Het afgelopen jaar ontstond onder een deel van de wielerfans het geluid dat
Tadej Pogacar het koersen saai zou maken. Twee weken geleden had ik dat nog weggewuifd als een vreemde bewering. Immers, wat heeft de Sloveense kampioen niet allemaal gepresteerd?
In twaalf maanden tijd domineerde hij op elk terrein: bergen, tijdritten, kasseien. Hij won Monumenten én Grote Rondes in hetzelfde seizoen. Droeg de regenboogtrui. Veroverde de gele trui terug van Jonas Vingegaard. Versloeg Mathieu van der Poel zelfs twee keer op Vlaamse kasseien. En klopte wereldkampioen tijdrijden Remco Evenepoel in een Tour-etappe tegen de klok.
Dus toen mensen zeiden dat zijn dominantie slecht zou zijn voor de sport en de wedstrijden voorspelbaar, was onze reactie: 'Kijken we wel naar dezelfde renner?' En vooral: zijn de koersen echt saai?
Nu de
Giro d'Italia 2025 op z’n einde loopt, durf ik toe te geven dat mijn mening is bijgesteld. Na week één hadden we het gevoel dat er iets ontbrak. Niet zozeer in de koers zelf - Mads Pedersen was fenomenaal met vier ritwinsten en leidde lang in het roze – maar er was geen Pogacar, geen absolute blikvanger.
De eerste week was degelijk, met sterke momenten, maar niet zo meeslepend als we gewend zijn van recente Tour-edities. Het leek erop dat Pogacar niet de drijvende kracht was van de spanning. Dat veranderde in etappe 9, de prachtige gravelrit over de Strade Bianche-achtige wegen. Een van de mooiste etappes in een Grote Ronde die we ooit hebben gezien. Hoewel Tom Pidcock aanvankelijk de favoriet leek, zorgden valpartijen en aanvallen van INEOS Grenadiers, met name Egan Bernal, voor vuurwerk. En natuurlijk was er de emotionele zege van Wout van Aert.
Was de overwinning van van Aert in etappe 9 het hoogtepunt van de Giro d'Italia?
De Tour de France van 2024 had ook een gravelrit, maar kon qua spektakel niet tippen aan deze Giro-rit. Zou de Giro beter zijn zonder Pogacar, Vingegaard en Evenepoel? Nee, koersen met deze drie zijn totaal anders dan zonder, en allebei fascinerend op hun eigen manier. Koersen is simpelweg beter met Pogacar aan de start.
In 2024 won Pogacar de Giro met overmacht: zes ritten, bijna tien minuten voorsprong, roze trui vanaf etappe 2 en geen enkel moment zwakte. Dat was misschien minder spannend voor het klassement, maar zeker niet saai. Zijn lange solo’s, het wegblazen van concurrenten op de koninginnenrit, het onophoudelijke tempo: het was een pure show.
Niet elke koers hoeft een nek-aan-nekduel te zijn om boeiend te zijn. Het saaie Team Sky-tijdperk met gecontroleerd koersen staat nog vers in het geheugen, terwijl Pogacar juist het offensieve wielrennen nieuw leven inblaast. Hij rijdt alsof hij de koers niet louter als een getal op de wattagemeter ziet, maar als een spektakel.
Tegelijkertijd leeft er ook frustratie in het peloton. Renners als Luis Ángel Maté en Andrey Amador voelen de druk en het bijna onmogelijke om Pogacar te verslaan. Dat kan ontmoedigend zijn, maar professionele frustratie betekent niet automatisch minder vermaak.
In 2024 won Pogacar op 58 koersdagen 25 keer. Absurd, maar weet je nog hoe hij ze won? Met klasse, durf en flair. Thomas Voeckler zei het treffend: "Als hij zo ver van de finish start, is het spannend, maar alleen voor de tweede plaats." Maar dat is ook een groot compliment. Pogacar herdefinieert de betekenis van grootheid, net als Merckx en Coppi voor hem.
Pogacar veroverde de roze trui in etappe 2 in 2024 en stond die nooit meer af
Kijk ook naar andere sporten: Max Verstappen in een dominante Red Bull, of het legendarische Barcelona van weleer werden ook als ‘saai’ bestempeld.
Nu terug naar deze Giro. Aan het begin van week twee leek het verhaal simpel: Roglic versus Ayuso, zoals voorspeld. Maar dat viel compleet uiteen. Roglic worstelde met valpartijen, Ayuso viel terug door een valpartij, en het team moest schakelen.
Del Toro, jong en onervaren, klom rustig omhoog, maar kraakte op de beslissende momenten. Zijn voorsprong slonk en Carapaz en Yates kwamen dichterbij. Dit maakt de Giro 2025 juist zo spannend: geen dominante Pogacar, geen Vingegaard die elke aanval neutraliseert.
Deze Giro ademt vrijheid en onvoorspelbaarheid. Valpartijen, instortingen, maar ook opbloeiende verhalen van Bernal, Gee, Yates en Carapaz. Na etappe 19 is het nog niet duidelijk wie er gaat winnen. Vorig jaar won Pogacar met tien minuten voorsprong, een bijna lachwekkende marge. Nu lijkt het een nek-aan-nek race.
Op dit moment zeggen we daarom ook: koersen is beter zonder Pogacar. De spanning over wie de roze trui in Rome draagt, is fantastisch. Toch weten we dat onze mening in juli weer kan kantelen. Pogacar en Vingegaard blijven favoriet, Evenepoel heeft een buitenkans, en het zou zomaar kunnen dat hun strijd spannender is dan de grillige Giro.
Onze vraag aan jullie: maakt Pogacar het wielrennen spannender of juist minder? Is er wel een eenduidig antwoord? Of zijn we als fans gewoon aan het wennen aan grootsheid?