Oud-profwielrenner en Derailleur-analist Bart Aernouts ziet het simpel.
„Als hij er plezier in heeft, verschijnt hij aan de start,” zegt hij. „Zijn motivatie is de sleutel. Gaat de training goed, dan is er geen reden om te twijfelen dat hij er zal staan.”
Tussen ambities op de weg en glorie in het veld
Na een druk 2025-seizoen, dat eindigde met het WK mountainbike in september, nam Van der Poel vakantie in de Verenigde Staten. Inmiddels traint hij weer in Spanje, met het oog op zijn wegcampagne 2026 bij
Alpecin-Deceuninck. Zijn precieze winterplanning blijft onduidelijk, maar insiders vermoeden dat hij – net als voorgaande jaren – rond de feestdagen zijn rentree in het veld zal maken.
Van der Poel is intussen de meest succesvolle crosser van zijn generatie, met zeven wereldtitels bij de elite (2015, 2019, 2020, 2021, 2023, 2024, 2025). Winst op het komende WK in Hulst (30 januari – 1 februari) zou hem de alleenheerschappij bezorgen: hij zou dan de legendarische Erik De Vlaeminck voorbijgaan, die ook zeven keer wereldkampioen werd.
Berekenende keuzes
Toch denkt Aernouts dat Van der Poel zijn startmoment zorgvuldig zal kiezen.
„Als hij vermoedt dat veldrijden zijn voorjaar op de weg kan doorkruisen, zal hij het niet forceren,” legt hij uit. „Hij neemt geen onnodige risico’s. Mathieu praat weinig over zijn plannen, dus voorlopig blijft het gissen.”
"Als hij gezond is, wint hij"
Over één ding twijfelt Aernouts niet: zodra Van der Poel zijn rugnummer opspeldt, is hij de man die iedereen wil kloppen.
„Als hij in orde is, blijft hij de topfavoriet voor de regenboogtrui,” zegt hij resoluut. Dat vertrouwen rust op feiten. Van der Poel’s winstpercentage van zo’n 70 procent in het eliteveld is ongezien. In meer dan 200 profcrossen stond hij bijna negen op de tien keer op het podium – een mate van dominantie die in de modder nauwelijks voorstelbaar is.
Zijn combinatie van explosiviteit, technische controle en koersinzicht heeft de lat in het veldrijden opnieuw verlegd. Op droog gras, bevroren sporen of kniepeil modder: Van der Poel dicteert het tempo, herstelt bliksemsnel van fouten en bepaalt de standaard waar anderen zich aan meten.
Wachten tot de schakelaar omgaat
De vraag is dus niet óf, maar wanneer hij terugkeert. Met zijn beperkte winterprogramma’s van de laatste jaren houdt Van der Poel zichzelf fris voor het voorjaar – waar hij opnieuw zijn regenboogtrui zal verdedigen en jacht maakt op klassiekers.Wanneer hij ook besluit om te starten: de aanblik van de wit-met-regenbooggestreepte trui die door de modder snijdt, markeert traditioneel het echte begin van de veldritwinter.
En, zoals Aernouts het samenvat: „Zodra hij rijdt, weet je hoe het afloopt. De rest strijdt voor plek twee.”