Het onlangs onthulde parcours van de
Tour de France 2026 is in België op weinig enthousiasme onthaald. Wielerkenners en oud-renners vinden dat de organisatie een unieke kans heeft laten liggen om
Tadej Pogacar te testen met een evenwichtiger route. Volgens hen bevoordeelt het profiel opnieuw de klimmers, ten koste van de tijdritspecialisten – en dus ook van
Remco Evenepoel.
De Tour begint met een ploegentijdrit van 19,7 kilometer in Barcelona, maar de enige individuele test tegen de klok – 26 kilometer van Évian-les-Bains naar Thonon-les-Bains, grotendeels bergop – wordt gezien als een gemiste kans voor variatie.
De Wolf: “In onze tijd reden we honderd kilometer tegen de klok”
Voormalig prof en analist Dirk De Wolf spaarde in Het Nieuwsblad de kritiek niet. “Zesentwintig kilometer is veel te weinig voor onze Remco,” klonk het. “In onze tijd hadden Grand Tours meer dan honderd kilometer tijdrit. Nu duren die etappes amper twintig, dertig minuten. Dat is te weinig om echte verschillen te maken.”
Volgens De Wolf heeft de Tour te veel aandacht voor spektakel en te weinig voor sportieve balans. “Ze zeggen dat ze het spannend willen houden tot het einde, maar dat is onzin. De renners maken de wedstrijd, niet het parcours. Als je meerdere stijlen wil belonen, moet je meer tijdritkilometers inbouwen – dan krijg je strijd tussen klimmers en specialisten.”
Pauwels: “Deze route ligt Pogacar nóg beter dan Evenepoel”
Ook bondscoach
Serge Pauwels deelt de zorgen. Hij ziet voor Evenepoel nog wel kansen, maar vreest dat Pogacar opnieuw de bovenhand heeft. “Het parcours past bij Remco, maar het is nog beter voor Pogacar,” zei Pauwels. “Waar kan Remco het verschil maken? Enkel in de tijdrit – en die is veel te kort.”
Voormalig Lotto-manager
Marc Sergeant sluit zich aan bij dat oordeel. “De Tour heeft alles: een ploegentijdrit, bergetappes in de Pyreneeën, twee aankomsten op Alpe d’Huez… maar mist een lange, vlakke test tegen de klok. Dat had het klassement echt kunnen openbreken.”
Volgens de Belgische experts volgt de Tour een duidelijke trend: spektakel boven sportieve gelijkheid. Waar vroeger balans heerste tussen disciplines, domineren nu de bergetappes en explosieve finales.
De Wolf vat het samen: “Een Remco op zijn best zou minuten pakken op alle anderen. Dán krijg je spanning, dán krijg je echt een gevecht – tussen de berggeiten en de krachtpatsers.”