Met Evenepoel, Roglič en Lipowitz beschikt BORA in 2026 over een ploeg vol kampioenen. Maar zonder duidelijke hiërarchie dreigt die rijkdom aan klasse te ontsporen.
Veel goede renners hebben is een voorrecht, geen probleem, zeggen ze bij UAE Team Emirates en Visma | Lease a Bike. Maar geldt dat ook voor Red Bull – BORA – Hansgrohe? Vanaf 2026 krijgt het Duitse team een overvloed aan leiders, elk met eigen ambities, elk met recht van spreken. Een droomselectie — of een tikkende tijdbom.
De ploeg is in korte tijd uitgegroeid tot een van de machtigste in het peloton. De komst van Red Bull als hoofdsponsor gaf BORA financiële vleugels, en binnen enkele maanden volgden de toptransfers van 
Remco Evenepoel en Primož Roglič. Twee renners van wereldformaat die de ploeg in één klap naar het niveau van UAE en Visma brachten.
Tegelijk kwam daar de razendsnelle ontwikkeling van 
Florian Lipowitz bij, de jonge Duitser die in 2025 zijn doorbraak beleefde. Drie kopmannen, drie Grand Tour-ambities, één ploeg. En geen Tadej Pogacar of Jonas Vingegaard die vanzelfsprekend het leiderschap opeist. De uitdaging voor Red Bull – BORA – Hansgrohe wordt niet om te winnen, maar om te kiezen.
Macht en ambitie onder de stier
Wat zich bij BORA ontvouwt, is een complex schaakspel met drie koningen. Evenepoel en Roglič kwamen met grote beloftes en dito salarissen, Lipowitz groeide in stilte uit tot een renner van dezelfde orde. Elk van hen ziet zichzelf als potentiële Tourwinnaar.
De kracht van het team is tegelijk zijn zwakte. UAE en Visma weten precies wie de baas is. Bij BORA is dat nog lang niet duidelijk. Het management moet straks meer managen dan trainen: verwachtingen, ego’s en agenda’s.
De ploegleiding beschikt over middelen en talent die nooit eerder in Duitse wielerhistorie samenkwamen. Maar met macht komt ook wrijving. De valkuil van elk superteam is dat renners elkaars kansen blokkeren. En als er geen duidelijke hiërarchie komt, zal 2026 meer over interne verhoudingen gaan dan over resultaten.
Florian Lipowitz – de Duitser die zijn plek opeist
De eerste die openlijk sprak over zijn plannen, was Florian Lipowitz. Kort na de onthulling van het Tourparcours 2026 zei hij onomwonden: hij wil in juli kopman zijn. Een gewaagde uitspraak, want de interne strijd was nog niet eens begonnen.
Lipowitz, ooit biatleet, is een laatbloeier die in recordtempo de top bereikte. Zijn naam viel pas voor het eerst echt op in april 2024, toen hij in de Tour de Romandie tweede werd op de klim naar Leysin, achter Richard Carapaz. Hij eindigde die week als derde in het eindklassement en kreeg op het laatste moment een plaats in de Giro d’Italia. Daar bewees hij dat Romandië geen toeval was: vijfde in de tweede etappe naar Monte Oropa, terwijl hij werkte voor Daniel Martínez, die uiteindelijk tweede werd achter Pogacar.
Later dat seizoen won hij de Sibiu Tour, leerde een ploeg leiden en eindigde als zevende in de Vuelta a España. Zijn ontwikkeling verliep in een rechte lijn omhoog. In 2025 bevestigde hij alles: tweede in Parijs–Nice, vierde in Itzulia, en een podiumplaats in het Critérium du Dauphiné, achter Pogacar en Vingegaard.
De Dauphiné was ook de wedstrijd waarin hij zich naast de allergrootsten nestelde. Dagelijks aanvallen, constant in de top, een indrukwekkende tijdrit — Lipowitz reed als een gevestigde kopman. Zijn derde plaats leverde hem een gedeeld leiderschap op richting de Tour de France, samen met Roglič.
Co-leider in naam, knecht in de praktijk
Toch bleek in juli dat ‘co-leider’ een relatief begrip was. Lipowitz reed sterk, droeg de witte trui en streed om het podium, maar had nauwelijks steun. Roglič koos geregeld zijn eigen koers, achtervolgde ontsnappingen en weigerde zich volledig te schikken. BORA had geen duidelijke structuur — en Lipowitz voelde dat.
Hij maakte geen scène, maar de teleurstelling sijpelde door in interviews. De boodschap was helder: hij wil en kán de ploeg leiden. Zijn prestaties bewijzen dat hij op eigen kracht een Grand Tour-podium kan rijden. En als Duitser in een Duits team heeft hij daarbij ook symbolisch gewicht.
Zijn contract loopt af eind 2026. BORA kan zich niet veroorloven hem kwijt te raken, zeker niet aan een concurrent als UAE of Visma. Lipowitz is niet alleen de toekomst van het team, maar ook het gezicht dat Red Bull graag op zijn poster ziet. Hem tevreden houden is essentieel — en dat betekent: ruimte geven, vertrouwen tonen, en vooral niet nog een Tour met gedeelde leiders.
In de Tour de Romandie van 2024 liet Lipowitz zijn eerste sprankeltjes zien. @Sirotti
Remco Evenepoel – de ster met weinig ruimte
Remco Evenepoel behoeft geen introductie. Olympisch kampioen, wereldkampioen tijdrijden, drager van regenboogtruien op zowel de weg als tegen de klok, en waarschijnlijk de best betaalde renner van het peloton. Hij komt naar BORA met een missie: de Tour winnen.
Alleen is dat makkelijker gezegd dan gedaan. De Tour van 2026 is op papier de zwaarste in jaren, met nauwelijks tijdritkilometers en een opeenstapeling van bergetappes. Geen parcours op maat van Evenepoel, maar wel van Pogacar.
In 2024 stond de Belg op het Tourpodium, in 2025 haalde hij de finish niet. Qua klasse is hij completer en ervarener dan Lipowitz, maar de pure klimcapaciteit blijft het zwakke punt in vergelijking met de absolute top. Pogacar en Vingegaard rijden nog in een andere wereld.
De logische keuze lijkt de Giro d’Italia, waar de kans op succes groter is en de druk kleiner. Evenepoel zou daar zijn eigen weg kunnen gaan, met de Tour pas in 2027 als ultieme doel. Maar logica en wielrennen gaan zelden hand in hand. Als de Giro een extreem bergachtig parcours krijgt, wordt het dilemma nog groter.
Een onmogelijke rekensom
Wat doe je als je renner met de grootste naam ook de meeste ruimte wil, terwijl je jonge Duitser dezelfde trui ambieert? Voor BORA is dat de centrale vraag van 2026.
Evenepoel heeft de status om zijn zin te krijgen, maar zijn komst verhoogt de druk op iedereen — inclusief zichzelf. Voor hij ook maar één koerskilometer in het BORA-tenue rijdt, is hij al onderwerp van discussie. Dat zegt genoeg over zijn gewicht binnen het project.
Het is niet ondenkbaar dat de ploegleiding uiteindelijk moet kiezen: ofwel Evenepoel als Tourkopman en Lipowitz opzij schuiven, ofwel Evenepoel richting Giro sturen en het Duitse talent de Tour laten rijden. Een gulden middenweg bestaat niet. Wat zeker is: in 2026 zal Evenepoel’s keuze de koers van BORA bepalen, letterlijk en figuurlijk.
Primož Roglič – de veteraan die niet wil wijken
Primož Roglič is de belichaming van BORA’s overgangsperiode. De man die het team in 2024 zijn eerste Grand Tour-zege bezorgde, maar intussen voorbijgestreefd dreigt te worden door de volgende generatie.
Hij blijft een winnaar, maar ook een renner die de limieten van zijn lichaam voelt. Zijn palmares is indrukwekkend: vier Vueltas, één Giro, talloze rittenkoersen. Toch was zijn vierde plaats in de Tour van 2025 het signaal dat de absolute top misschien net buiten bereik ligt.
Roglič blijft een complexe figuur. Charismatisch, maar gesloten. Speels voor de camera, maar onvoorspelbaar in koers. Tijdens de Tour van 2025 reed hij opvallend ontspannen, zonder de volledige druk van de ploeg op zijn schouders. Hij genoot zichtbaar van de vrijheid, liet Lipowitz en de sprinterstrein achter Jordi Meeus hun eigen gang gaan, en herontdekte het plezier in koersen.
In pure wattages hoort hij nog altijd bij de wereldtop — kijk naar de klimtijdrit naar Peyragudes, waar hij derde werd achter Pogacar en Vingegaard met cijfers die zelfs Froome in zijn beste dagen jaloers zouden maken. Maar de kans op Tourwinst lijkt voorbij.
De logische ereronde
Voor 2026 ligt er een duidelijk pad: een voorjaar vol rittenkoersen, met de Tour de Suisse als ontbrekende schakel op zijn erelijst, gevolgd door een gerichte voorbereiding op de Vuelta a España. Daar kan hij geschiedenis schrijven door zijn vijfde eindzege te pakken — een record.
Toch wringt het binnen het team. Een kopman van vier miljoen per jaar inzetten als helper? Onwaarschijnlijk. Roglič heeft die rol nooit willen spelen, en het zou een ongemakkelijk precedent scheppen.
De ideale oplossing is helder maar delicaat: Evenepoel naar de Giro, Lipowitz naar de Tour, Roglič naar de Vuelta. Drie leiders, drie doelen, drie kansen op glorie. Het klinkt eenvoudig, maar vraagt moed van de ploegleiding — en discipline van de renners.
Roglič zelf lijkt op dit punt in zijn carrière vooral rust te zoeken. Hij heeft niets meer te bewijzen, behalve dat hij nog steeds kan winnen als de omstandigheden kloppen. Geef hem ruimte, een duidelijk plan en vertrouwen, en hij kan nog één keer schitteren.
Roglic reed een rustigere Tour dan normaal. En hij kreeg veel aanmoedigingen. @Imago
Jai Hindley – de stille kracht in de schaduw
In de groepschat van BORA’s kopmannen is ook Jai Hindley toegevoegd. De Australiër met het slungelige postuur en de vaste glimlach heeft misschien niet de status van Evenepoel of Roglič, maar zijn erelijst spreekt voor zich. Winnaar van de Giro d’Italia 2022, podium in de Tour de France 2023, en nog altijd een van de meest pure klimmers in het peloton.
Hindley is grillig. Op een slechte dag verdwijnt hij uit beeld, op een goede dag rijdt hij met de besten omhoog. Tijdens de Vuelta a España 2025 was hij de enige die bergop nog in het wiel van Vingegaard en Almeida kon blijven. Zijn explosie is niet die van een Pogacar, maar zijn uithouding is fenomenaal.
“Als ik mijn beste benen heb, kan ik in elke grote ronde op het podium staan,” zei hij eens droogjes. Niemand die hem ongelijk gaf. Toch is zijn positie in deze sterrenformatie onzeker. Als Lipowitz en Evenepoel hun eigen kopmanschap claimen, zal Hindley onvermijdelijk opschuiven naar de rol van luxe-helper — een rol die hij zonder morren opneemt, zolang hij in de bergen zijn zin mag doen.
Hindley is loyaal, geen branieschopper, en precies dat maakt hem waardevol. In een ploeg vol ego’s is hij de buffer, de lijm tussen de grootheden. Maar zelfs hij zal op een dag vragen wat zijn plek nog is. Want een renner met zijn klimtalent laat zich niet voor eeuwig in een knechtenrol duwen.
De Giro of de Tour?
Het is aannemelijk dat Hindley richting Giro wordt gestuurd. De lange Alpenpassen liggen hem, en met een parcours vol zware bergetappes kan hij daar opnieuw schitteren. Maar wat als Evenepoel hetzelfde plan heeft? Dan dreigt ook daar een intern conflict. De grootste uitdaging voor BORA wordt niet wie er wint, maar wie bereid is om níet te winnen.
We zagen de beste versie van Hindley in deze Vuelta a España. @Sirotti
Giulio Pellizzari – de rijzende ster die de hiërarchie op zijn kop kan zetten
En dan is er nog Giulio Pellizzari, het fenomeen dat in 2025 van belofte naar sensatie groeide. Nog maar 21 jaar oud, maar al zesde in zowel de Giro d’Italia als de Vuelta a España. De Italiaan is geen groot prater, wel een groot talent.
In de bergetappe naar San Valentino was hij ronduit indrukwekkend. Hij reed iedereen bergop uit het wiel — Carapaz, Yates, Del Toro — en finishte met bijna twee minuten voorsprong. Zijn wattages en regelmaat deden denken aan de jonge Pogacar.
Binnen BORA beseffen ze dat Pellizzari een ruwe diamant is, maar ook een tikkende tijdbom in termen van hiërarchie. Vandaag is hij bereid te werken voor anderen, morgen zal hij zijn eigen kansen eisen. En terecht. In een ploeg die bulkt van klassementsrenners is groei een bedreiging.
Als Pellizzari zich in 2026 opnieuw ontwikkelt zoals in 2025, dan schuift hij vanzelf op richting een kopmansrol. En dan moet iemand wijken — Evenepoel, Lipowitz of Roglič. Zo simpel is het.
De Del Toro-situatie
Het doet denken aan de ontwikkeling van Isaac Del Toro bij UAE. Ook daar begon een jong talent als helper en groeide hij in één seizoen uit tot een renner met recht op eigen leiderschap. Pellizzari heeft hetzelfde profiel: licht, explosief, met een volwassen koersinzicht.
Voor BORA betekent het dat er straks niet drie, maar vier klassementsrenners zullen zijn die een grote ronde willen rijden met eigen ambities. De interne kalender wordt daarmee een mijnenveld.
Hoewel hij er niet won, was Giulio Pellizzari onmogelijk te negeren tijdens de Giro d'Italia van 2025. @Sirotti
De kalenderpuzzel: overvloed als probleem
Het budget van zo’n 40 miljoen euro geeft Red Bull – BORA – Hansgrohe luxe, maar geen rust. Met dat geld komen verwachtingen en keuzes — vooral de vraag: wie rijdt waar?
Net als UAE kan de ploeg de kalender verdelen over verschillende kopmannen, maar de structuur ontbreekt nog. De selectie is breed: Evenepoel, Roglič, Lipowitz, Hindley en Pellizzari vormen de kopgroep, met daarachter renners als Daniel Martínez, Aleksandr Vlasov, Jordi Meeus en Danny van Poppel. Een luxevoorraad aan kwaliteit, maar ook een recept voor spanning.
Een brede kern is mooi zolang iedereen zijn plek kent. Als iedereen kopman wil zijn, rijdt uiteindelijk niemand voor een ander. Movistar, Sky, UAE — ze bewijzen allemaal dat macht zonder discipline snel in chaos verandert. Voor BORA ligt hier de sleutel: duidelijke lijnen, één leider per ronde, één doel per ploeg.
Op de drempel van een nieuw tijdperk
De Red Bull-injectie heeft BORA getransformeerd van degelijk WorldTour-team tot mondiale supermacht. Maar macht vraagt richting. Eén verkeerde kalenderkeuze, één botsing van ego’s, en het project kan wankelen. De oplossing is helder: Evenepoel naar de Giro, Lipowitz naar de Tour, Roglič naar de Vuelta. Hindley als luxe-helper, Pellizzari als schaduwkopman — een logische verdeling die rust brengt in een ploeg vol ambitie.
De essentie van leiderschap
De ware kracht van een superteam schuilt niet in het aantal sterren, maar in hun bereidheid om samen te werken. Dat is de les die Red Bull – BORA – Hansgrohe in 2026 moet leren. In het tijdperk van overvloed draait succes niet om wie de sterkste is, maar om wie het meest k