In het tijdperk van marginale winst is zelfs de positie van de renner op zijn fiets van cruciaal belang. Maar wat definieert de perfecte positie en hoe bepalen renners en teams die?
Voormalig prof Sep Vanmarcke deelde zijn gedachten met Het Nieuwsblad: "Een gebied waar renners op zoek zijn naar marginale winst is hun fietspositie. Het zou interessant zijn om een foto van Eddy Merckx te vergelijken met een foto van Tadej Pogačar vandaag, die allebei een vergelijkbare inspanning leveren op een koersfiets."
De 36-jarige Belg, die in 2012 Omloop Het Nieuwsblad won, stopte eind 2024 als sportdirecteur bij Israel-Premier Tech. Reflecterend op de evolutie van de positie van de renner, merkte hij op: "Je zult zien dat Merckx veel meer gestrekt en lager op de fiets zat. Zo was het toen, het zadel stond ver naar achteren met weinig zogenaamde 'drop', de verticale afstand tussen de bovenkant van het stuur en het zadel. Deze positie haalde bijna alle kracht uit de bovenbenen en belastte de onderrug enorm."
Vanmarcke benadrukte hoe aerodynamica rijstijlen heeft veranderd: "Er is veel meer aandacht voor aerodynamica, wat duidelijk zichtbaar is in hoe het stuur zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld. Ze zijn nu veel lager dan vroeger en ook veel smaller geworden.
"Aan het begin van mijn carrière reed ik met een stuur van 44 centimeter breed. Toen ik met pensioen ging, hadden we nog maar 38 centimeter en tegenwoordig is zelfs 36 centimeter niet ongewoon meer."
Hij wees ook op de verschuiving in de plaatsing van het zadel: "Het zadel staat ook veel verder naar voren dan vroeger. Toen ik begon, stonden de zadelpennen van nature schuin naar achteren, terwijl ze nu helemaal recht staan. De setback (de horizontale afstand tussen de punt van het zadel en de trapas) is veel kleiner dan voorheen. Dit maakt de rijpositie aerodynamischer maar ook minder comfortabel."
Over de aanpak van Tadej Pogacar zei Vanmarcke: "Pogacar besteedt extreem veel aandacht aan zijn heuphoek. Daarom gebruikt hij zelfs korte cranks van 165 millimeter. Hoe langer de cranks, hoe hoger de voet komt tijdens de pedaalslag, waardoor de bovenbenen meer naar de romp worden geduwd. Wat mij opvalt is dat Pogačar in een vrij rechte houding rijdt."
Hoe zit het met Wout van Aert? Vanmarcke deelde een interessant inzicht: "Een observatie die ik als prof deed: in hoeverre behouden renners hun ideale, millimeterperfecte positie bij volle inspanning? Ik zie veel renners naar voren glijden, tot op het puntje van hun zadel. De uitzondering is Van Aert, die altijd het hele zitvlak gebruikt."
Vanmarcke sloot af met zijn persoonlijke ervaring met het uitproberen van nieuwe aerodynamische innovaties: "Ik heb alle aerodynamische innovaties op de weg geprobeerd, inclusief kortere cranks. Ik heb het gevoel dat je daar vooral profijt van hebt op beklimmingen of tijdens lange solo-aanvallen.
"Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van alle laatste ontwikkelingen, maar nog belangrijker is dat je positie op de motor goed aanvoelt. Anders heb je een probleem."