vorig jaar accepteerde ik dat ik niet naar de Tour ging. Nu accepteert hij het” – Mads Pedersen benadrukt geen wrok richting Jonathan Milan over selectiedilemma voor de Tour

Mads Pedersen sprak uitgebreid tijdens de persconferentie van Lidl-Trek. Hij ging in op zijn jacht op een Monument, zijn vertrouwen in Parijs-Roubaix, ploegsteun voor de klassiekers, afwegingen rond de Tour de France en het puntenklassement, het spel met de grootste namen en hoe het moderne wielrennen het profbestaan heeft veranderd. wielrennenuptodate.nl was aanwezig om het volledige gesprek vast te leggen.

Wat zijn dit seizoen je belangrijkste doelen?
Alles waar ik van start ga. Je kent het stramien intussen wel, denk ik. Het is duidelijk dat ik nog altijd op jacht ben naar dat Monument. Dat is absoluut een groot doel.

Daarnaast draait het om zoveel mogelijk winnen. Ik zal waarschijnlijk een ander programma rijden ter voorbereiding op de klassiekers, en ik geloof dat winnen onderdeel is van goede voorbereiding. Vroeg in het seizoen winnen is natuurlijk mooi. Hopelijk komt dat Monument eindelijk in mijn achterzak.

Dan blijft het ook een doel om het groen in de Tour te winnen.

Kun je je vroege seizoensprogramma schetsen?
Ik denk niet dat wij als ploeg nog Valenciana doen, dus ik kom hierheen om Valenciana te rijden. Daarna ga ik naar Provence. Vanaf daar is het in grote lijnen copy-paste.

Voel je dat je de allerbeste renners, zoals Van der Poel, kunt kloppen in koersen als Roubaix?
Ja. Anders zou ik niet elke dag mijn kont afwerken. Dan zou ik gaan zitten en zeggen: tweede is ook prima.

Ik heb er niet ver naast gezeten. In Vlaanderen klopte ik hem op waarde. Hij knakte misschien vijf kilometer na mij, maar aan de finish was ik nog steeds sneller, en hij was op zijn best. Dus ja, ik geloof absoluut dat ik hem kan kloppen.

Was je verrast dat hij een paar weken later in Roubaix zoveel sterker leek?
Nee. Ik had een lekke band. Anders geloof ik dat ik hem had kunnen volgen.

Het is natuurlijk makkelijk om hier achteraf te zitten en te zeggen als dit en als dat. Maar elke keer dat ik met deze jongens aan de start sta, ben ik daar omdat ik geloof dat ik ze kan verslaan. Als ik dat niet zou geloven, moet ik iets anders gaan doen.

Vooral in Roubaix. Dat is mijn droomkoers. Daarvoor ben ik door deze ploeg gehaald: om die koersen te proberen winnen. Als ik zelf niet geloof dat ik kan winnen, waarom zou mijn ploeg dat dan wel doen?

Is het realistisch om renners met meer talent te verslaan?
Ik weet heel goed dat deze jongens meer talent hebben en betere renners zijn dan ik. Maar op specifieke dagen geloof ik dat het mogelijk is om ze te kloppen. Ik heb het eerder laten zien, in elk geval bij één van hen.

Vandaag is het een hardere noot om te kraken. Maar we geloven erin. We blijven werken om de beste versies van onszelf te zijn en die koersen te winnen.

Heb je het interview met Brian Holm gelezen, waarin hij heel stellig zei dat je nog een Monument gaat winnen?
Nee, ik lees al die interviews niet echt. Maar het is leuk om te horen. Dan gelooft er tenminste iemand in me.

Als ploeg geloven we dat het mogelijk is om nog die laatste één à twee procent te vinden om deze jongens te kloppen.

Renners als Museeuw en Boonen werden sterker in de klassiekers maar verloren sprintsnelheid. Zie je bij jezelf een vergelijkbare evolutie?
Ik weet het niet. Ik was tien jaar oud toen zij dat deden, dus ik heb er niet echt naar gekeken.

Maar ik ben zeker beter geworden als wielrenner in het algemeen. Daaruit volgt dat ik een betere klassieke renner word, want daarop ligt mijn focus. Ik ben ook veel beter gaan klimmen. Mijn sprint is de laatste jaren waarschijnlijk min of meer stabiel gebleven.

Maar ja, ik voel zeker dat ik als renner overall ben verbeterd.

Hoe beoordeel je je sprint op dit moment?
Tegen de beste sprinters ter wereld ga ik achteruit ten opzichte van hen. In pure vlakke sprints word ik niet sneller.

De sprints moeten me liggen. Licht oplopend en dergelijke. Als ze me liggen, weet ik dat ik erbij kan zijn. Maar in vlakke sprints ga ik niet vooruit.

Het kan me eerlijk gezegd weinig schelen. Zolang ik een Monument kan winnen, ben ik bereid iets op sprinten in te leveren.

Met enkele sleutelrenners weg, wie ondersteunt je in de klassiekers?
Goede vraag. Matthias Norsgaard is geen geheim. Iedereen weet dat ik een vinger in de pap had bij die handtekening. Het was een grote wens van mij om Daan Hoole te proberen vervangen.

Hem vervangen is niet eenvoudig. Hij is in deze ploeg opgegroeid en wij hebben hem onze manier van koersen geleerd. Dat moeten we met Matthias ook doen, maar dan snel, want ik heb geen tien jaar meer in het peloton.

We hadden iemand nodig die deze koersen kent en fysiek snel stappen kan zetten. Wij geloven dat Matthias die man is.

En Mathias Vacek?
Hij was waanzinnig in de Giro. Hij is nog jong en bereid om iets van zijn eigen kansen op te offeren om met mij te koersen, maar hij leert ook veel.

Soms levert het hem zelfs mooie kansen op om zelf te winnen, omdat er misschien naar mij wordt gekeken en hij dan kan gaan. Ik zal nooit een ploeggenoot tegenhouden.

Hoe belangrijk is de Deense kern om je heen?
Soren Kragh Andersen ook. De ploeg vroeg mij naar hem als renner, ik heb mijn mening gegeven, en een paar maanden later tekende hij.

We zijn al vrienden sinds we kinderen waren. Hij heeft een goede winter gehad, zit goed in zijn vel, en hopelijk staat deze groep in elke koers bij mij.

Wat is je strategie om het groen te winnen?
Eerst focus ik op de klassiekers, daarna praten we na de klassiekers over de Tour.

Staat de Tour de France op je programma?
Ja.

Met of zonder Jonathan Milan?
Zonder.

Was dat een moeilijke beslissing voor de ploeg?
Het is al jaren een grote wens van mij om het groen te winnen. Dat proberen met Jonny is niet eenvoudig.

We hebben nu ook Ayuso, en dat botst. Vorig jaar accepteerde ik dat ik niet naar de Tour ging. Nu accepteert hij dat hij niet gaat en iets anders doet. Zo werkt een grote ploeg.

Is het moeilijk om concessies te doen voor de ploeg?
Nee. Dat is voor mij helemaal prima.

Vorig jaar was het slim om Jonny naar de Tour te sturen en mij naar de Giro. Nu is het zijn beurt om in te schikken. Dat is zijn probleem.

Kan Pogacar op Roubaix een voordeel voor jou zijn?
Dat hangt af van het koersverloop. In Roubaix is er altijd een verrassing. Iemand rijdt lek. Er zijn een miljoen scenario’s.

Aan de ene kant is het fijn dat hij er is. Aan de andere kant is het knap lastig. Ik kan je na de koers een goed antwoord geven.

Verbaast het je hoe positief Pogacar en Van der Poel samen koersen?
Nee. Zo koersen we nu. Als je stopt met rijden, valt alles terug samen en word je later toch gelost.

We rijden omdat we willen winnen. En we hebben ook zelfrespect. Het is mooi om te zien.

Zouden koersen als de Amstel je kunnen liggen als er tactiek bij komt kijken?
Het gaat om aanpassen. Koersen veranderen en worden harder en langer. Je moet je aanpassen en elke keer de beste versie van jezelf proberen te zijn.

Ik ben in de positie dat ik nog steeds kan dromen van winst in deze koersen, en daar ben ik blij mee.

Is De Ronde overslaan om je op Roubaix te focussen een optie?
Nee. Ik word betaald om de klassiekers te rijden. Dat is geen optie.

Heb je het bandendruk­systeem al getest?
Nog niet. Misschien gaan we dat doen. Anders zou het niet op een van de fietsen zitten.

Het kan helpen. Het kan ook waardeloos zijn. Als het niet werkt, gaat het eruit. We testen alles. Past het niet, dan gaat het de prullenbak in.

Had je verwacht dat wielrennen zo serieus zou worden toen je jonger was?
Nee. Helemaal niet.

Toen ik prof werd, was het wielrennen totaal anders. Nu moet je extreem secuur en serieus zijn. Je groeit erin. Als je hier wilt blijven, moet je het accepteren.

Denk je vaak terug aan je wereldtitel in Yorkshire?
Die bracht meer verantwoordelijkheid en meer druk. Mensen verwachten dat je wint, en als dat niet gebeurt, is het een teleurstelling.

Dat moest ik snel leren.

Heeft de komst van Lidl als titelsponsor veel veranderd?
Nog niet. Ik wacht nog steeds op mijn Lidl-medewerkerspas.

Maar je ziet nu grote visie en grote dromen. Materiaal, testen, design. Ik droomde altijd groot. Nu droomt iedereen in deze ploeg groot.