Jonas Vingegaard begint aan 2026 met een scherper besef van de risico’s in het wielrennen dan ooit eerder in zijn carrière.
In gesprek met Marca blikte de Deen terug op het leven na zijn val in het Baskenland in 2024, de stijgende snelheden in het peloton en waarom veiligheid nu zwaarder weegt dan ooit.
Vingegaard gaf ronduit toe dat de crash zijn kijk op de sport heeft veranderd: “Ik zou het geen angst noemen, maar zeker meer bezorgdheid dan voorheen. Vroeger was ik misschien onbewuster: ik dacht dat ik wist hoe ik moest remmen, hoe ik de fiets moest sturen, dat mij niets zou overkomen. Maar er gebeuren wel dingen. De fiets is gevaarlijk, we gaan steeds sneller. En we zien meer risicogedrag.”
Hij voegde toe dat de ervaring hem dwong anders de weg op te gaan: “Na de val maak ik me meer zorgen om veiligheid. Voorheen was ik onbewust: ik geloofde dat mij nooit iets zou overkomen.”
Druk, burn-out en terugkeren naar topvorm
Ondanks de nasleep van die val, inmiddels anderhalf jaar geleden, gelooft Vingegaard dat hij fysiek weer op zijn oude niveau zit: “Voor mijn val zat ik op een heel steile opwaartse curve. Sindsdien hebben we gewerkt om terug te keren naar hetzelfde niveau als daarvoor, en ik denk dat ik daar nu ben. Ik hoop dat ik weer op die opwaartse curve kom en verder kan verbeteren.”
Hij sprak ook open over de mentale belasting van het moderne wielrennen en stelt dat de huidige omgeving veeleisender is dan ooit: “Met wat er vandaag in het wielrennen gebeurt, denk ik niet dat we nog koersen zo lang als vroeger zullen zien. Er is veel druk, veel data, veel coaches de hele tijd. Het is heel veeleisend. Het zou goed zijn om meer aan de mentale kant te denken… Niet elke dag hoef je perfect te zijn. Soms is het oké om een biertje te drinken, of een glas wijn, om met vrienden te zijn. Dat hoort ook bij het leven.”
Zelfs met die extra druk blijft de
Tour de France zijn ultieme doel: “De Tour de France is zo groot dat, als je ook maar een kleine kans hebt, je ervoor wilt gaan.”
Giro-geruchten, Tour–Vuelta-plannen en langetermijndoelen
Over de suggestie dat hij in 2026 aan de
Giro d'Italia zou starten, hield Vingegaard het bewust op de vlakte: “Ik kan nu nergens op ingaan. We hebben nog niet besloten wat we volgend jaar gaan doen.” Wel bevestigde hij opnieuw zijn voorkeur voor de combinatie Tour–Vuelta, een ritme dat hem altijd heeft gelegen.
Gevraagd welke ene koers hij het liefst nog wil winnen voor zijn afscheid, antwoordde hij zonder aarzelen: “Ik denk dat ik de voorkeur zou geven aan de Giro d’Italia.”
En kijkend naar de langere termijn verschuiven zijn prioriteiten: “Eerst tijd doorbrengen met mijn familie en mijn kinderen. Dat mis ik nu heel erg. Dat wordt mijn prioriteit.”
Zijn ambities op de korte termijn hield hij eveneens bewust simpel: “Ik zou heel blij zijn als ik een seizoen zonder onderbrekingen kan draaien.”
Nog steeds grote dromen – maar met heldere blik
Ondanks de risico’s die hij nu scherper erkent, blijft Vingegaard gedreven door dezelfde langetermijndroom: ooit alle drie de Grote Rondes winnen. En op de terugkerende vraag hoe Tadej Pogacar te verslaan, bleef zijn antwoord bij zijn ingetogen instelling: “De sterkste man wint een Tour.”
Het onderstreept dat hij, ondanks een sterker risicobesef en de littekens van een zware val, met beide benen op de grond staat, ambitieus blijft en de realiteit van een sport die elk jaar sneller – en riskanter – wordt, helder inziet.