Het nieuws van het overlijden van Ludo Dierckxsens sloeg donderdag in als een bom. De voormalige Belgisch kampioen werd tijdens een liefdadigheidsrit in eigen land onwel en kon ondanks snel ingrijpen van de hulpdiensten niet worden gered. Hij overleed op 60-jarige leeftijd.
Dierckxsens was in de jaren rond de eeuwwisseling uitgegroeid tot een ware cultfiguur in het profpeloton. Zijn karakteristieke stijl, onverschrokken aanvalslust en brede glimlach maakten hem geliefd bij zowel renners als fans. Hij werd niet voor niets de "Ontsnappingskoning" genoemd: lange ontsnappingen, vaak tegen beter weten in, waren zijn handelsmerk.
Voormalig wereldkampioen Johan Museeuw reageerde aangeslagen bij Sporza. "Het is veel te vroeg," vertelde hij. "Ik herinner me Ludo als iemand die altijd lachte. Een warme persoonlijkheid. Hij werd pas laat prof, maar veroverde ieders hart. Hij kon geen vlieg kwaad doen."
Ook Kurt Van de Wouwer, oud-renner en ploegleider, deelde zijn herinneringen. "Ludo was altijd goedlachs, en had een ontembare drang om aan te vallen — met of zonder resultaat, dat maakte hem niks uit. Hij had een enorme goodwill, ook bij zijn concurrenten. En als knuffelbeer was hij ongelooflijk populair bij het publiek."
Wilfried Peeters, jarenlang zijn trainingsmakker, stond letterlijk aan de grond genageld bij het horen van het nieuws. "We hebben onze hele jeugd samen doorgebracht," zei hij bij Het Nieuwsblad. "Hij kwam laat bij de profs en werd aanvankelijk weleens uitgelachen. Maar dat hield snel op. Uiteindelijk lachte niemand meer — behalve Ludo zelf, die altijd bleef lachen."
Ook Paul Herygers, ooit ploegmaat van Dierckxsens in de amateurjaren, bewaart levendige herinneringen. "Op teambriefings zei hij steevast: ‘Morgen ga ik het proberen.’ Dan wist je: we krijgen vuurwerk. Je lag gewoon te trillen in je bed van de spanning. En meestal maakte hij die woorden ook waar."
Ludo Dierckxsens blijft in de herinnering als een renner die het hart van de koers belichaamde. Geen berekende statistieken, maar strijdlust, spontaniteit en lef. Een renner uit het juiste hout gesneden, en bovenal: een man van het volk.