"Ik zou het geweldig vinden om Milano-Sanremo en de Giro d'Italia te rijden" - Soudal - Quick-Step-renner droomt groot na indrukwekkend debuutjaar

Na een jaar waarin hij zowat alle continenten aandeed, kijkt Andrea Raccagni Noviero terug op een geslaagd debuutseizoen bij Soudal–Quick-Step. De 21-jarige Italiaan verzamelde waardevolle ervaring en toonde stap voor stap progressie. Zijn seizoen begon sterk in de Tour Down Under, waar hij in de slotrit zijn eerste top tien op WorldTour-niveau behaalde. “Het was leuk om zo te starten,” vertelt hij aan Tutto Bici Web. “Dat gaf meteen vertrouwen.”

Kort daarna liet hij zich zien in de Cadel Evans Great Ocean Road Race en debuteerde hij in Parijs–Roubaix. “Ik heb daar echt afgezien, maar het was een unieke ervaring. De steun, de sfeer — dat vergeet je niet. Hopelijk mag ik ooit terugkeren.”

Na een hoogtestage halverwege het seizoen voelde Raccagni het verschil. “De sensaties waren beter, en in de Ronde van Polen kreeg ik eindelijk bevestiging. Op de zware etappe naar Zakopane werd ik vierde, net achter Bagioli.” Die lijn trok hij door in het najaar: een degelijke Deutschland Tour, zevende in het eindklassement van de Ronde van Slowakije, en meerdere topresultaten in de Italiaanse eendagskoersen. “Zevende algemeen, dat vond ik ongelooflijk. En dat ik de jongerentrui op twee seconden miste, maakte het nog intenser. Dat was echt een sleutelmoment van mijn seizoen.”

Voor 2026 weet Raccagni waar zijn groeipotentieel ligt. “Ik wil me verbeteren op de beklimmingen, want daar voel ik me het sterkst. En natuurlijk wil ik eindelijk mijn eerste profzege pakken. Misschien probeer ik ook wat wedstrijden in de Ardennen.” Maar boven alles lonken de Italiaanse klassiekers. “Het zou een droom zijn om Milano–Sanremo en de Giro d’Italia te rijden,” zegt hij. Niet als grootspraak, maar als logisch doel voor een renner die consistent vooruitgaat.

Raccagni’s eerste seizoen draaide niet om één uitschieter, maar om een gestage opbouw: langere wedstrijdblokken, beter herstel, meer koersintelligentie. Met zijn prestaties in Polen, Slowakije en het najaar heeft hij zich in de Quick-Step-hiërarchie opgewerkt tot een betrouwbare helper met groeimarge. Na de stevige basis van 2025 volgt in 2026 de echte test: constante aanwezigheid omzetten in resultaat — en stap voor stap dichterbij die twee iconische startlijnen van het Italiaanse wielerdroomland.