Het Grand Départ van de Vuelta a España 2026 is donderdag officieel gepresenteerd in Monaco – en wedstrijdleider Javier Guillén greep het moment aan om een opvallende uitnodiging te sturen naar
Tadej Pogacar, die toevallig in het Prinsdom woont.
De Spaanse ronde begint op 22 augustus 2026 met een 9 kilometer lange individuele tijdrit door de straten van Monte Carlo. Na buitenlandse starts in Lissabon, Turijn en Utrecht kiest de Vuelta opnieuw voor een glamoureuze ouverture buiten Spanje.
“Om zijn legende te vervolmaken, moet hij ze alle drie winnen”
Guillén gebruikte zijn podium bij Televisión Española om de beste renner van zijn generatie openlijk te porren: “Hij is al een wielerlegende,” zei Guillén, “maar om die legende te vervolmaken, moet hij alle drie de Grote Rondes winnen. De enige die nog ontbreekt is de Vuelta – en dat zou motivatie genoeg moeten zijn.”
Pogacar won inmiddels vier Tours de France en de Giro d’Italia 2025, maar reed de Vuelta slechts één keer: in 2019, toen hij als negentienjarige drie etappes won en derde werd in het eindklassement.
Guillén hoopt dat het toeval – een start letterlijk voor Pogacars deur – het laatste duwtje geeft. “Dichter bij huis konden we het niet maken,” grapte hij.
Druk programma blijft obstakel
De agenda van Pogacar blijft echter een probleem. De wereldkampioenschappen in Montréal, die enkele weken na de Vuelta plaatsvinden, gelden als een groot seizoensdoel voor de Sloveen. Binnen UAE Team Emirates – XRG klinkt bovendien bezorgdheid over overbelasting.
Een Tour–Vuelta-dubbel, gevolgd door het WK, zou een loodzware reeks betekenen, zeker na een voorjaarscampagne met Milano–Sanremo, de Ronde van Vlaanderen en Luik–Bastenaken–Luik.
In 2025 hield Pogacar de optie open om La Vuelta te rijden, maar zijn vermoeidheid in Parijs, tijdens de laatste Tour-etappe op Montmartre, onderstreepte de grenzen van zijn programma.
Toch zorgt Guilléns ludieke uitnodiging opnieuw voor speculatie. Komt Pogacar in 2026 eindelijk terug naar Spanje om zijn Grand Tour-trilogie te voltooien?
Zoals Guillén zelf zei: “Het kan geen kwaad om het te proberen.”