Nils Eekhoff zal 2025 niet snel bestempelen als zijn beste seizoen, maar het is er wel één dat hem sterker heeft gemaakt. De 27-jarige renner van Picnic PostNL beleefde een jaar vol uitersten: van zijn grootste overwinning tot nu toe, via pijnlijke blessures, tot een bemoedigend slot. Wat Eekhoff vooral meeneemt, is de mentale veerkracht waarmee hij zich telkens weer herpakte.
 Van gebroken kaak naar mooiste zege
Het seizoen begon rampzalig. In zijn eerste koers, de AlUla Tour, kwam Eekhoff zwaar ten val. De klap leverde hem een gebroken kaak en verloren tanden op. Anderhalve maand later keerde hij verrassend sterk terug: hij won de Danilith Nokere Koerse – zijn tweede profzege, na zijn ritoverwinning in de ZLM Tour 2023. Een triomf die hij, gezien de omstandigheden, hoger aanslaat dan al zijn eerdere successen.
Maar de euforie duurde niet lang. Nog geen twee weken later sloeg het noodlot opnieuw toe in de Volta a Catalunya: een kuitblessure hield hem vervolgens meer dan een maand aan de kant.
“Frustrerender dan die crash in Saoedi-Arabië”
“Die kuitblessure was eigenlijk veel erger en frustrerender dan de val in de AlUla Tour,” vertelt Eekhoff in de WielerFlits-podcast. “Na die crash kon ik thuis rustig trainen, gefocust blijven. En als je dan terugkomt met winst in Nokere, denk je: ‘Nu gaan we door.’ Maar zo’n spierscheur gooit alles weer overhoop. Dat was mentaal echt zwaar.”
Hoewel het herstel lichamelijk voorspoedig verliep, bleef het goede gevoel lang uit. “Het duurde tot eind september voor ik weer echt ritme voelde,” zegt hij. “Ik werkte hard, maar het kwam er niet uit in de koers. Soms reed ik goed, maar daarna was ik leeg. Dat vrat aan me.”
Loslaten om vooruit te gaan
Na gesprekken met ploegleider Pim Ligthart besloot Eekhoff de situatie te accepteren. “Ik kon het niet forceren. Ik bleef gewoon trainen, zonder druk. Langzaam kwam er rust. Na de Super 8 Classic merkte ik dat het weer begon te draaien. Soms heb je gewoon één goed resultaat nodig om het vertrouwen terug te krijgen.”
Oog op 2026
Eekhoff kijkt ondanks alles met optimisme vooruit. “Ik wil blijven vechten om het beste uit mezelf te halen,” zegt hij. “Ik koers niet alleen om te winnen, maar ook om te groeien – voor mezelf én voor het team. Dat is waar ik het voor doe. Ik weet dat ik er nog niet uit heb gehaald wat erin zit.”