Mathieu van der Poel keert aanstaande zaterdag terug op de weg tijdens de Grand Départ van de
Tour de France in Florence. Na een afwezigheid van twee maanden staat het belangrijkste deel van het seizoen voor de huidige wereldkampioen voor de deur, met de
Olympische Spelen in het vooruitzicht.
Bondscoach Koos Moerenhout probeert druk uit te oefenen op het team van Van der Poel: "Ik bemoei met natuurlijk niet met de tactiek van
Alpecin-Deceuninck in de Tour, maar de aanpak van vorig jaar was natuurlijk succesvol. Dat was een verstandige manier van koersen in de Tour", vertelde hij over zijn kopman Van der Poel in een gesprek met In de Leiderstrui. "Als je je elke dag binnenstebuiten moet keren, is het ook maar de vraag of dat ideaal is. Aan de andere kant: kijk naar Dylan van Baarle, die toen wel elke dag volle bak bezig was in zijn rol. Ook hij was goed in Glasgow." Vorig jaar spendeerde Mathieu vooral zijn tijd als lead-out voor Jasper Philipsen, de sprinter van Alpecin-Deceuninck.
Volgens Moerenhout was het een slimme zet dat Van der Poel lange tijd niet heeft gekoerst voor de Tour. "Zijn gehele traject is wel gericht op de Tour en de Spelen. Hij heeft natuurlijk weinig gekoerst, maar heeft wel een heel goede voorbereiding gedraaid op hoogte. Nu gaat hij in de Tour pas weer beginnen aan wedstrijden, maar qua frisheid is dat ideaal. Want zo is het ook in de Tour: het is de enige wedstrijd waar je mentaal en fysiek écht helemaal uitgewrongen uit kunt komen."
Hoe verliepen de gesprekken tussen de bondscoach en de renner de afgelopen weken? "JJe houdt het gehele jaar contact, maar dat zijn vaak korte gesprekjes die dan écht ergens om gaan. Ik laat hem zoveel mogelijk met rust. We weten van elkaar hoe we werken, er zijn al zoveel mensen die iets van hem willen."
Op de Wereldkampioenschappen in Zürich start Van der Poel als titelverdediger. Het parcours belooft zwaarder te zijn dan voorgaande jaren, maar zou het te zwaar zijn voor de Nederlander? "Mathieu is echt een kampioenschapsrenner. Hij kan bijna alle parcoursen aan. Rwanda is volgend jaar wellicht een klimparcours, maar Zürich zou hij wel aan moeten kunnen", oordeelt de bondscoach, ondanks
tegenstrijdige beweringen van de organisatoren. "Het is een beetje een kruising van de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Daar heb ik dus wel vertrouwen in, dat het moet lukken. Maar hij zal top moeten zijn om daar goed te rijden."