Voeding is een duidelijk aandachtspunt geworden voor alle topwielerploegen, die de maaltijden van hun renners plannen rond de belangrijkste seizoensdoelstellingen. Dit heeft echter niet altijd alleen maar voordelen. De (W)eet Wat Je Doet beweging richt zich op het 'gezonde' aspect van voeding in de wielersport, wat vaak nog een taboe is.
Tadej Pogacar sprak zich onlangs uit over de altijd aanwezige kwestie van eetstoornissen, maar dat voelt slechts als een druppel op een gloeiende plaat. "Atleten houden het vaak voor zichzelf, ze moeten stoer zijn, niet kwetsbaar. Maar iedereen kent onzekerheden en ongemak. Als je dat kunt uiten, helpt dat", vertelt sportpsycholoog Karin de Bruin aan het AD.
Tijdens de bijeenkomst gaf Tristan Bangma, Paralympisch wielerkampioen, inzicht in zijn voedselproblemen tijdens zijn carrière. "Twee sneetjes brood, geen saus op de pasta, soms at ik alleen sla. Ik was de hele dag aan het rekenen. Belachelijk, denk ik nu. Maar in die tijd was ik ervan overtuigd dat ik het juiste deed," zegt Bangma.
Een blessure opende zijn kijk op voedselproblemen. "Pas toen ik gedwongen werd om stil te zitten, kreeg ik de ruimte om uit dat ingesleten patroon te breken. Dat zou heel normaal moeten zijn, maar ik heb het ook heel lang voor mezelf gehouden. En dat is precies waarom ik lange tijd geen hulp kon krijgen. Dus vertel het maar. Je helpt jezelf en misschien ook iemand anders," verwijst de Paralympisch kampioen naar de mentale problemen die het met zich meebrengt.
Wielercommentator Roxanne Knetemann had ook haar portie eetproblemen in haar tijd als wielrenner, hoewel ze wel een verandering ziet in het moderne wielrennen. "Misschien waren de wegen er in mijn tijd ook, maar je moest ze zelf vinden. Nu is alles geïntegreerd in de teams. En dan denk ik wel eens: ik heb mezelf tekort gedaan, ik was zo eenzaam. Ik had veel gelukkiger kunnen zijn als ik daar ook wat meer inzicht, steun en begeleiding in had gekregen", benadrukt ze nog maar eens het belang van praten over dit onderwerp.